Het Beukenplein, pareltje van Oost. Nog geen tien jaar geleden voor ruim zeven ton duurzaam opgeknapt tot een plein dat er volgens langsfietsende raadsleden fantastisch uitzag. Dat was toen. Nu is het Beukenplein niet duurzaam meer maar een klimaatdrama; het plein dat als eerste moet worden aangepakt om te voorkomen dat gebruikers door de hitte bevangen raken.
Tien jaar geleden had het toenmalige stadsdeelbestuur het beste voor met het Beukenplein. De aanpak van het plein werd aangegrepen om het tot een ‘duurzaam plein’ te maken. Dit betekende – op papier – dat “in alle fasen van de ontwikkeling van het plein, van ontwerp tot uitvoering en beheer” naar de mogelijkheden voor verduurzaming werd gekeken. In de praktijk leidde het tot heel veel duurzaam gebakken klinkers waardoor het Beukenplein nu tot de meest stenige pleinen van Oost behoort.
Ook nu heeft het stadsdeelbestuur weer het beste voor met het Beukenplein – en alle andere stenige pleinen in het stadsdeel. Volgens een net afgerond onderzoek dat onlangs in het postvakje van de stadsdeelcommissie belandde, zijn er 43 stenige pleinen in Oost en staat het Beukenplein met stip op 1 als plein waar het te heet kan worden, waar tijdens zware regenbuien bij veel panden het water naar binnen kan lopen en waar door hoog grondwater kelders onder water kunnen komen te staan. Tot de top van de risicovolle pleinen behoren verder het Ambonplein (Indische Buurt), het Krugerplein (Transvaalbuurt) en het Venetiëplein (KNSM-eiland).
Een van de zaken waar het Beukenplein, samen met nog een handvol andere pleinen, het slechtst op scoort is de hittestress. Op (zeer) warme dagen kan de (gevoels)temperatuur op het plein oplopen tot bijna 42 graden, zo geeft het onderzoek aan. Hieraan valt voor de gebruikers amper te ontkomen omdat ongeveer twee derde van het plein snoeiheet wordt. Oplossing: bomen planten en misschien wel ‘duurzame’ klinkers vervangen door waterpartijen. Maar een harde aanbeveling levert het onderzoek niet op, want “op het gebied van hittestress zijn nog geen specifieke normen en richtlijnen vastgelegd in Amsterdam”.
Wat ook nog ontbreekt is geld. Met het rapport in de hand kan het stadsdeelbestuur “gefundeerde keuzes” maken bij het bepalen van de volgorde waarin de pleinen moeten worden aangepakt “op het moment dat er budget beschikbaar komt vanuit het College”.