Het is windkracht 6 als deze landrot de smalle loopplank naar het schip Johanna moet trotseren. Die beweegt een beetje. Eenmaal veilig binnen, de voeten stevig op de grond, vallen licht en ruimte op.
Dat waren dan ook uitgangspunten toen Evert Jan en Joyce besloten een schip te gaan bewonen. “Niet al onze kinderen waren meteen enthousiast. Ze dachten: daar is het toch klein en donker? Maar dat hoeft niet. We wilden een huis in een schip maken.”
Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Sowieso is er altijd werk te doen op een schip. “Toen we het kochten voer het nog. Dit is een varend vrachtschip, gemaakt op de sluisbreedte van De Kempen: 6,60 meter. Het past precies op deze waterkavel. We hebben het wel moeten inkorten, van 51 meter naar 41 meter. En we hebben eigenlijk het hele interieur eruit gesloopt, alleen de stalen romp bleef over.”
Toen begon het nadenken, het indelen, tekenen en afwegen. De scheepshut moest slaapkamer worden, dat stond vast. En ze wilden een waanzinnig grote keuken, een bibliotheek en een ruime hal. Die hal was vroeger het woongedeelte van de schippersfamilie. Achterin waren de twee slaapkamers, nu is daar de ouderslaapkamer gerealiseerd, een studio.
Een ander uitgangspunt was duurzaamheid. Evert Jan: “Dat is echt mijn ding. Het kan niet anders in deze tijd.” Er kwam dubbel glas, een isolerende schuimlaag en onder meer een warmtepomp. Een partij zonnepanelen staat al klaar, voor op het dek. Joyce: “Dan zijn we van april tot en met oktober zelfvoorzienend.”
Een steil trappetje brengt ons vervolgens in de stuurhut. Hier kijk je boven de andere woonschepen uit het IJmeer over, de woonwijk in en op de drukke vaargeul en de Oranjesluizen. Joyce: “Dit is onze chillplek. Hier ontbijten we, borrelen we of lezen we een boek.” Je loopt er ook het achterdek op, ons oog valt op de vroegere autokraan. “Het is nu een bootjeskraan.”
Achterstevoren de trap weer af, de hal door en nog een trappetje af, naar het vroegere vrachtruim. Daar bevinden zich de woonkeuken, de bibliotheek en een tv, en tegen de zitbank een kasje gemaakt door dochter Isis. Het plafond is hier iets verlaagd. “Dat geeft een intiem gevoel.”
Evert Jan: “Met een bevriende architect hebben we gekeken hoe we hier contact met buiten konden creëren.” Zo kwamen er patrijspoorten op ooghoogte – “je ziet de touwen van buurschepen en de vissen in het water” – en hoge dakramen, waardoor je de wolken voorbij ziet trekken. Hier is ook de patio met trap naar het dek, het zonneterras.
Hoewel ze op voorhand eigenlijk wel wisten hoe het worden moest, lieten ze zich toch gek maken door via Pinterest verzamelde plaatjes. Evert Jan: “Dat was nadoen zonder context.” Die eenmaal weggekieperd was het duidelijk: “Hout, beton en wit. Ruimtes verbind je door gebruik te maken van dezelfde materialen.” Zo ontstond een lichte, opgeruimde, Scandinavische sfeer. “Er staan wat vazen hier en daar, maar we zijn niet overdreven stylish.”
Vóór in het schip ten slotte, af te sluiten met schuivende panelen, is het leefgedeelte van de kinderen gecreëerd: drie slaapkamers, een grote gezamenlijke ruimte en boven op de badkamer een slaapplek voor vrienden en vriendinnen. Als het kraaiennest van een groot zeilschip, te bereiken via een ladder. Na tweeënhalf jaar op deze plek weet de familie: “Je leeft vrijer leeft op een schip. Je gaat de loopplank over en dan is het alsof je iets achterlaat op de wal.”
De vrijheid, de elementen, zó dicht op de natuur… heerlijk. Volgende maand gaan ze weer varen, het schip moet voor onderhoud naar de werf. “Alleen de twee katten vinden het niks als de motoren aangaan.”
Evert Jan, Joyce, Isis (17), Luna (15) en Roel (11)
Type woning: woonschip op IJburg
Woonoppervlak: 180 m2
Fijnste plek: de stuurhut
Binnenkijken bij een buur
In Oost is het veelzijdig wonen. Vinex-, volks- en waterbuurten lopen hier kriskras door elkaar. De mensen vinden dat nog leuk ook. Maar hoe wonen zij? In LEEF!laten we het zien.