Ze liggen als snoepjes door de hele stad, achtentwintig brugwachtershuisjes. Iconische, typisch Amsterdamse gebouwtjes langs de grachten en het IJmeer. Sweets hotel tovert ze een voor een om tot bijzondere eenkamerhotelletjes. “Met het allermooiste uitzicht denkbaar.”
In het kantoor van Sweets hotel liggen her en der attributen. Een lamp bijvoorbeeld, met een geeltje erop: ‘Kattensloot’. Een kapstok, een bakje en andere op de kop getikte dingen die van pas kunnen komen in een van de huisjes. In het raam staan achtentwintig maquettes.
Toen Amsterdam de bruggen en sluizen van de hoofdstad centraal ging bedienen, werden die karakteristieke huisjes overbodig, maar Suzanne Oxenaar en Otto Nan wisten er raad mee. “Onze hotels, ook Hotel The Exchange aan het Damrak en het pas verkochte Lloyd Hotel & Culturele Ambassade, zijn altijd in combinatie met kunst en cultuur. Het idee voor Sweets was om, naast hergebruik van industrieel erfgoed, – ik heb het nu over de tijd van vóór Airbnb – toeristen door de hele stad te leiden.” Oxenaar wijst naar de maquettes. “Daarom zit er in verreweg de meeste huisjes geen keuken. De gasten moeten eropuit, de buurt verkennen, connectie zoeken.”
In de Scharrebiersluis nemen we een kijkje. “Dit is het eerste huisje dat we gingen verbouwen.” Het ligt aan de Nieuwe Herengracht, bij het Oosterdok. Binnen kom je via je mobiele telefoon, en dan is het voor even jouw eigen plekje, met een luxe bed en een zithoek. Waar het knus en warm is. Oxenaar, lachend: “Als je denkt dat alles in zo’n klein huisjes tot in de puntjes is uitgedacht, blijkt dat mannen zich er niet goed kunnen scheren.”
Waarop de wasbak werd verplaatst, het ging dus heus niet allemaal vanzelf. Neem het huisje Theophile de Bock. “Zo klein. Hoe gaan we dit goed krijgen, dachten we? Je wilt er toch een douche in hebben. Maar kijk nu: het voelt ruim, met een eigen opgang en een hangmat op het verandaatje. Op een supergezellige locatie.” Trots: “Dat het dan toch weer lukt om alles te realiseren.”
Hoe ze dat doen? “We houden een designpicknick. Met de hele groep – architecten, brugwachter, team Sweets hotel – gaan we naar een huisje. We kijken: hoe was het, hoe moet het worden? Dit zijn geen kamers, maar huisjes. Je moet álles aanpakken, van de elektriciteit tot de indeling en inrichting. Je wilt efficiënt de kleine ruimte vormgeven, en toch ook de geschiedenis niet uit het oog verliezen. In het huisje Gerben Wagenaarbrug bij de IJtunnel – ‘daar logeer je echt in een toren’ – zit bijvoorbeeld het bedieningspaneel van de brugwachter nog in de slaapkamer.”
“Ieder huisje is anders, benadrukt Oxenaar, “en staat in een andere wijk, met een andere stijl. Soms bij een dijkje, soms bij het IJ, soms midden in de stad.” Van de achtentwintig zijn er nu elf af. Onlangs werd het voormalige sluishuis bij de haven van IJburg opgeleverd. “Het stamt nog maar uit 2009 en is het grootst.” Het oudste is dat bij Theater Carré. Dit huisje Amstelschutsluis stamt uit 1673 en is alleen met een bootje bereikbaar. “Dat is echt een eilandje in de stad.”
Lloyd Hotel krijgt nieuwe eigenaar
Rocco Veenboer – oprichter van Awakenings – heeft het Lloyd Hotel onlangs overgenomen van Suzanne Oxenaar en Otto Nan. Gebouw en exploitatie liggen nu in zijn handen. Rocco’s oom was begin jaren tachtig directeur van de jeugdgevangenis die er tot 1989 gevestigd was. Het gebouw is honderd jaar oud en kent een rijke geschiedenis. Het is ontworpen voor landverhuizers, maar heeft ook dienstgedaan als opvangkamp voor Joodse vluchtelingen, kazerne, gevangenis van de Duitsers en jeugdgevangenis. In 2004 maakten Oxenaar en haar team er een hotel (het eerste 1- tot 5-sterrenhotel ter wereld) en Culturele Ambassade van.