Honderden belangstellenden trotseerden zaterdag de regen om in het Oosterpark de officiële herdenking van het slavernijverleden bij te wonen. Nederland schafte de slavernij in 1873 af, nu 150 jaar geleden. Hoogtepunt was de eerste toespraak van Koning Willem-Alexander tijdens de jaarlijkse ceremonie op 1 juli: “Op 19 december vorig jaar heeft de minister-president namens de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het feit dat mensen in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld. Vandaag sta ik hier voor u. Als uw Koning en als deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd.”
Misschien omdat de koning zijn excuses vooraf niet inleidde, leken die niet meteen te worden begrepen en bleef het even stil onder de aanwezigen. Daarna klonk gejuich. Voor de koning hadden zijn woorden een persoonlijke dimensie. “Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen. Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten.”
De excuses van Koning Willem-Alexander zijn historisch. Wereldwijd is hij het eerste staatshoofd dat zich verontschuldigt voor de slavernij. De vorst vindt dat alleen niet genoeg. “Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij. Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.” Opvallend is dat Willem-Alexander ook sprak over ‘de vele Nederlanders die een binding hebben met Indonesië en die de pijn van grof onrecht in het verleden met zich meetorsen.’ Voorafgaand aan de herdenking was er kritiek omdat bij de herdenking geen vlaggen zouden worden gehesen die refereren aan de Oostelijke koloniën, waardoor er geen aandacht is voor het afschaffen van de slavernij in dit voormalige overzees gebied.
Nederlanders zijn verdeeld over hoe om te gaan met het slavernijverleden. Zo’n 4 op de 10 mensen vindt het boetekleed aantrekken een goede zaak, een kleine meerderheid (46 procent) is tegen. Voor het kabinet was deze verdeeldheid lang een struikelblok om excuses te maken. Daarbij wilde premier Rutte de koning, symbool van de eenheid van het land, niet in het politieke debat betrekken.
De koning beseft dat er Nederlanders zijn die het overdreven vinden om zo lang na de afschaffing van de slavernij nog excuses aan te bieden. “Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.” Het staatshoofd hoopt op een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen en sloot af met de woorden ‘Den keti koti, fu tru!’, ‘de ketenen zijn verbroken, echt waar!
De reacties van aanwezigen waren doorgaans positief. “De koning heeft goed nagedacht over zijn toespraak en komt oprecht over. Dat geeft een gevoel van erkenning.” Theatermaker en regisseur John Leerdam is ook tevreden, al denkt hij dat voor sommige mensen nog steeds niet genoeg gebeurt. “Mogelijk vinden zij wat vandaag gebeurt franje.” Zelf vindt Leerdam het tijd om boven het verleden te gaan staan en naar de toekomst te kijken. Een omstander is dat deels met hem eens. “Dat had al eerder moeten gebeuren, maar zonder excuses was dat voor veel nazaten van slachtoffers van de slavernij niet mogelijk. Door de toespraak van de koning heeft deze herdenking eindelijk inhoud gekregen. Naar mijn idee leek Keti Koti afgelopen jaren te veel op een feestelijk evenement waarbij nog amper werd stil gestaan bij de aanleiding.”
Vanwege de aanwezigheid van de koning waren de festiviteiten na de herdenking naar het Museumplein verplaatst, maar met parades was het wel feest op de Dappermarkt. Op het Dapperplein waren theatervoorstellingen en werden gratis heri heri (heilig) maaltijden uitgedeeld. De vrouwen die het eten bereidden zijn verbaasd over de hoge opkomst. “Het was ontzettend druk, om twee uur ’s middags waren we al bijna door alle maaltijden heen. De reacties waren leuk. Sommige mensen hadden geen idee wat bakkeljauw of cassave is, maar vinden het nu verrukkelijk. Voor mij is Keti Koti een dag van verbinding en daar is dit een voorbeeld van.”
Terwijl Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima het Oosterpark verlieten stopte het met regenen. Terwijl ze naar de auto werden begeleid schudden ze handen met omstanders, bleven even staan voor een praatje. Door hun komst naar het Slavernijmonument is Keti Koti een nieuw tijdperk ingegaan.