In januari werd in Amsterdam de Huisvestingsverordening 2020 van kracht, waarin de vakantieverhuur wordt ingeperkt en Bed and Breakfasts (B&B’s) volgens een quotum aan een vergunningensysteem moeten voldoen. Doel van het beleid is overlast van toeristen verminderen en meer ruimte creëren op de woningmarkt.
In Oost zijn 370 vergunningen voor B&B’s beschikbaar. Houders die in maart worden ingeloot, kunnen een vergunning aanvragen (kosten 339,50 euro) die bestaansrecht geeft voor acht jaar. Daarna moet opnieuw worden geloot. Tim Klein Haneveld, voorzitter van B&B-belangenbehartiger Amsterdam Gastvrij, vindt het een te zware maatregel. “Nu wordt het beeld geschetst dat iedereen een B&B heeft of wil beginnen, maar B&B’s en vakantieverhuur maken slechts ongeveer twaalf procent van de hele toeristische sector uit.” Volgens hem zal het nieuwe beleid woningnood nauwelijks tegengaan. “Er komt niet ineens een huis vrij als de houder moet stoppen, aangezien hij dan in principe gewoon in zijn eigen woning blijft wonen.”
Op de vraag aan de woordvoerder van wethouder Wonen Laurens Ivens of het quotum woningnood en overlast tegengaat, stelt die: “Een woning is om in te wonen. Amsterdam maakt het echter mogelijk om een B&B te hebben in een woning, mits die aan een aantal voorwaarden voldoet.” Hij benadrukt: “Een vergunning is niet te koop! Er moet worden voldaan aan voorwaarden om een woning voor andere doelen te gebruiken dan voor bewoning. Aanvragers van een B&B-vergunning moeten betalen voor de kosten die hiervoor gemaakt worden. Net zoals bij vrijwel alle andere vergunningen.”
Ulrike heeft sinds zes jaar een B&B in de Indische Buurt. Ze vindt het jammer dat het platform Airbnb de afgelopen jaren in een kwaad daglicht is komen te staan. “Ik weet dat er investeerders zijn geweest die huizen speciaal voor de vakantieverhuur opkochten, maar het merendeel van de verhuurders heeft zuivere motieven.” Door de handige manier van communiceren via Airbnb kan ze vooraf juist een strenge selectie maken wie ze toelaat in haar huis. “Daardoor heb ik over het algemeen goede ervaringen met mijn gasten, en is er geen overlast voor de buren. En stel dat iemand een keer een deur net wat te hard dichtslaat, dan zeg ik daar uiteraard wat van.”
Vergunninghouders moeten aan enkele nieuwe regels voldoen. Eerder mocht al maximaal veertig procent van de woning worden verhuurd, nu mogen gedeelde ruimtes nog maar voor vijftig procent worden meegeteld en mag maximaal 61 vierkante meter worden verhuurd. Dit leidt soms tot verwarring. Telt een woonkamer waar een gast doorheen loopt mee als gedeelde ruimte of als privéruimte, vraagt Klein Haneveld zich af. “Ook is het niet duidelijk hoe de gemeente een eventuele verbouwing gaat controleren, is er geen afmeldplicht en is niet bekend of houders een overgangsperiode hebben wanneer ze over acht jaar geen nieuwe vergunning hebben gekregen.” De woordvoerder: “Bij de aanvraag moet je een plattegrond aanleveren. B&B’s die al langer bestaan en die de vergunning vóór 1 januari 2019 hebben aangevraagd krijgen zes jaar de tijd om de B&B aan de eisen aan te passen.”
Voor Ulrike is haar Bed and Breakfast een deel van haar inkomen, maar ze heeft er vertrouwen in dat ze wordt ingeloot. “Een B&B is zeker niet voor iedereen. Je hebt regelmatig gasten in huis en je moet een hoop schoonmaken en wassen. Maar ik ontmoet veel nieuwe mensen en vind het leuk om mooie plekken in Oost met anderen te delen. Ik schoot eerst behoorlijk in de stress van het nieuws, maar nu denk ik: het komt vast goed.”
Door Claudia Pietryga-Spuij