Vorig jaar verdubbelde het aantal daken met zonnepanelen in Nederland. Terwijl de energieprijzen blijven stijgen, zijn panelen steeds beter en goedkoper geworden. Zonnestroom blijkt duurzaam én rendabel. Is het er ook voor iedereen?
De Zonnefabriek, sinds begin 2009 een pionier in zonnestroom, probeert het al jaren voor een breder publiek toegankelijk te maken. Zie de recente samenwerking met woningcorporatie Eigen Haard, waarbij sociale huurders via servicekosten betalen voor zonnestroom.
Aren van Muijen is medeoprichter van het bedrijf aan het Zeeburgerpad in Oost. Al zijn hele leven geïnteresseerd in milieu, raakte hij – toen nog freelancejournalist – na een interview met een Amerikaans bedrijf dat dankzij een speciale applicatie offertes voor zonnepanelen kon afgeven, zonder het dak te hoeven inspecteren, nog meer geïnspireerd. Hij mailde zijn goede vriend en duurzame gedachtengenoot Gustaaf Haan dat de tijd rijp was in groene energie te gaan. “Het was net na de eerste subsidieregeling in Nederland, er waren nog nauwelijks aanbieders. We doen het, mailde Gustaaf terug.” Inmiddels werken er dertig mensen bij het bedrijf.
Van die vernieuwende applicatie maakt de Zonnefabriek zelf trouwens nauwelijks gebruik. “Toen was het spectaculair,” zegt Van Muijen. “Er zijn inmiddels zoveel aanbieders. Iedereen lijkt wel panelen op een dak te kunnen leggen. Maar je moet wel even weten wat je doet. Het kleinste pijpje of hoekje kan een schaduw creëren, en schaduw haalt het rendement van je systeem omlaag. Dat zie je niet vanaf een google-plaatje, daarvoor moet je echt het dak op. De meeste concurrenten doen dat niet. Eigenlijk heel gek, want je geeft minstens 5000 euro uit, dan wil je toch op z’n minst iemand de hand schudden.”
Een fiks bedrag inderdaad, dat particulieren gemiddeld in tien jaar tijd kunnen terugverdienen. Daarna heb je gratis stroom. De Zonnefabriek geeft als eerste bedrijf in Nederland – ‘vernieuwen is ook duurzaam’ – ook een productiegarantie af van vijfentwintig jaar. “Dus wij zeggen dat het systeem ook echt al die jaren z’n opbrengst houdt.”
Zonnestroom is daarmee niet meer, zoals in het begin, alleen maar voor de idealistische rijken. Van Muijen rekent voor. “Als je geld op de bank zet krijg je 2% rente. Als je dat omrekent naar zonnepanelen, zit je op een rendement van 7%. Dat is een goede investering, voor iedereen.”
Het moet dan ook afgelopen zijn met die betutteling in de sector. Zonnestroom moet uit de subsidiehoek, vindt hij. Geen overheidsgeld meer voor aanschaf ervan. “Tegelijkertijd kun je als bedrijf een maatschappelijke functie hebben en je roeren in het maatschappelijke debat. Wij vinden het grote verhaal nog steeds belangrijk.”
Het grote verhaal? “Duurzaamheid is voor iedereen iets anders. Voor mij betekent het dat de handelingen die je nu verricht, geen invloed hebben op de generatie na jou. Je wordt geboren, gaat dood, en daar merkt de nieuwe generatie niks van. Er is geen rotzooi. Dus ook geen CO2-uitstoot. Dan is zonnestroom geen naïef idealisme meer, maar echt een goeie deal.”
Zonnestroom
Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit. Dat gebeurt op een relatief eenvoudige en milieuvriendelijke manier. De stroom die je opwekt, vloeit terug naar het net. Het energiebedrijf trekt jouw ‘opbrengst’ af van je verbruik. Salderen, heet dat in vaktermen. Het slimst is het om precies zoveel stroom te produceren als je kunt opmaken.
Lees hier alle verhalen uit de special Duurzaamheid in Oost.