Het is druk op Camping Zeeburg dit jaar. Met toeristen uit Spanje, Italië, Duitsland, Zweden, maar ook met minder voor de hand liggende gasten: planten die met de vakantiegangers zijn meegereisd.
Sipke Gonggrijp van stichting Floron doet sinds dit voorjaar onderzoek naar ‘campingadventieven’: planten die als zaad meereizen met tenten, caravans en campers naar ons land. In het radioprogramma Vroege Vogels vertelde hij onlangs* over de opmerkelijke soorten die hij aantrof op Camping Zeeburg. Het Zuid-Europese gras Poa infirma bijvoorbeeld, en Poa bulbosa, oftewel knolbeemdgras. Die soort komt normaal alleen langs de kust voor, en was nog maar eenmaal eerder in Amsterdam ontdekt.
“Ik zoek graag naar bijzondere planten”, vertelt Gonggrijp aan de Brug. “Campings vormen een goede niche. Die laten veel floristen links liggen. Natuurlijk: plantenkenners gaan ook op vakantie, maar zijn dan niet altijd aan het werk. Poa infirma ziet eruit als zielig, geelgekleurd straatgras – op het eerste oog niets bijzonders. Maar ik was erop bedacht omdat ik van Vlaamse floristen had gehoord dat zij de soort hadden aangetroffen op Belgische campings.”
Gonggrijp trok de afgelopen maanden langs vrijwel alle campings in de kuststreek, van Texel tot Cadzand. Sommige bijzondere soorten trof hij in groten getale aan. “Waarschijnlijk hebben die soorten zich hier tien, twintig jaar geleden al gevestigd, zonder dat iemand het doorhad. Het zijn in principe allemaal eenjarige planten, wat betekent dat ze alleen hoeven te ontkiemen, te bloeien en nieuwe zaden te verspreiden, zodat ze het volgende jaar weer opkomen. De bovengrondse delen overleven niet zo lang: die worden al snel geplet door tenten. Of de campingbeheerder gaat er met de grasmaaier overheen.”
Dat juist campings populair zijn onder plantensoorten, is volgens Gonggrijp niet gek. “Het ontbreekt aan concurrentie. Het terrein is relatief kaal en daardoor zien ‘exoten’ hun kans schoon om zich te vestigen.” Ook op parkeerplaatsen gedijen campingadventieven goed. “Veel soorten zijn zogeheten tredplanten: ze kunnen goed tegen druk en kunnen er daardoor beter tegen wekenlang onder een tentzeil of camperwiel verdrukt te zitten.”
Een van de bijzonderste soorten die Gonggrijp op Zeeburg aantrof is de kleine rupsklaver, een plant met gele bloempjes en stekelige vruchten. Op een Zeeuwse camping vond hij zelfs Medicago littoralis, een verwante soort die compleet nieuw is voor Nederland. “Je zou de Latijnse naam kunnen vertalen in strandrupsklaver, maar de Nederlandse naam kan alleen officieel worden bepaald door een team van Leidse floristen.” Ook rood herderstasje en de voor West-Nederland zeldzame grote leeuwenklauw groeien op Camping Zeeburg.
In de toekomst verwacht Gonggrijp nog meer nieuwe campingplanten te ontdekken. “Met de opwarming van het klimaat wordt het voor mediterrane soorten steeds makkelijker om zich hier te vestigen.”
Door Gemma Venhuizen
*https://vroegevogels.vara.nl/nieuws/strandrupsklaver-nieuwe-plantensoort
Foto’s plantjes: Sipke Gonggrijp