Leerlingen, ouders, leerkrachten en professionals gingen dinsdag 27 januari op het IJburg College met elkaar in debat over sociale veiligheid. Doet de school genoeg om die te waarborgen? Directeur Lou Brouwers trekt ook vanavond lessen. “Iedereen heeft bij ons een gelijke stem: leerlingen, medewerkers, ouders.”
Op en rond IJburg College vonden vorig jaar incidenten plaats waarbij scholieren werden mishandeld en afgeperst door medeleerlingen en niet-leerlingen. De school kwam in opspraak, nam maatregelen en liet daarna een onafhankelijk onderzoek naar de veiligheid instellen.
Bij dit onderzoek – uitgevoerd het Nederlands Jeugd instituut – is gekeken naar het beleid ten aanzien van de sociale veiligheid, of dat toereikend is. Hoewel de conclusie positief is, wil de school toch kijken waar nog verbeteringen mogelijk zijn. Vandaar het debat. Het panel bestond uit leerlingen van alle leerjaren en alle niveaus, ouders, docenten en professionals. Iedereen bij de school betrokken – leerlingen, ouders, leerkrachten – was uitgenodigd.
Stelling 1: School is altijd verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerlingen
De meningen zijn verdeeld. Leerling Pepijn vindt dat er op school lessen in zelfvertrouwen moeten komen. “Want je moet voor jezelf op kunnen komen, maar ook anderen durven helpen.” Een ouder: “We zijn samen verantwoordelijk: de school, ouders en kinderen. We moeten elkaar blijven vertellen wat we doen.” Leerlinge (12): “Je moet je veilig voelen op school. En blij zijn om naar school te gaan. Niet bang. Ik ken wel iemand die bang is.” Maar als je je niet veilig voelt, bij wie kun je dat aangeven? “Een leerkracht: Ik kan zeggen dat ik een vertrouwensband heb met m’n leerlingen. Maar als ze niet naar me toe komen, wat dan?” Leerling: “ Of je nu 10 of 30 bent, pesten zal er zijn. Er zou een soort vertrouwenspersoon op school moeten zijn.” Die is er. “Echt? Dat wist ik niet.”
Voor Brouwers is het duidelijk. “We hebben vertrouwen in de dingen die we doen, maar we moeten er wel kritisch naar blijven kijken. We hebben protocollen, regels en afspraken. Er is een vertrouwenspersoon en we doen aan leerlingmediaton. Maar ik moet dat regelmatig herinneren en bekrachtigen.”
Stelling 2: Ouders en leerlingen moeten een actieve bijdrage leveren om problemen te voorkomen
Daar is bijna iedereen het direct mee eens. Een leerling: “Ouders moeten betrokken zijn bij wat z’n kind doet, weten hoe de dag op school eruit ziet.” Leerkracht: “We zijn heel laagdrempelig, er is veel mailverkeer. Je kunt bij de mentor met alles terecht. Maar weten ouders dat?” Een ouder bevestigt dat er goed gecommuniceerd wordt. Eén leerlinge denkt dat er misschien meer ‘in IRL’ moet gebeuren, in real life. “Want veel gaat digitaal en dat is voor ouders niet handig.” Ze vindt het jammer dat er minder ouders aanwezig zijn. Een andere ouder vindt dat de school heel betrokken is, en veel ouders juist minder. “Terwijl dat een onderdeel van deze school is, ook alle ouders zijn een verbintenis aangegaan, die verwachting wordt bij aanmelding duidelijk uitgesproken.” Een andere ouder oppert nog een ombudsman voor op school.
Brouwers concludeert dat hij de commitment van de voor deze school typerende leergemeenschap – bestaande uit de driehoek school, leerlingen en ouders – vaker zal bekrachtigen. “Als je alle drie verantwoordelijkheid draagt en aflegt, en bereid bent regelmatig met elkaar in gesprek te gaan, kan het echt nog beter worden op school.”
Het debat werd geleid door de Stichting Discussiëren Kun Je Leren.