“Dit is allemaal Sluisbuurt, 140 meter hoog”, zegt stadsecoloog Martin Melchers. Hij kijkt naar het rietlandje. Links de dijk tussen het Noordzeekanaal, rechts een paar bouwsels van de landkrakers die er nog wonen. Nu is dit stuk Zeeburgereiland nog een rafelrandje, maar als het aan projectontwikkelaars en de gemeente ligt, staat hier over een paar jaar een van de toonbeelden van een ronkende economie van een bloeiend Amsterdam.
Niet dat Melchers daartegen is. Het is vast mooi wonen op twintig hoog met uitzicht over het hele IJ, denkt hij. Maar Melchers – coördinator van de monitoring van de ringslang in en rond Amsterdam in opdracht van stichting Ravon en verantwoordelijk voor het bewaken van de migratieroutes voor de slangen – vreest het definitieve einde van de ringslang in dit gebied als de plannen worden uitgevoerd zoals ze nu zijn ingetekend. De laatste ringslang is in 2004 voor het laatst op Zeeburgereiland gesignaleerd.
De gemeente is juist aan het proberen om de slang hier terug te krijgen, getuige de meer dan tien poelen die speciaal zijn aangelegd om de ringslang terug te lokken naar het eiland. “We zijn hier zijn tafel aan het dekken en het bed aan het opmaken.” Maar die moeite en de kosten van de aanleg zullen voor niets zijn als de plannen doorgaan, denkt Melchers.
De gemeente heeft de verplichting om de zogenoemde ecologische hoofdstructuur – stroken natuur die door heel Nederland lopen om dieren te laten migreren zonder hindernissen – te onderhouden. “Deze route loopt van Waterland via Amsterdam en Diemen naar ’t Gooi. Zeeburgereiland is een soort stapsteen. Het probleem is dat de ecologische hoofdstructuur zo sterk is als de zwakste schakel. Zit er ergens een obstakel, dan komen dieren als de ringslang er niet langs.”
Dat obstakel bestaat in dit geval uit een sloot die níet gegraven wordt, terwijl dat wel in de eerdere plannen staat. Die sloot is voor amfibieën als de ringslang de enige ontsnappingsroute aan de verstedelijking en verstening van het nu nog groene stukje Zeeburgereiland. Bovendien wordt het oude leefgebied van de slang, de basaltblokken aan de landkant van de dijk, nu begraven onder een laag zand: de bebouwing staat nu gepland tot boven op de dijk.
Melchers: “Zeg dan gewoon: ‘we torpederen de ecologische hoofdstructuur ten behoeve van de Amsterdammer die wil wonen’. Ga dan op de Blekertour met een plaat beton voor je kop.” Halve maatregelen, of in dit geval een half slootje, hebben net zo weinig zin, vindt Melchers. Die sloot moet dus terug, vindt hij. “Dit is het stadium waarin je nog bij kan sturen.”
Maar de gemeente lijkt dat vooralsnog niet van plan te zijn. Per mail reageert een woordvoerder: “Het plan voor de Sluisbuurt is gezien de woningbouwopgave van Amsterdam veranderd. In plaats van ruim 2.000 woningen is de ambitie van de gemeente om 5.500 te realiseren.”
Volgens de gemeente blijft er nog genoeg ruimte over en kan de ringslang best zonder sloot van A naar B. “De insteek is om de dijk aan de westzijde van Zeeburgereiland zo in te richten dat soorten op diverse plekken kunnen leven zonder dat ze last hebben van de nieuwe bewoners van de Sluisbuurt.”