We leven al een jaar bijna volledig op ovenschotels, maar vorige week heeft onze oven het begeven. De inductieplaat in ons nieuwe huis was na een maand al stuk en nadat ik mezelf gisteren bijna opblies, alle buurtkinderen vermoordde en die van mezelf, koken we maar niet meer op het campinggasstelletje.
Bij het verwisselen van de gasfles ontsnapte er een witte wolk, dus rende ik meteen met het lekkende ding naar buiten. De stoep op. Waar de kinderen speelden. Er waren ook buurvrouwen met sigaretten. Pasgeborenen in hun wagentjes. Er was geschreeuw. Gevloek. Er werd gerend. Maar het liep allemaal goed af.
Behalve dat we nu dus echt een nieuwe keuken moeten.
De aanschaf ervan is duur. Maar erger nog: je moet er oneindig creatief voor zijn.
Wij houden niet van het bezoeken van keukenwinkels. Elk deurtje dat je er ziet, kan vervangen worden door een ander deurtje, ander materiaaltje, ander indelinkje. Ik ga hier geen opsomming geven van de mogelijkheden die er zijn. Het zou een gekmakend lange lijst worden.
“Doe die keuken maar.”
“Nostalgisch. U houdt van nostalgisch. Welk greepje, kleurtje?”
“Deze is precies goed zo.”
“U kunt er alles aan veranderen. Wat u maar wilt.”
“We willen deze.”
“U kunt daar beter niet te lichtzinnig over denken. Een keuken zegt alles over uzelf. Eigenlijk bènt u uw keukenblok.”
“Jeetje.”
“Ja, zo moet u het wel zien. Goed, typetje nostalgie. Misschien met een moderne greep? Leuk landelijk deurtje? U zegt het maar!”
“…”
We moeten onze droomkeuken zelf creëren. Maar dat kunnen we niet, dat willen we niet, dat haten wij. We worden geacht ruimtelijk inzicht te hebben, praktisch te kunnen denken en een scherp oog te hebben voor materialen. Zelfs Ikea doet in de folders – juichend – een beroep op onze verbeeldingskracht. “Alles is mogelijk! Voor jouw ultieme droomkeuken!”
Maar wij hèbben helemaal geen ultieme droomkeuken. We zitten niet in de keukenbusiness. Begrijp dat dan.
We zijn zo blij dat we ons huis niet zelf hebben hoeven ontwerpen, godbetert. De grootste droom van veel mensen op dit eiland. Ik geloof dat je daar zelfs naartoe hoort te werken als eilandbewoner. Het is de promotie hier. Ooit een eigen kavel bemachtigen waar je dan je droomhuis – je paleisje – op gaat zetten. Onze allergrootste nachtmerrie.
Elke Geurts