Nieuws

Buurtmuseum toont geschiedenis Indische Buurt, ‘een kleurrijk beeld van een Amsterdamse volksbuurt’

Met een feestelijke openingsexpositie stelde Buurtmuseum Indische Buurt zich 16 oktober in bibliotheek Javaplein voor aan de buurtbewoners.

Waar een vakantie naar Mexico al niet toe kan leiden. Enkele jaren geleden reisde museoloog Harriët van der Veen door de Mexicaanse binnenlanden. Ze kwam daar in aanraking met het fenomeen ‘community museum’, lokale buurtmusea die door bewoners zelf worden bemand. “De bewoners richten die musea op omdat er Mexico regelmatig kunstschatten worden opgegraven. Die worden allemaal naar de musea in de hoofdstad vervoerd. Bewoners zien daar niets van terug. De meesten hebben niet eens geld voor een buskaartje naar Mexico-Stad. Door in hun eigen dorp een buurtmuseum op te richten, hopen ze een deel van dat lokale erfgoed te kunnen behouden. Ze willen daar ook zelf van genieten.”

Geen vaste locatie
Een prachtig concept, dat Van der Veen aan het denken zette. Want zou zo’n museum voor, door en over bewoners ook niet mogelijk zijn in haar eigen wijk, de Indische Buurt? Ze legde het plan voor aan stadsdeel Oost, dat meteen enthousiast reageerde. Daarna ging het snel. Zó snel dat Buurtmuseum Indische Buurt zich onlangs kon presenteren aan de buurt, met een feestelijke openingsexpositie in bibliotheek Javaplein. Van der Veen: “Buurtmuseum Indische Buurt gaat over de verhalen en geschiedenis van bewoners uit de buurt. Het heeft geen vaste locatie en dat willen we ook niet. We zijn vooral daar waar veel buurtbewoners komen.”

Buurtmuseum Indische Buurt bereidt momenteel de tentoonstelling Neighbour Stories voor, die volgend voorjaar gepresenteerd zal worden. Deze is gebaseerd op interviews van kinderen uit de buurt met hun ouders en grootouders. “De interviews gaan over de geschiedenis van hun ouders en grootouders. Kinderen, en zeker die uit migrantengezinnen, weten daar meestal weinig vanaf. Met Neighbour Stories willen we die geschiedenissen kenbaar maken.”

Synagoge
Toeval of niet, maar Rogier Schravendeel, geen bewoner maar wel liefhebber van de Indische Buurt, werkt eveneens aan plannen over de geschiedenis van de wijk. “Wat me vooral boeit is dat het een buurt is waar honderd talen worden gesproken, maar waar de bewoners geen gezamenlijke geschiedenis hebben,” vertelt hij. “De oorspronkelijke bewoners zijn vertrokken naar Almere of Purmerend en het kleine groepje dat is overgebleven, verdwijnt. Voor de nieuwe bewoners is daarmee de band met de buurtgeschiedenis doorgeknipt. Door die zichtbaar te maken, hoop ik dat ze zich ervoor gaan interesseren. Want de buurt is datgene wat bewoners met elkaar bindt.”

Schravendeel beheert een website (www.indischebuurt.nl) waarin hij een uitvoerige geschiedenis van de buurt heeft beschreven. “Daarnaast komen er informatieborden op bijzondere plekken in de Indische Buurt. Zo weet vrijwel niemand dat in het pand van de Albert Heijn aan de Molukkenstraat tot in de Tweede Wereldoorlog een synagoge zat. Ik zou daar graag een informatiebord over de geschiedenis van die synagoge plaatsen.”

Schravendeel schrijft ook teksten voor groepswandelingen in de buurt, die door bewoners zullen worden begeleid en hij werkt aan een boekje over de Indische Buurt, zowel in het Nederlands als het Engels. “Dat is straks te koop in de Stayokay aan het Timorplein. Ook toeristen vinden het leuk om meer te weten over de buurt waar ze te gast zijn.”

Van der Veen en Schravendeel hebben elkaar inmiddels gevonden. Ze hebben besloten om alle plannen en initiatieven onder te brengen bij Buurtmuseum Indische buurt. Van der Veen: “Dat levert een kleurrijk beeld op van de geschiedenis en diversiteit van een bijzondere Amsterdamse volksbuurt.”