De gemeente Amsterdam, het Rijk en de provincie Noord-Holland zijn er onderling niet uitgekomen, een geschil dreigde. De beoogde Javabrug, een vaste verbinding over het IJ voor fietsers en voetgangers, komt er voorlopig niet, áls hij er al komt. Een onafhankelijke commissie beraadt zich nu over deze kwestie. “Dit is onbehoorlijk bestuur,” stelt Bas Kok, brugvoorvechter en auteur van Oerknal aan het IJ.
Er is geen stad in de wereld waar al zo lang gesproken wordt over een brug of andere vaste oeververbinding, en Bas Kok (inwoner van Noord) vreest dat die er juist om die reden niet zal komen. “De discussie over een vaste verbinding over het IJ duurt al 180 jaar. Dat is best extreem, en dat in brugstad nummer één van de wereld.”
Kok weet wel hoe het komt. “De nautische lobby, met partijen als Rijkswaterstaat en de Amsterdamse haven, is een van de krachtigste in Nederland. Het is een machtsbastion, al sinds Amsterdam in de 17de eeuw de machtigste havenstad van de wereld werd. Dat zit op het niveau van ministers en gedeputeerden. Al vanaf de eerste plannen voor de Javabrug voert die lobby er oorlog tegen. Soms publiekelijk, maar meestal achter de schermen. Het is een onzichtbare macht, een onderwatermacht.”
“Irrationeel,” noemt Kok de afkeer tegen een brug. “Er is geen enkele reden te verzinnen waarom deze partijen benadeeld zouden worden door vaste verbindingen en bruggen. De Javabrug vormt voor de beroepsscheepvaart geen enkele hindernis. Je kunt hem zo bouwen dat binnenvaartschepen er moeiteloos onderdoor varen, dat is technisch een fluitje van een cent. Bruggen passen bij de traditie van Amsterdam. Een tunnel mag ook, maar is minder aantrekkelijk, én minstens vier keer zo duur.”
Nautische partijen zoals Rijkswaterstaat beschouwen het IJ nog steeds als een tien kilometer lange watersnelweg, constateert Kok. “En niet als een oversteekplek voor de 150.000 inwoners van Amsterdam-Noord, Zaanstad, Landsmeer, Oostzaan, die allemaal op fietsafstand van het IJ wonen. Zij zijn genoodzaakt om dagelijks één van de pontjes te nemen naar het centrum. Overdag welteverstaan, niet ’s nachts. Dan gaan bijna alle pontjes uit de vaart.”
Aanvaringen
Vaarveiligheid. Dat voert Rijkswaterstaat als voornaamste argument op om geen brug te willen. “Ambtenaren dringen dat argument autoritair op, maar het is een drogreden,” stelt Kok. “Een pont is veel onveiliger dan een brug of tunnel. We praten over dwars kruisend pontverkeer, vroeg of laat zal dat tot aanvaringen leiden. Het is al een paar keer misgegaan, gelukkig zonder dat daarbij mensen ernstig gewond raakten. Maar het gaat een keer écht mis. Dat is slechts een kwestie van tijd.”
Om de impasse te doorbreken hebben de gemeente Amsterdam, Rijksoverheid en provincie Noord-Holland een onafhankelijke commissie in het leven geroepen, onder voorzitterschap van de Vlaamse stedenbouwkundige Alexander D’Hooghe. Hem is gevraagd met een advies te komen over vaste oeververbindingen over of onder het IJ. Voorjaar 2020 wordt zijn rapport verwacht.
Kok heeft er gemengde gevoelens bij. “Zo’n commissie heeft een risico in zich. Haar werk vindt grotendeels achter de schermen plaats. En de nautische lobby bewijst al anderhalve eeuw dat hij het spel achter de schermen goed weet te spelen. Voor Rijkswaterstaat is dit een kans om de brug definitief van tafel te krijgen.”
Niet achteroverleunen
Kok had daarom liever gezien dat de gemeente Amsterdam naar de bestuursrechter was gestapt in plaats van in te stemmen met een gezamenlijke commissie. “Ze had dan kunnen zeggen: ‘Rijk, provincie, als wij geen brug mogen bouwen in een gebied waar aan weerszijden van het IJ honderdduizenden mensen wonen en waar elke dag vijftigduizend fietsers en voetgangers afhankelijk zijn van een pontverbinding, dan is dat onbehoorlijk bestuur.’ Grote kans dat ze die rechtszaak had gewonnen. Dan hadden we nu de eerste heipaal voor de brug kunnen slaan.”
Ondertussen stelt het college van B&W zich volgens Kok in dit dossier afwachtend op. “Nu de commissie aan het werk is, is haar houding: ‘We mogen er niets over zeggen.’ In de tijd dat ze burgemeester is, heeft Femke Halsema de woorden ‘brug over het IJ’ niet één keer uitgesproken. Ik vermoed dat ze bang is voor dit dossier, het is één van de grootste pijnpunten tussen de gemeente Amsterdam en de Rijksoverheid.”
Kok raadt het college aan er wél over te blijven praten. “Het taboe moet eraf, dit is gewoon een groot probleem, blijf dat benoemen. Mobiliseer de publieke opinie, laat van je horen. Leun niet achterover tot de commissie met haar rapport komt. Dat doet de nautische lobby ook niet.”