“We hebben Russen, Amerikanen, Denen en mensen uit Zwitserland. Nog wat au pairs uit Korea, China en Duitsland.”
“In mijn straat?”
“Ja hoor, met gemak en dan sla ik er vast nog wat over.”
“Maar wat is je oplossing nou?”
“Jij laat expatters in je huis en dan hoef je niet te verkopen…”
Verbluft keek ze naar hem. “En waar moet ik dan slapen?”
“Bij mij.” Frank keek helemaal blij.
“Is dat je oplossing voor al die huizen die niet verkopen? Komen die allemaal bij jou slapen.”
“Dat is onaardig.”
“Vind je?”
“Ja.”
“Nou, ik vind het geen goed idee.”
“Waarom niet, na een jaar kun je er zelf weer in.”
“En dan ligt er zeker een jaar lang een dikke Rus in mijn bed.”
“Waarom nou weer een dikke… Er zijn ook slanke Russen.”
“Oh ja?”
“Vast wel.”
“Zie jij ons samenwonen?” Ze sprak het woord samenwonen uit alsof het een geslachtsziekte was.
“Waarom niet.”
“Nou Turkije …”
“We moeten gewoon nog een beetje aan elkaar wennen.” Hij knipoogde naar haar. Hij stond op om zijn jas te pakken en zei: “En jij hebt je vorige relatie nog niet helemaal verwerkt. Geef jezelf wat tijd.”
Wat moest het heerlijk zijn om zo’n enorm (te koop)-bord voor je kop te hebben. Toch hadden zijn woorden ook wel een geruststellende uitwerking op haar. Ze kon ook een tijdje op zijn manier gaan leven, kijken wat er van kwam. Tot nu toe had ze nog niet zoveel van haar leven gebakken. Geen werk, een te duur en onverkoopbaar huis dat niet alleen op haar naam stond, geen kind, een moeder die met haar naar Texel ging en haar iedere week belde.
“We doen het.” Ze vloog hem om de hals.
“Je hoeft niet meteen te beslissen.” Hij lachte, waarom kuste hij haar nu niet? Had hij zich bedacht? Hij zei dat hij wat lijntjes uit zou zetten, kijken hoe snel een zak buitenlands geld de straat binnen kon rijden. Hij zette zijn makelaarstoontje op: “Er moet nog wel wat gebeuren voordat we hier iemand kunnen ontvangen.” Ze voelde zich kattig worden. “Wat bedoel je?”
“Je moet dit zakelijk oppakken liefje, ik kijk hier nu even met heel andere ogen rond, dat begrijp je toch?” Ze gaf niet echt antwoord. Hij wees een lamp aan die weg moest en het was jammer dat ze destijds van die lichte gordijnen had gekozen. “Daar houden Russen niet van.”
“Hoezo weet jij ineens alles van de gemiddelde Rus?”
Josine Marbus