Nieuws

‘De bewoners worden gezien als rare figuren’

In de langdurige zorg staan grote veranderingen op stapel. Daarom werkt het stadsdeel aan de inrichting van wijkservicepunten waar buurtbewoners in contact kunnen komen met diverse instanties. Mentrum Sporenburg in het Oostelijk Havengebied is verbouwd en trekt de banden met de buurt aan.

“Hallo! Dus jij bent de journaliste? Ga je mij straks interviewen? Hoe laat precies? Ga je mee naar mijn kamer? Dan kan ik je mijn foto’s van Máxima laten zien.” Peter de Neef (45) is amateurfotograaf en pronkt graag met zijn foto’s. Zijn koningin Máxima, koning Willem-Alexander of prinses Beatrix in de stad, dan zet-ie alles op alles om ze te fotograferen. Aan de wanden van zijn kleine appartement hangen grote foto’s van de koningin, en posters van Ajax. “Heb je de wedstrijd gezien? Nee?”

Peter woont sinds 2008 in Sporenburg, een locatie van ggz-instelling Mentrum. Bewoners lijden aan schizofrenie of hebben andere psychiatrische problemen, sommigen kampen met een verslaving. Zij leren er te leven met hun ziekte en een zo zelfstandig mogelijk bestaan op te bouwen. Mentrum Sporenburg staat midden in een woonwijk. Enkele jaren geleden besloten stadsdeel Oost en Mentrum dat het een wijkservicepunt moet worden. Zo kwam er een kookclub voor oudere buurtbewoners, maar hier was niet echt veel animo voor.

Wijkzorgteam
Als het aan de betrokkenen ligt, komt daar verandering in. De langdurige zorg in Nederland gaat de komende tijd op de schop. Ouderen en gehandicapten moeten langer zelfstandig blijven wonen. Het stadsdeel ziet daarbij een rol weggelegd voor de wijkservicepunten in Oost, waar omwonenden terecht kunnen voor contact met instanties.
Vanaf januari zullen diverse organisaties gebruik gaan maken van de ruimten van Mentrum Sporenburg. Zo wil een wijkzorgteam er gesprekken gaan voeren met hulpzoekenden en komt er een organisatie voor schuldhulpverlening.

Om ruimte te maken voor deze instanties is het pand verbouwd. Op de begane grond zijn muren opengebroken, waardoor er een grotere hal is ontstaan. Ook is er is een restaurant gekomen. De bewoners eten daar, maar er worden ook buurtmaaltijden bereid. De ingang is verplaatst naar de zijkant. Teamcoördinator Nynke van Zwol: “Het gebouw was niet erg toegankelijk voor buitenstaanders. Wat er binnen gebeurde was daardoor onzichtbaar. We krijgen nu meer een buurthuisfunctie: we zijn niet alleen een gebouw ín de buurt, maar vooral ook vóór de buurt.”

Deze locatie heeft vijftig bewoners, die er ook meedoen aan groepsactiviteiten. Ze koken samen, volgen computerlessen en helpen de schoonmaakploeg met het opruimen van zwerfvuil. Als gevolg van hun problemen zijn de bewoners niet in staat om te werken. Sommigen zullen op enig moment zelfstandig gaan wonen, zij het begeleid. Anderen zijn daar niet toe in staat en blijven waarschijnlijk lange tijd in een instelling. Tien mensen verblijven op de gesloten afdeling in Mentrum Sporenburg. De meeste bewoners hebben een eigen appartement en mogen naar buiten als ze dat willen.

Zoals Rein (49), die iedere dag de deur uit gaat. Wanneer zijn jongere broer op bezoek komt, gaan ze samen wandelen. Hij vertelt dat hij in de beveiliging heeft gewerkt en op een gegeven moment op straat is gaan zwerven. Over het waarom laat hij niet veel los. Rein gelooft niet dat hij een psychiatrische stoornis heeft. “Ik ben een keer door de politie opgepakt omdat ik een tijdje geen koffie meer dronk en geen sigaretten rookte. Het ging te goed met me. Dat werd me niet gegund.” Hij vindt het zelf ook een tragisch verhaal. “Ik ben een antiheld.”

Rare figuren
Bouwvakkers zijn bezig de verbouwing af te ronden. De bewoners weten dat er in de toekomst mensen van buiten over de vloer zullen komen. Daar hebben ze geen moeite mee, zolang de veranderingen maar beperkt blijven tot de openbare ruimten. Activiteitenbegeleider Simone Bonfrer: “Ze vragen of mensen ook naar boven komen. We stellen hen gerust en zeggen dat bezoekers en tijdelijke gebruikers van het gebouw alleen in de hal, het restaurant en de activiteitenruimten komen.”

Nynke van Zwol zou graag zien dat de contacten tussen Sporenburg en de buurt verbeteren. De instelling staat er al zo’n vijftien jaar, maar er is volgens haar weinig contact met de buurt. “De bewoners van Sporenburg worden gezien als rare figuren. Sommigen hebben een winkelverbod van Albert Heijn gekregen omdat ze overlast veroorzaken.”

De meeste bewoners zijn echter vriendelijk. Neem Peter nou, dat is een heel sociaal type. Hij troont me mee naar zijn appartement om zijn foto’s van Máxima te laten zien. Het is een kleine studio met een bed, wat kasten, een badkamer. Ook staat er een televisie, maar naar eigen zeggen kijkt hij nooit. Hij ziet het appartementje niet als zijn woning, maar als zijn slaapplek. Hij brengt veel tijd door bij zijn vader. “Het liefst was ik thuis blijven wonen, maar dat kan mijn vader niet aan. Hij is 75 en ik ben te druk voor hem. Vroeger heb ik namelijk wel eens een psychose gehad. Maar sinds ik medicijnen slik is dat niet meer gebeurd.”

Door Ana Karadarevic