Meneer Hoogewoning woont na een revalidatieperiode sinds twee jaar in verpleeghuis De Open Hof. Hij is optimistisch, maakt graag een praatje, organiseert het wedstrijdsjoelen en helpt waar hij kan. “Als je negatieve gedachten hebt, wordt het erg moeilijk.”
In De Open Hof heerst op woensdagmorgen een gezellige drukte. Bewoners drinken koffie, bij de automaat worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. Er wordt gelachen, gemompeld en gelezen. Meneer Hoogewoning komt rustig aangewandeld, of we koffie lusten. Heerlijk, en hij weet de weg. Voor glazen duikt hij achter de bar.
Freek, zo stelt hij zich voor, woont sinds januari 2015 in het verpleeghuis. Door een zogeheten delier belandde hij in het OLVG en moest maanden revalideren, deels in het Flevohuis. Hij herstelde, en omdat hij sinds zijn huwelijk – “Ettie is in 1996 overleden” – altijd in en rond Amsteldorp woonde, vroegen zijn zoon en schoonzoon in dit huis voor hem een plek aan. “Ik was onzeker over m’n gezondheid, maar hier knapte ik heel goed op. De hulp hier is fantastisch.”
Het maakt hem een van de zelfstandigste bewoners van het huis. Voelt hij zich anders? Nee, totaal niet. “Het is zo gegroeid dat ik een steentje bijdraag. Ik breng bewoners die in een rolstoel zitten naar het restaurant en terug, of naar de tandarts. En ben blij dat ik me nuttig kan maken.”
Freek is toch al een bezig baasje. “Mijn dag is veel te kort.” Hij heeft zijn smartphone waarop hij het laatste nieuws bijhoudt en appt met zijn kinderen. Daarnaast organiseert hij het wedstrijdsjoelen en bezoekt hij de creatieve activiteiten, zoals schilderen en andere handarbeid. “Ik lees ook graag, heb veel boeken. Af en toe breng ik er wat weg naar de kist in de buurt. Haal ik er zelf weer nieuwe uit.”
Op alle mogelijke manieren probeert hij bewoners te mobiliseren voor activiteiten. Kom op, doe mee, zegt hij dan. “Als je negatieve gedachten hebt, wordt alles moeilijker. Ik zie de mooie dingen, ben optimistisch van aard. En kan goed overweg met een groep bewoners, elke middag komen we beneden bijeen. Met ook mensen uit de buurt.” Lachend, een tikje trots: “En ik heb mijn beroemde koektrommel bij me.” Ze kletsen dan, halen vooral herinneringen op. “Ja, oudere mensen hebben dat sterk.”
Hoewel Freek zelfstandig is, moet hij er niet aan denken weer op zichzelf te wonen. “Dat maakt me onzeker. Hier voel ik me fijn. Ik ben blij dat ik zo geworden ben, terwijl ik zelf ook een dieptepunt had. Zo is het voor iedereen goed.”
Een kijkje achter de schermen bij Zorggroep Amsterdam Oost (ZGAO)
Deel 36.
Lees hier de andere delen.