De wonderen zijn de wereld nog niet uit en ze gebeuren in de Watergraafsmeer. Hier verdwijnt sinds begin mei 2018 wekelijks ruim veertien ton grof vuil. Opgestapeld is dat een onmetelijke berg aan troep die van ver buiten het stadsdeel zichtbaar zou moeten zijn. Maar die berg is er niet. En in de afgelopen maanden stegen er boven deze buurt ook geen rookpluimen op omdat wanhopige bewoners hun rommel aan het verbranden waren.
Wat wel is waargenomen is dat wekelijks tientallen Watergraafsmeerders met hun auto naar het afvalpunt aan de Rozenburglaan zijn gereden om van hun oude spullen – tuinafval, tapijten, matrassen en andere troep – af te komen. Daarmee is een paar ton aan het wonderlijk verdwenen grof vuil achterhaald, maar nog steeds is de 14 ton zoek. Per week.
Ook het bureau Hiemstra & De Vries, door de gemeente ingeschakeld om na te gaan hoe sinds mei 2018 de proef in de Watergraafsmeer met het ophalen van grof vuil is verlopen, weet niet waar die 14 ton zijn gebleven. In hun rapport, dat onlangs bij de bestuurscommissie op de agenda stond, schrijven ze dat de verdwenen 14 ton eigenlijk ook wel logisch is “vanwege de verhoogde drempel om grof vuil aan te bieden”.
Die drempel bestond eruit dat bewoners niet meer op een vaste dag hun grof vuil langs de straat konden zetten, maar eerst een afspraak moesten maken met de vuilnisdienst. Blijkbaar hadden veel Watergraafsmeerders daar geen zin in. Sommigen reden naar het afvalpunt, anderen naar de tweedehandswinkel, maar de meesten deden op een andere manier hun troep de deur uit. Hoe? Daar hebben Hiemstra & De Vries geen onderzoek naar gedaan. Maar het is niet onwaarschijnlijk dat de rommel – in stukjes – gewoon in de vuilniszak en de afvalbak is gedaan.
Als dat waar is, dan dooft het enige lichtpuntje uit het hele onderzoek. Hiemstra & De Vries constateerden dat bewoners en ambtenaren niet tevreden waren met de proef, en dat de straten er niet schoner op werden. Wel hebben ze vastgesteld dat deze manier van werken voor de gemeente goedkoper is – omdat de wagens van grof vuil minder kilometers maken (570 kilometer per maand), maar daar staan evenveel kilometers van bewoners richting de Rozenburglaan tegenover.
Proef mislukt? Nee, want de methode was “duurzamer”. Volgens het bureau heeft de proef aangetoond dat deze werkwijze “meer inzicht geeft in de grof-vuilstromen, wat een belangrijke bouwsteen is op weg naar een duurzame economie”. Misschien is deze conclusie nog wel het grootste wonder van de Watergraafsmeerse proef: de gemeente wil graag afval scheiden, doet een proef waarbij vele extra tonnen afval die voorheen ‘netjes’ gescheiden op straat stonden nu met het huisvuil naar de vuilverbranding gaan, en toch is de conclusie dat dit een “geschikte aanpak” is. Dan is het ook geen wonder dat de proef inmiddels ook geen proef meer is maar gewone Watergraafmeerse praktijk.