Nieuws

Ben Waalwijks laatste lente in Amsterdam 

Componist, pianist en kunstenaar Ben Waalwijk (67) was extrovert, goudeerlijk, intens, ondernemend en overenthousiast. Na één ontmoeting kende je hem voor altijd. Woensdag 1 mei overleed hij ’s middags in het Vondelpark aan een hartaanval. Ben had een boek over zijn beste vriend Wally Tax (1948-2005) bij zich. Op 5 juli zou hij voor hem in Paradiso een muzikaal eerbetoon organiseren. Beide muzikanten woonden en werkten decennialang in Oost. 

Ben groeide op in Zwanenburg en gaf als tiener al concerten. Hij had een sterke band met zijn oudere broer, kunstenaar en taalvirtuoos Aja Waalwijk. Zijn latere en negen jaar oudere vriend Wally Tax, frontman van de eind jaren ’60 internationaal bekende nederbeatband The Outsiders, kende hij toen alleen van Toppop. “Nummers als Lying all the TimeKeep on trying en I Love Her Still waren voorbeelden voor mij. Wally was een popidool met lang haar. Dat wilde ik ook. Daarom had ik enorme strijd met mijn ouders.” Op zijn zestiende kwam Ben voor het eerst in aanraking met Wally, eigenlijk zijn manager. “Ik was net van de mavo af en had met jeugdvrienden een band opgericht die we Taxfree noemden. Bleek dat Wally in de VS een band met dezelfde naam was begonnen. Onze visitekaartjes waren net klaar en zijn manager wilde dat we de bandnaam veranderden.”

Na een opleiding aan de filmacademie studeerde Ben in 1982 af met de documentaire Liegen om de Waarheid, die een in Almere gestrande zigeunerfamilie volgt. Omdat hij geen subsidie voor een nieuw filmproject kreeg, richtte hij zich – deels uit teleurstelling – op de muziek. “Dat zette meer zoden aan de dijk. Ik was slagwerker en pianist, had zo alle mogelijkheden.” 
Op de achtergrond bleef Ben zich bezighouden met film. Voor de Amsterdamse Inlichtingen Dienst bekeek hij in 1997 het archief van de filmacademie. Het door hem geselecteerde werk besprak hij in het door stadszender Salto uitgezonden programma Blik in het Duister

Begin jaren ’80 stelde een gemeenschappelijke kennis Ben, Aja en Wally Tax aan elkaar voor. Meteen ontstond een hechte vriendschap en langdurige samenwerking. “Ik schreef toen vooral Nederlandstalige nummers. Wally vond dat interessant en zag me als een goeie jongen met muzikaal talent en effectieve bezetenheid.” Door relatieperikelen met zijn vriendin, schrijfster Laurie Langenbach (1947-1984), trok Wally in bij Ben. Een paar jaar deelden ze een etage in de Oosterparkbuurt. Bens huwelijk bleek niet bestand tegen het artiestenleven. Hij verliet het huis. Wally verhuisde naar de Weesperzijdestrook.

Tien jaar lang speelden de vrienden overal in het land. Het meeste plezier beleefden ze aan spontane optredens tijdens kroegbezoeken. Wally zong en speelde gitaar, Ben was pianist. Tijdens hun deelname aan Back to the 60’s, halverwege de jaren ’80, stonden ze in Den Bosch, Groningen, Leeuwarden en Middelburg voor duizenden mensen in stampvolle zalen. “Soms was Wally nerveus voor een optreden. Hij vond het moeilijk bekend te zijn. Voor mij gold dat minder omdat ik zelden werd herkend. Toen ik een album met klassieke pianomuziek opnam, begreep ik zijn zenuwen. Als je pop speelt, kom je weg met een foutje. Bij klassieke muziek kan dat fataal zijn. Hij was net als ik een perfectionist.”

