In Amsteldorp helpt de vrijwilligersgroep Groene Vingers buurtbewoners die zelf hun tuin niet kunnen onderhouden. In totaal verzorgen ze honderd tuinen per jaar.
Seema zit op een laag krukje en Hans – met ontbloot bovenlijf – op een witte, plastic stoel in de achtertuin van een bewoner in de Dulongstraat in Amsteldorp. Seema snijdt met een mesje het onkruid tussen de stoeptegels weg. Ook Hans trekt heermoes uit. Achter het terras begint een tuin die zichtbaar wat aandacht kan gebruiken.
Elke woensdagochtend werken in Amsteldorp twaalf vrijwilligers in tuinen van buurtbewoners die dat zelf niet (meer) goed kunnen, en het geld niet hebben om een hovenier in te schakelen. In 2008 werd dit project opgestart, nadat een paar actieve bewoners hadden gezien dat sommige mensen wel wat tuinhulp konden gebruiken. Zo ontstond Groene Vingers.
Maggie van Wouwe (72) is al meer dan tien jaar coördinator. “Toen Groene Vingers werd opgericht kreeg ik een flyer in de bus,” vertelt Maggie. “Ik ben psycholoog en met mijn handen werken leek me wel wat. Ik ben dol op tuinieren, echt een buitenmens.” Ze geeft me een rondleiding door de opkuiltuin aan de Dulongstraat, en wijst op bloeiende irissen, koekoeksbloem, korenbloem en lievevrouwebedstro.
In twee andere tuinen in de buurt zijn op dit moment ook vrijwilligers aan het werk. Elk jaar onderhouden de Groene Vinger-vrijwilligers op zo’n zestig adressen maar liefst honderd tuinen (voor en achter). Ze komen drie keer per jaar langs: in de lente, zomer en herfst.
De vrijwilligers krijgen voor een dagdeel werken een vergoeding van 15 euro, gesubsidieerd door Ymere en Rochdale. Maggie: “De woningbouwcoöperaties hebben er belang bij dat de tuinen er netjes bij liggen.” Maggie vindt het leuk dat de groep vrijwilligers divers is: van een middelbare scholier tot iemand uit Roemenië die graag Nederlands wil leren.
In de opkuiltuin aan Dulongstraat 49 worden planten verzameld die mensen kwijt willen, omdat ze die niet mooi vinden of omdat zich te veel verspreiden. Deze planten worden overgeplaatst naar andere tuinen. “Soms gebeurt het dat een tuin helemaal leeg wordt gehaald. Dan heb je daarna planten nodig,” verklaart Maggie. Bij Groene Vingers is de klant de baas. “Veel mensen zeggen: doe maar wat, maar je hebt er ook die vroeger zelf getuinierd hebben en heel duidelijke wensen hebben. Soms heeft de overleden echtgenoot altijd de tuin bijgehouden. Tijdens het koffiedrinken krijgen we dat soort verhalen te horen.”
Seema en Hans gaan gestaag door met heermoes uittrekken. Hans werkt al twee jaar als vrijwilliger, Seema sinds drie weken. Seema leerde al veel over tuinieren en ze leerde de Nederlandse benamingen voor gereedschappen. Hans houdt het meest van snoeien met een snoeischaar, vertelt hij: “Het fijnst vind ik als je het werk zittend kunt doen. Net als kantoorwerk.”
Ook Groene Vinger-vrijwilliger worden? Op woensdagen tussen 10.00 en 13.00 uur wordt er gewerkt. Meld je aan via: amsteldorpactief@gmail.com