Vanaf begin 2023 vaart er een pont tussen Sporenburg en de Sluisbuurt op Zeeburgereiland, voor de duur van zeven jaar. Met de komst van de pont wordt Zeeburgereiland beter verbonden met de rest van de stad en wordt het voor fietsers en voetgangers makkelijker om ‘over te steken’.
Ja, de pont komt er, daar is niets meer aan te veranderen, maar echt blij zijn Judith en Amos, bewoners van de J.F. van Hengelstraat, er niet mee. Aan de rand van het Tegelbergplein, de aanlandingsplek op Sporenburg, bekijken ze hoe de voorbereidingen vorderen. De werkers van de gemeente hebben zojuist het laatste extra zebrapad aangelegd. En ook de vijf verkeersdrempels liggen allemaal netjes op hun plek.
“Ik hoop dat er geen ongelukken gebeuren,” vertelt Judith. “Straks komen er allerlei verkeersstromen samen, en ik weet niet of dat goed gaat. Onze straat heeft veertig carports, met een uitrijrichting die haaks staat op de route van en naar de pont. Even verderop zijn er twee speelplekken voor kinderen en is er de 15 kilometerzone bij basisschool De Achthoek. Hoe gaat dat als er drie keer per uur een verkeersstroom voorbijkomt?”
Veel kortere route
Ondertussen klinken er op Zeeburgereiland, aan de andere kant van het water, heel andere geluiden. “Ik heb de petitie getekend dat er een pont moest komen,” vertelt een voorbijgangster die haar hond uitlaat. “Nu neem ik de Amsterdamsebrug naar de stad, maar als het regent of er staat veel wind, dan is dat niet fijn.” En Marilyn, net verhuisd van de Czaar Peterstraat naar Zeeburgereiland, kan niet wachten tot de pont er is. “Ik zal er veel gebruik van maken. Het is een veel kortere route naar de winkels van winkelcentrum Brazilië, zoals de visboer en Odin, winkels waar ik graag kom. En ook de winkels in de Czaar Peterstraat zijn dan te belopen. Hier op Zeeburgereiland is bijna niks. Ik hoop dat de pont ook na die zeven jaar blijft varen.”
Opgevoerde scooters
Judith en Amos maken zich ondertussen zorgen over e-bikes, fatbikes en opgevoerde scooters. Ze zijn bang dat die straks op volle snelheid door hun straat op Sporenburg zullen rijden. Amos: “De verkeersdrempels zijn er om hun snelheid af te remmen, maar voor een scooter is het een kleine moeite om keurig langs de drempels te rijden. Of hij gaat over de stoep.”
Beiden begrijpen dat Amsterdam een woningopgave heeft, en dat de stad beter ontsloten moet worden voor de bewoners van Zeeburgereiland en IJburg. Amos: “Maar onderzoek van de gemeente zelf heeft laten zien dat dit niet de beste route is.” Naar de alternatieve routes die door de bewoners werden aangedragen is nooit serieus gekeken, vervolgt hij.
Misschien zit dat ze nog wel het meeste dwars. “Onze suggestie om van de J.F. van Hengelstraat een fietsstraat te maken, een autoluwe straat met meer ruimte voor langzaam rijdend verkeer, is van tafel geveegd. Als de gemeente eenmaal op stoom is, dan vecht je tegen een proceduremachine die niet meer is te stoppen. Daar moet alles voor wijken. Zo hebben we dat beleefd.”
Enkele feiten over de pont tussen Sporenburg en Sluisbuurt
De pont gaat varen op werkdagen tussen 7.00 – 19.00 uur, met drie afvaarten per uur per zijde (= elke 20 minuten). De gemeente verwacht bij de start van de pont circa 1500 gebruikers per dag, oplopend tot circa 4000 gebruikers per dag aan het einde van de 7 jaar dienst. Gedurende die vaarperiode wordt het gebruik van de tijdelijke pontverbinding gemeten en het effect op verkeersveiligheid geëvalueerd. In de loop van die zeven jaar zal de gemeente bepalen of een definitieve pontverbinding nodig/gewenst is.
De andere kant van de stad
Wat weinig mensen beseffen is dat straks aan de oostkant van het Amsterdam-Rijnkanaal – Zeeburgereiland en IJburg – meer mensen wonen dan aan de andere kant ervan. Belangrijke voorzieningen aan de oostzijde, zoals een haven, een groot strand met meerdere paviljoens, winkels en een hogeschool, zullen veel bezoekers trekken. De pont zal net zo vaak naar het oostelijke deel van de stad genomen worden als andersom. Wat het centrum van de stad is, is aan verandering onderhevig. Dat is een idee om aan te wennen en om te omarmen.