Hij roert zich, DJ Jean uit Oost, want het kan gewoon niet waar zijn dat alle evenementen afgelast zijn en afgelast blijven. Dan gaan er zovelen failliet, dat mag niet gebeuren en dat hóeft ook niet te gebeuren. “Als je naar de cijfers en statistieken kijkt, is er nog maar weinig aan de hand.”
Vooralsnog leidt zijn humeur er niet onder dat hij geen cent verdient en voor geen enkele regeling in aanmerking komt. Hij heeft nog wel een buffertje, al slinkt dat zonder inkomsten en met een berg vaste lasten zienderogen. Maar velen in zijn sector – de evenementenbranche, met talloze lichtgeluidbedrijfjes, kleine organisatoren, dj’s die het vooral van Nederland moeten hebben en ga zo maar door – hebben dat niet en houden het niet vol.
“We blijven aan alle kanten door genaaid worden,” vindt DJ Jean, en hij is daarom met kompanen als Ronald Molendijk volop bezig met tegenacties. “Als je niet roert gebeurt er ook niks. Onze scene is de enige sector die vooralsnog weinig van zich laat horen, terwijl ze het hardst getroffen worden: eerste eruit, laatste erin. Nu iedereen weer op gang komt, blijft die sector als enige over die helemaal niets krijgt van de overheid. Het kan gewoon niet waar zijn dat we tot 1 januari volledig uitgeschakeld zijn.”
Want dat is nog zoiets. Door de lobby van de twee grootste evenementenorganisatoren, Mojo en ID&T, heeft de regering hun advies één op één overgenomen: tot 31 december zijn alle grote evenementen afgezegd. “Voor hen is het een verzekeringsverhaal. Maar hiermee is aan kleine organisatoren de nekslag toebedeeld. Er gaan partijen failliet. En de monopoliepositie van Mojo en ID&T is verder versterkt.”
Langzaamaan komt er verandering in het makke-schapengedrag van de het overgrote deel van de mensen, ziet Jean. Hij begrijpt het wel, ze zijn bang gemaakt. “Massahysterie als gevolg van boodschappen van de regering en eenzijdige berichten in grote media. Maar als je naar de statistieken kijkt, dan is er niet zoveel meer aan de hand. Begrijp me niet verkeerd, ik wil ook niet dat er mensen doodgaan, maar de realiteit is dat mensen nou eenmaal doodgaan aan virussen en infectieziekten. In hoeverre moet je daar een complete, gezonde en werkende samenleving voor stilleggen? Qua sterftecijfers zijn de maatregelen exorbitant en buitenproportioneel.”
“Het zijn niet de mensen die de economie draaiende houden die doodgaan. Ongeveer 0,001 procent van hen sterft maar. Dat is bijzonder laag, in ieder geval niet veel hoger dan bij een reguliere griep. Als er heel wat aan de hand was is het logisch en begrijpelijk, dan ben ik de eerste die zegt: blijf binnen. Maar nu: geef ruimte om het normale leven weer op te pakken.”
Nu keert gelukkig het sentiment. “Nog geen maand geleden deelde bij de livestreams waar ik kwam iedereen elleboogjes uit. Nu helemaal niemand meer. Omdat we weten: als je gezond bent ga je niet dood aan corona. Als je dat inziet is het anderhalve meter-gedoe en spastische geneuzel in de supermarkt bijna een klucht. Er zal dan ook een moment moeten komen dat de regering gaat toegeven dat het allemaal is meegevallen. Ik heb er vertrouwen in dat die datum van 1 september wordt losgelaten. Als het ook in landen om ons heen gebeurt, zelfs in Spanje, dan kan Nederland niet achterblijven.” Hij weet dan ook als geen ander: “Een leven zonder feestjes is als een kop zonder schotel.”