Nieuws

Ruim de rommel op: bewonerspanel komt met suggesties om ‘spanningen tussen oude en nieuwe bewoners te verkleinen’

Bewoners van Oost zijn eigenwijs. Krijgen ze van de stadsdeelcommissie de vraag hoe ze de onderlinge verbinding kunnen versterken, geven ze als antwoord: ruim eerst de rommel op straat maar eens op. “We hadden van tevoren ook niet voorzien dat dit eruit zou komen,” aldus een commissielid.

Eind november vorig jaar kwamen tweehonderd uitgelote bewoners bijeen om te spreken over binding met de buurt en met de buren. Het was de eerste keer dat zo’n stadsdeelpanel in Oost werd gehouden. Het panel, ingesteld door de stadsdeelcommissie, zou met voorstellen moeten komen om “spanningen tussen oude en nieuwe bewoners te verminderen en eenzaamheid te verkleinen”. Na een hele dag luisteren en praten kwamen de bewoners met een serie suggesties. Begin december stemden zij om te bepalen welke van de eigen voorstellen de beste waren. De uitkomst per buurt verschilde wel, maar in drie van de vier buurten (uitzondering is Watergraafsmeer) werd door bewoners een veilige en schone buurt gekozen als een van de belangrijkste punten.

Er was ook een tweede onderwerp dat hoog scoorde bij de bewoners. Zoals de stadsdeelcommissie het formuleerde in een advies aan zichzelf dat half februari is besproken: “Over alle vier de gebieden heen (is) een terugkerend punt van aandacht dat bewoners graag een goed vindbaar, helder en recent overzicht willen van initiatieven en activiteiten in het stadsdeel, gebied en buurt.” Oplossing van de commissie: de bewoners beter informeren via “een app, nieuwsbrief, website of platform” en “posters, stickers, buurtkranten, plakborden of informatiedagen”.

De enige partij die zich niet achter dit advies schaarde was de VVD, die bij monde van Frans van Vliet zei dat deze wens van de deelnemers aan het stadsdeelpanel wellicht voortkomt uit onwetendheid. Ter voorbereiding op hun deelname aan het panel hadden zij zich niet verdiept in de informatie die al voorhanden is. “Misschien moeten de mensen zelf eens gaan kijken wat er allemaal al is,” aldus Van Vliet.

Zo gezegd zo gedaan. Een uurtje digitaal speuren leidt tot de constatering dat er heel veel plekken in Oost zijn waar heel veel wordt gedaan. Zoveel dat bewoners van Oost eerder de kans lopen uitgeput te raken van alle mogelijkheden tot ontmoeten dan dat ze vereenzamen door gebrek aan contactmogelijkheden. Eén voorbeeld. Een bewoner van Oost die op maandagochtend anderen wil ontmoeten kan op zeven verschillende plekken terecht voor een “vrije inloop”, doorgaans ook met een kop koffie erbij. Geen zin in klessebessen met koffie? Dan is er op de maandagochtend ook nog op andere plekken een ruilwinkel, een breiclub, computerhulp (op twee plekken), gymnastiek (65+), taalles, informatie over taalles, fietsles, kledingreparatie, een goedkope kapper – maar dat laatste wel slechts een keer per maand.

Dit neemt niet weg dat de stadsdeelcommissie het informatiegebrek bij de paneldeelnemers serieus neemt en €40.000 uittrekt voor “een betere informatievoorziening over activiteiten en faciliteiten in stadsdeel Oost”. Dit geld moet onder andere worden besteed aan onderzoek naar behoeften van bewoners, het opzetten van een “centrale informatiepagina” en betere samenwerking bij communicatie tussen alle betroken partijen.

Daarnaast komt voor elke buurt van Oost ook nog €40.000 beschikbaar. In Oud-Oost gaat dit geld naar “diversiteit behouden”, in Watergraafsmeer naar het “doorontwikkelen” van bestaande ontmoetingsplekken, op IJburg/Zeeburgereiland naar het stimuleren van “ontmoeting door kunst en cultuur” en in de Indische Buurt/Oostelijk Havengebied naar “communicatie-initiatieven” en “de buurt schoonhouden”.