Nieuws

Tuineilandjes voor watervogels op Kattenburg en Wittenburg

Thelma Neleman (76) zag in de nieuwbouwwijken op Kattenburg steeds meer steile, betonnen kademuren verschijnen, waar watervogels onmogelijk uit kunnen klauteren om te broeden. Ze zorgde met buurtbewoners sinds 2009 voor maar liefst 41 watertuinen (vlotten op het water) in de Kattenburgervaart en de Wittenburgervaart.

“Iets verderop bij de oude werf was vroeger nog allemaal grasland,” vertelt Thelma Neleman, die in 2007 het initiatief nam tot de watertuinen. “Er liepen kippen rond en het land liep af in het water. Nu zijn de kades allemaal hoog, van beton en er wordt vaak tot aan de waterlijn gebouwd. Ik vind het afgrijselijk.”

In 2007 vroeg Neleman samen met een bioloog subsidie aan voor het scheppen van broedgelegenheid voor de watervogels op de Oostelijke Eilanden. “Ik had watertuinen gezien in de Boerenwetering in De Pijp. Zo kwam ik op het idee.” Het had heel wat voeten in aarde, maar uiteindelijk kwam er subsidie van het stadsdeel om watertuinen aan te leggen.

Ze bestelden verschillende soorten broedeilanden: van 70 bij 70 centimeter en watertuinen met gaasomheining, die alleen bedoeld zijn voor waterplanten. Het zijn frames van piepschuim en waterbestendig hout met daaronder gaas waar de plantjes op worden gezet. Behalve ‘gewone’ watertuinen maakten de bewoners ook wilgeneilanden (4 bij 1,5 meter), waar wilgentenen op worden gelegd. Neleman: “Je merkt wel dat die wilgeneilanden flink worden gebruikt. De vogels broeden er niet alleen, ze eten er ook van.”

Al snel nadat de eerste vlotten waren neergelegd kwamen er vogels op broeden: eerst een meerkoet, toen een futenpaar, waterhoentjes en een enkele wilde eend. Neleman loopt er dagelijks langs met haar hond en kijkt dan altijd even. Eén keer zag ze een zwaan met drie jongen op zo’n klein vlot slapen, dus óók die vogel gebruikt ze. Sinds ze een futennest in het water heeft zien glijden bestelt ze alleen nog watertuinen mét omheining. 

Als er nieuwe watertuinen worden aangeleverd, zetten de bewoners er zelf stekjes van moerasplanten in: engelwortel, gele lis, gele waterkers, valeriaan, kattenstaart, waterdrieblad, moerasspirea, zuring, harig wilgenroosje, riet en watermunt. “Die laatste ruikt heel lekker als je erlangs vaart,” zegt Neleman. De wortels van de waterplanten groeien door het gaas heen en hangen er als een kluit onder. “Ik heb het zelf gevoeld,” verklaart ze. “Soms is de kluit zo zwaar dat het vlot bijna kapseist.” Niet alleen watervogels profiteren van de ‘tuinen’, vissen zetten hun eitjes af tussen de plantenwortels en insecten hebben baat bij de bloeiende bloemen.

Het opschonen van de watertuinen doen de buurtbewoners eens per jaar, vlak voor het broedseizoen, vanuit de sloep van een bewoner. Dan halen ze het afval weg en verwijderen ze de oude nesten.