De fotoalbums met kranten- en tijdschriftenartikelen die Ben zorgvuldig samenstelde, documenteren de tijd dat ze werden rondgereden in een limousine en ook over de grens bekend waren. “Dat ik de fotoalbums nauwkeurig bijhield, is een erfenis van mijn vader. Hij was archivaris bij de Nederlandse Bank. Als geheugen heb ik ze niet nodig, ik zie elke situatie zo weer voor me. We waren dag en nacht bezig met muziek en repeteerden van 9 uur ’s ochtends tot 2 uur ’s middags. Ook als we waren doorgezakt. In dat opzicht hadden we discipline. Ik ben nu ouder, maar heb dat principe nog steeds.”

Eind jaren ’80 verscheen het duo twee keer in Goud van Oud op Radio Veronica en had daar eenmalig een reünie met The Outsiders. Ben keek er met gemengde gevoelens op terug. “Ons was hulp beloofd die we nooit hebben gekregen. Er waren meer optredens toegezegd. Wally werd ondergewaardeerd en verdiende veel beter.” 

Het door critici hoog geprezen Springtime In Amsterdam (1989) werd uitgebracht als Wally Tax & The Music. In werkelijkheid is het een album dat Tax met Ben maakte. De twee staan samen op de hoes van de kroon op hun werk. Deze lp is hun laatste grote project. Begin jaren ’90 stopte de samenwerking. “Waarom dat was, vind ik niet relevant. De kanten van Wally die hem parten speelden, zijn algemeen bekend. Belangrijker is dat we goede vrienden bleven en hij erachter stond dat ik mijn eigen weg ging. Hij zei altijd dat niemand ons kon afnemen wat we hadden gedaan.” Na het overlijden van Wally in 2005 bleven de eindeloze herinneringen aan zijn vriend springlevend bij Ben. Tot zijn dood maakte hij plannen om hun oude, onuitgewerkte composities nieuw leven in te blazen en miste hij zijn oude hartsvriend.

In 1999 presenteerde Ben samen met kunstenaar Rob Schrama zijn plannen voor Eurowood, opgehoogd land in het IJsselmeer met de vorm van Europa. Het gebied dat twee keer de oppervlakte van Amsterdam zou krijgen, was bedoeld om de natuur in Flevoland te bevorderen. Het toekomstige, nooit gerealiseerde gebied was in gevaar toen Rijkswaterstaat ter hoogte van IJburg een gat wilde graven waarin het slib van Noord-Holland zou worden afgevoerd. Om dit gat alvast te dichten, gooiden Ben en Schrama zand in het IJsselmeer dat ooit, tijdens het kabinet-Den Uyl, bij kunstenaarsdorp Ruigoord werd gestort. 

Minstens 30 jaar was Ben bandleider bij het elk jaar op 28 december in Paradiso gevierde balonnenfeest. Ook trad hij op als mentor van de muzikale talenten met wie hij werkte. Regelmatig verzorgde hij tijdens Landjuweel optredens in Ruigoord, dat net als voor Aja, zijn tweede, misschien wel eerste huis was.

Lente met Ben
Met tekstbijdragen en het leggen van contacten droeg ik bescheiden bij aan vier van Bens ontelbare projecten. Behalve de muzikale ode-avond in Paradiso, maakte hij zich sterk voor een expositie over, en een standbeeld van Wally Tax. Ook was hij betrokken bij de lancering van twee nieuwe lp’s met nooit eerder uitgebracht werk van wijlen zijn muzikale vriend.

Begin dit jaar zagen Ben en ik elkaar voor het eerst. In zijn benedenwoning aan de Wilhelminastraat bespraken we de geplande ode aan Wally Tax in Paradiso. Het interieur van zijn huis kwam overeen met zijn persoon. Artistiek, chaotisch, kleurrijk, sfeervol, warm en ook wispelturig. Onze karakters, soms grillig, lastig en nukkig, verdroegen elkaar goed. Dat Ben druk was en veel praatte, herken ik van mezelf. Zo doe ik ook als ik mijn punt wil maken en bang ben iets te vergeten. Ben deelde die angst. 

