Afgelopen zomer zijn biologen met buurtbewoners op expeditie geweest in Amsterdam-Oost. Ze gingen op zoek naar kleine diertjes en vonden allerlei zeldzame kevers, vliegen en nachtvlinders.
De zogenoemde Taxon Expeditie onder leiding van Naturalis-professor Menno Schilthuizen ging naar het Diemerpark, Flevopark, Joodse Begraafplaats Zeeburg en IJburg. In totaal werden 733 soorten dieren en planten op naam gebracht: in het Diemerpark 385 soorten, in het Flevopark 264 soorten, op de Joodse Begraafplaats 267 soorten en op IJburg 68 soorten (vooral stoepplanten).
De opmerkelijkste vondst was de kever Anommatus duodecimstriatus, die ondergronds leeft en in een bodemval op de Joodse Begraafplaats werd aangetroffen. Deze kleine, blinde, bleke kever is heel zeldzaam. Er zijn in Nederland maar zes eerdere vondsten bekend, waarvan sommige meer dan een eeuw geleden.
Op een hondenveldje in het Flevopark werd de zeldzame loopkever Harpalus attenuatus gezien. Deze kever komt vooral voor aan de kust en in Zuid-Limburg. Ook in het Diemerpark werd een aantal zeldzame kevers gevonden, waaronder een paar soorten die nieuw zijn in Nederland en die vooral in Zuid-Europa voorkomen. Het gaat om loopkevers, snuitkevers en kortschildkevers. Verder werden er enkele zeldzame vliegen gezien, zoals een slankpootvlieg, mestvlieg en oevervlieg. De afvalvlieg is normaal alleen maar bekend in Zuid-Limburg, maar werd nu in het Flevopark aangetroffen. Ten slotte werden er duizendpoten, miljoenpoten, springstaarten, oorwormen, spinnen, muggen, haften, slakken, wantsen, pissebedden, (nacht)vlinders, libellen, sprinkhanen, krekels, mijten, hooiwagens, korstmossen en planten gedetermineerd.
Schilthuizen noemt het aantal soorten ‘aanzienlijk’ in vergelijking met de groengebieden die hij eerder in Amsterdam onderzocht (het Vondelpark, de Slatuinen in de Baarsjes, de Wilmkebreekpolder en de grachtengordeltuinen). Waarschijnlijk komt dit doordat het om grotere oppervlakten gaat, die bovendien ecologisch sterk verschillen: het Diemerpark heeft het karakter van een schraal (rivier)duinlandschap, de Joodse Begraafplaats vertoont kenmerken van een oud moeras en het Flevopark heeft het karakter van een stadspark.
De gemeente Amsterdam laat dit soort onderzoek uitvoeren om goed ecologisch beheer te kunnen toepassen. “Er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur,” schrijft Schilthuizen in het eindrapport. “Vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen.”
Tijdens de expeditie werden verschillende soorten vallen gezet voor vliegende insecten en voor lopende bodemdieren. Ook werden er sleepnetten gebruikt. De nachtvlinders, weekdieren en grotere insecten werden ter plekke op naam gebracht en weer vrijgelaten. Kleine dieren werden meegenomen en door experts gedetermineerd. Ook was er een mobiel lab aanwezig waar het DNA van enkele dieren in kaart werd gebracht.
Foto: Kleine rode weekschildkever, Rhagonycha fulva.
Bernard Van Elegem – Taxon Expeditions