Het begon ooit in een oud badhuis, maar ondertussen is Brouwerij ’t IJ uit zijn jasje gegroeid. Om te kunnen voldoen aan de almaar groeiende vraag naar in Amsterdam gebrouwen bier heeft de brouwerij begin dit jaar een tweede vestiging geopend.
Er schijnt een schraal maarts zonnetje, maar toch zitten proeflokaal en terras van brouwerij ’t IJ aan de Funenkade op deze vrijdagmiddag al behoorlijk vol. Aan de houten tafels genieten gasten, zowel dagjesmensen als vaste klandizie, van een stevig IJ-biertje. Toeristen verzamelen zich voor de rondleidingen die elke vrijdagmiddag in het Engels en Nederlands worden gehouden. Medewerker Tim Hendriks drinkt zelf ook een biertje, terwijl hij vertelt over de ontstaansgeschiedenis van de oudste en grootste Amsterdamse speciaalbierbrouwerij. In 1985 is deze opgericht door Kaspar Peterson, ooit bassist van de Amsterdamse groep Drukwerk en tekstschrijver van liedjes als Je loog tegen mij en Hé Amsterdam. Na zijn muzikale carrière werd Peterson brouwer. Eerst thuis, als microbrouwer, maar al snel kocht hij het pand naast stellingmolen De Gooyer. “Dat was ooit een gemeentelijk badhuis, maar het stond al jaren leeg.”
Enkele jaren geleden verkocht Peterson de brouwerij aan de huidige eigenaren Bart en Patrick, al heeft hij niet helemaal afscheid genomen. De oud-muzikant woont in het huis pal boven het proeflokaal en als hij op een mooie voorjaarsdag zijn planten op het dakterras begiet, kan hij het hele terras overzien.
Schroten en maischen
Hendriks werkt sinds drie jaar bij de brouwerij. Hij begon achter de tap, maar regelt nu alle zaken rondom het brouwen, zoals de inkoop van mout, hop en gist, de algehele logistiek en de voorlichting. En zo nu en dan klimt hij op de heftruck om lekker vaatjes bier te verplaatsen.
Zoals alle medewerkers van brouwerij ’t IJ kan Hendriks alle finesses van het brouwersproces haarfijn uit de doeken doen. Bijvoorbeeld over het schroten, waarbij het mout (een gerstsoort) wordt gebroken en geplet. Het in de korrel aanwezige zetmeel lost daardoor beter op in het brouwwater. En over het maischen, waarbij het geschrote mout met warm water wordt gemengd. “De enzymen die daarbij vrijkomen breken het zetmeel af. Het mengsel dat daaruit voortkomt heet wort en bevat veel vrijgekomen suikers. Die worden later, tijdens de gisting, omgezet in alcohol.”
Het bier van ’t IJ is populair, zowel in Amsterdam als ver daarbuiten. De Zattes, Nattes en Struisbieren vallen niet aan te slepen. “Pasgeleden waren Bart en Patrick op werkbezoek in Chicago. Tot hun verbazing ontmoetten ze in de lokale Starbucks een man die een versleten T-shirt droeg van onze brouwerij.”
India Pale Ale
Het is slechts een voorbeeld. Voor de brouwerij is de populariteit, ook internationaal, uiteraard prettig, maar het succes heeft ook een keerzijde. “We moesten daardoor steeds vaker ‘nee’ verkopen tegen cafés en groothandels. We konden niet langer aan de vraag voldoen.”
Dus openden de brouwers 7 februari een tweede vestiging, op loopafstand van de brouwerij en het proeflokaal aan de Funenkade. “Burgemeester Van der Laan was bij de opening aanwezig. Hij hield een prachtig verhaal over de eeuwenoude relatie tussen Amsterdam en bieren. Denk maar aan de naam Brouwersgracht, dan weet je genoeg.”
Het mooie van de nieuwe brouwerij, vervolgt Hendriks, is dat de brouwers uit Oost eindelijk weer tijd hebben om nieuwe bieren te brouwen, in plaats van alleen maar productie te draaien. “Ter gelegenheid van onze opening hebben we bijvoorbeeld de Nr. 1 gebrouwen, een blond, fris biertje met niet te veel alcohol. En met de chef-kok van het Amsterdamse tweesterrenrestaurant Ciel Bleu werken we aan een speciale India Pale Ale. Dat is een biersoort die vooral in de Verenigde Staten populair is, maar ook in Nederland steeds bekender wordt.”
De zaken gaan dus goed, maar dat betekent niet dat de brouwerij haar werkwijze drastisch zal veranderen. “We zijn een proeflokaal, en elke dag van twee uur ’s middags tot acht uur ’s avonds open. Je kunt bij ons niet doorzakken tot diep in de nacht, dat willen we niet. Een café zullen we nooit worden.”
Molen De Gooyer
Het leidt nogal eens tot misverstanden, maar stellingmolen De Gooyer, die pal naast Brouwerij ’t IJ staat, behoort niet tot de brouwerij. “Maar we maken wel dankbaar gebruik van de molen,” vertelt Hendriks. “Het is een landmark waar veel toeristen op afkomen, en daar profiteren we graag van. De molen staat bijvoorbeeld in het logo van onze brouwerij.”
Lees ook:
Molen De Gooyer (22-06-2012)