Een week later nodigde hij me uit langs te komen. Bedoeling was hem te interviewen. Het werd een vriendschappelijk gesprek tussen twee mannen die, elk met een blikje bier in de hand, liefdevol over hun kinderen praatten en zonder het tegen elkaar te zeggen verkleumden van de kou tot Ben opstond en constateerde dat hij de tuindeuren was vergeten te sluiten. Stomverbaasd vroeg hij mij waarom ik eerder niets zei. Waarschijnlijk was dat uit beleefdheid, ons amicale contact had nog een verkennende fase. Hij schonk me een cd uit 2004, de Tuin van Toen. Uit de muziek blijkt hoe divers zijn spel en teksten zijn. Het viel me op dat zijn stem was veranderd. Met Pasen verraste hij mij met een humoristisch bericht. Zalig Dwaasfeest. Wij lopen dit jaar niet meer op eieren, vriend. 

Onze derde ontmoeting misten we elkaar. Ben kwam in de middag naar mij en vergat zijn telefoon. Zonder dat te weten, stond mijn deurbel op zacht. We konden er achteraf beiden om lachen en spraken opnieuw af. Om een nieuw misverstand te voorkomen, mailde hij de middag voor zijn tweede komst naar Oost: Morgen om 15.00. Graag koud bier, anders kom ik toch. Het bier lag de bij de vorige afspraak al voor hem in de koelkast en was inmiddels ijskoud.
Tijdens zijn bezoek bewonderde hij de fijnschilderkunst van wijlen een vriend die weer goed bevriend was met een overleden vriend van hem. Beiden woonden vroeger in dezelfde flat tegenover de Hortus. Gaandeweg bleek dat we meer gemeenschappelijke kennissen en vrienden hebben. Dat onze paden nooit eerder kruisten, was waarschijnlijk omdat Ben zich senang voelde op het podium en ik vanachter mijn pc naar de buitenwereld communiceer. In dat verschil zagen we mogelijkheden. Voorgrond en achterhoede, we zouden niet in elkaars vaarwater zitten. Ben wilde op korte termijn met mij naar Ruigoord. Ik liet hem luisteren naar een jonge, talentvolle band waarin de dochter van een kennis de leadzanger is. Ben analyseerde de tonen tot op de seconde, stelde voor om mee te gaan naar hun repetities, zag talent dat hij wilde coachen. Hoe ver hij daarmee kwam, is Springtime in Amsterdam het overtuigende bewijs van.

We bezochten een atelier in Noord om te praten over het door hem zo gewenste beeld van Wally Tax. Ben bewandelde hierin meerdere paden tegelijk. Als iets afviel, was er meteen een ander plan. Bovenal wist hij wat hij wilde. Bij een optreden gaf Ben alles, tijdens het voorbereidend werk ook. Hij zat die middag voor het eerst in een Canta, vond dat zo leuk dat ie er misschien zelf een wilde. Ik remde hem af, weet welke ellende mijn voertuig kan geven. In het atelier kwam Ben oud bekenden tegen die hij vervoerde in de tijd dat hij voor een zorginstelling reed. “Misschien ben ik op dit werk wel het meest trots. Ergens zegt het mij meer dan de muziek. Ik hielp de mensen die ik vervoerde, gaf zin aan hun bestaan.”

Terug aan de zuidkant van ’t IJ wilde hij naar een café in de binnenstad en nodigde mij uit. Vanwege de Canta die ik naar huis moest rijden, vreesde ik een te gezellige afloop en zette hem af. We zouden snel contact hebben. De biertjes die overbleven na Bens bezoek aan mij liggen nog steeds in de koelkast. 

Extra wrang aan het droeve overlijden van Ben is dat hij de door hem georganiseerde ode aan zijn goede vriend Wally niet meer meemaakt. Ben, Ed en Oscar werkten er met volle overtuiging aan. Ik was blij ze te helpen. Dat Ben tijdens zijn laatste lente in Amsterdam op de Dag van de Arbeid overleed, is op ongelukkige wijze toepasselijk. Ben was een keiharde werker. De ode aan zijn vriend Wally, verdient hij nu ook. Vast staat dat Wally bij leven op Bens uitvaart Springtime in Amsterdam zou hebben gezongen.