Handhavers die boetes uitschrijven voor verstoring van de openbare ruime – zoals wildplassen en huisvuil dumpen – kosten nu meer dan de boetes opleveren. De gemeente beraadt zich.
Elke dag krijgen vier bewoners of bezoekers van Oost een boete voor het dumpen van huisvuil op straat, openbare dronkenschap of urineren tegen een gevel. Dat zijn twee boetes te weinig, want de gemeente komt geld te kort. Dat tekort is zo groot dat de gemeentelijke handhavers zichzelf amper terugverdienen. Alleen door meer boetes uit te schrijven is dit tekort te dekken.
De gemeenteraad heeft zich in januari over deze zaak gebogen. Op tafel lag een onderzoek naar de werking van het boetestelstel (officieel ‘bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte’, oftewel bboor). De uitkomst van dat onderzoek is kraakhelder. Het boetestelsel werkt niet en zeker niet zoals het twee jaar geleden in het leven werd geroepen. In plaats van een verwachte ‘winst’ van bijna 1 miljoen euro blijft de opbrengst steken op een schamele drie ton. In 2017 was er – na aftrek van kosten – zelfs sprake van een ton verlies.
Ondanks alle inspanningen van de bekeuringen-uitschrijvers wordt er ook voor 2018 en 2019 een tekort van tonnen voorspeld. En dus moet de ‘productie’ omhoog. Voor Oost betekent dat er dagelijks twee mensen extra een boete aan hun broek zouden moeten krijgen. De opstellers van het onderzoek vragen zich af of deze extra bonnenschrijverij wel haalbaar is, al was het maar omdat de handhavers zich ongemakkelijk voelen onder zo’n productiedwang. Net als de coalitiepartijen in de gemeenteraad. Maar de oproep van burgemeester Halsema om zelf met voorstellen te komen om het tekort van vele tonnen te dekken hebben zij onbeantwoord gelaten.
Dus zullen er meer boetes uitgedeeld moeten worden. De vraag is niet alleen of dit gaat lukken, maar ook of dit zal helpen om vervuiling en verloedering tegen te gaan. Het onderzoek geeft geen antwoord op deze vraag. Het lijkt erop dat het boetestelsel vooral een werkgelegenheidsproject voor handhavers is, zonder dat de straat er schoner van wordt. Zo vinden inwoners van Oost – met uitzondering van bewoners rond de Dappermarkt – hun straat eerder vuiler dan schoner vergeleken met een paar jaar geleden.
Een ander signaal hiervoor is de explosieve stijging van het aantal ‘meldingen openbare ruimte’ in de stad. Dit aantal is, ondanks het boetestelsel, in een paar jaar tijd opgelopen tot rond de vijfhonderd per dag (voor heel Amsterdam), en heel veel van die meldingen hebben betrekking op afval. Naar schatting vijftig tot zestig van de meldingen komen uit Oost. Het uitschrijven van twee extra boetes per dag zal niet veel uithalen: de klachtenberg neemt daardoor nauwelijks af, de tekorten blijven bestaan en de straat wordt er niet schoner van.