Hoeveel parken en sportvoorzieningen moet Zeeburgereiland straks hebben? Het antwoord op die vraag hangt niet alleen af van oppervlakte en inwonertal. Ook groen en voorzieningen in de omgeving spelen een rol.
‘Sport en groen worden vergeten op Zeeburgereiland’ betoogt briefschrijver Mark van Dongen onlangs in Het Parool. Namens de SP is hij lid van de stadsdeelcommissie Oost. ‘Voor rust, groen en een sportpark moeten de bewoners van Zeeburgereiland naar het Flevo- of Diemerpark,’ aldus Van Dongen. De teneur van zijn brief is dat er heel veel mensen op een kluitje wonen zonder sportvoorzieningen en groen. ‘De bewoners van IJburg en Zeeburgereiland kunnen geen kant op.’
Blauw = Groen
In deze krant beklaagde Henk Spaan zich ooit over het magere aanbod van fijne grootstedelijke voorzieningen op Zeeburgereiland. Dát vond ik zeer herkenbaar. Maar als het gaat om rust, sport en groen, slaat het betoog van Van Dongen de plank mis. Er is de 3-30-300 vuistregel. Die zegt dat je vanuit elke woning drie bomen moet kunnen zien, dat een ‘boomkroonbedekking’ van dertig procent goed is, en dat je in elke buurt en op 300 meter wandelafstand van je woning een groene verblijfsplek moet hebben van ruim een voetbalveld. Behalve de in elke nieuwbouwwijk onhaalbare boomkroonregel, voldoet Zeeburgereiland ruimschoots aan de vuistregels. Het wordt er met die groene oevers aan de IJdijken best groen – die 300 meter regel wordt makkelijk gehaald. Via de sluis wandel je in vijf minuten naar de weilanden van Schellingwoude. Ook is er de centraal gelegen urban sport-zone met het grootste skatepark van de stad plus padelbanen, basketbalvelden en een voetbalveld.
Drijvende tuinen
Een groter stadspark ligt in Amsterdam doorgaans binnen maximaal 1500 meter van de woning. Ook in dat opzicht is het goed gesteld met Zeeburgereiland. Het Flevopark ligt op ongeveer 1000 meter. Op 800 meter begint Landelijk Noord, een groengebied ter grootte van tientallen Vondelparken. Trek je vanaf het middelpunt van Zeeburgereiland een cirkel van pakweg drie kilometer, dan bestaat die voor minstens twee derde uit water en groen. Dat alom aanwezige water is bepaald geen asfalt. Ik herinner me hoe bij de ontwikkeling van het Oostelijk Havengebied in de jaren negentig het adagium Blauw=Groen werd gehuldigd. Hoewel je van water niet zo makkelijk recreatief gebruik kunt maken als van een park is de ruimtelijke, rustgevende en verkoelende werking ervan groot. Op Zeeburgereiland zou je, net als in het Oostelijk Havengebied, een watersportschool kunnen starten en drijvende tuinen op het water aanleggen.
Om op het door water en lege ruimte omgeven stadseiland een beetje reuring te krijgen moet de dichtheid op dat kleine beetje vaste grond juist hoog zijn. Klagen over de hoeveelheid bebouwing in die zee van groen en water is onlogisch. Wat in het betoog wel lijkt te kloppen is dat IJburg en Zeeburg matig bereikbaar zijn met het ov. Dat de archipel te weinig sportpark heeft voor het beoogd aantal inwoners gaat echter weer mank. Waarom blindstaren op de te kleine sportparkjes van IJburg als veel dichterbij de fraaie sportparken van Noord (Schellingwoude en Durgerdam) liggen? Op sportpark De Weeren is een gloednieuwe hockeyclub die dichterbij ligt dan die van Watergraafsmeer.
Het probleem van Zeeburgereiland is niet dat je geen kant op kunt, maar dat sommige inwoners graag binnen het hokje Amsterdam-Oost blijven – terwijl het groen en de voorzieningen van Noord ruimschoots binnen handbereik zijn. Zeeburgereiland telt evenveel lettergrepen als Zuid-Schellingwoude. Een overvloed aan ruimte, rust en groen – een eiland wordt ook bepaald door wat er omheen ligt.
Beeld: Droneoog