Natuur

4 kilo wormen onder de grond

Op de J.M. van der Meylaan is afgelopen zomer als pilot een ondergronds wormenhotel geplaatst. Als het experiment slaagt, kunnen bewoners straks daarin hun gft-afval kwijt.

Acht maanden lang bracht initiatiefnemer Peter Jan Brouwer drie keer per week gft-afval van de Pijp naar de J.M. van der Meylaan. Op 16 maart werd de container boven de grond getakeld om te kijken of de wormen nog leven en om te zien hoe het composteerproces verloopt.

Brouwer is tevreden met het resultaat. “De wormen leven nog en de compost ziet er prima uit”, zegt hij. “Ik ben verbaasd hoe weinig er over is van alles wat ik er de afgelopen maanden in heb gegooid.” Brouwer kreeg gft-afval van Blije Buren, een initiatief dat overrijp voedsel inzamelt en verdeelt onder huishoudens met lage inkomens. Het afval ging naar het ondergrondse wormenhotel.

In Amsterdam zijn de afgelopen jaren verschillende wormenhotels geplaatst door buurtbewoners. Een nadeel van de bovengrondse ‘hotels’ is dat de wormen kunnen overlijden als de temperatuur te veel stijgt of daalt. In een ondergronds wormenhotel blijft de temperatuur vrij stabiel. De container op de J.M. van der Meylaan (4 kuub) is speciaal voor compostering met wormen ontworpen en heeft zuurstofgaten. Het is waarschijnlijk het eerste ondergrondse wormenhotel ter wereld.

In juli 2016 werd het wormenhotel geïnstalleerd, met daarin 4 kilo aan wormen. Op advies van de wormenkwekerij bestelde Brouwer drie verschillende soorten wormen: tijgerwormen (Eisenia fetida), rode mestpieren (Eisenia andrei) en Dendrobena veneta. “De mestwormen zitten in de bovenste laag compost”, verklaart Brouwer, “de tijgerwormen in de middelste laag en de Dendrobena in de onderste laag.” Half maart bleek dat er nog steeds 4 kilo wormen in de container zit. Vreemd, volgens Brouwer. “Ik had veel meer verwacht. We moeten het onderzoeken.”

Brouwer heeft in de container verschillende situaties nagebootst: overvoering (soms wel 50 kilo in één keer), ondervoering (met het idee dat er in vakanties minder gevoerd wordt). “Je merkt het heel snel als het misgaat, dan gaat het stinken.’

Studenten van de Hogeschool van Amsterdam zijn betrokken geweest bij het technisch ontwerp van de container. Een biologiestudent van de UvA schrijft zijn masterscriptie over de werking van wormenhotels.

Binnenkort krijgen de bewoners van de J.M. van der Meylaan een pasje, zodat ze hun gft-afval in de container kwijt kunnen. De vruchtbare compost die ontstaat zal onder de bewoners worden verdeeld.