‘It can hardly be a coincidence that no language on earth has ever produced the expression “as pretty as an airport”’.Trouwe lezers van mijn column herkennen dit citaat van Douglas Adams. Toen ik op het idee kwam om een stuk te schrijven over de architectuur van het AMC schoot het mij direct te binnen.
De meeste moderne ziekenhuizen zijn ronduit lelijk. Een van de oorzaken hiervan is dat architectenbureaus die uitgekozen worden voor het ontwerpen van een ziekenhuis niet in de eerste plaats uitgekozen worden voor het maken van een mooi gebouw, maar voor het maken van een perfect functionerend gebouw. Het installatieontwerp en de logistiek zijn veel belangrijker dan de ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Maar die fijne lichtstraat van het OLVG dan, hoor ik de lezer hardop denken. Elk ziekenhuis heeft een hal met veel daglicht, soms zelfs een atrium. Een hal of atrium met veel daglicht kan iedere middelmatige bouwkundige bedenken, maar daarmee is het nog geen architectuur.
Veertig jaar geleden waren Amsterdamse ziekenhuizen gevestigd aan de Prinsengracht, in de Helmersbuurt en rond de Oudemanhuispoort. De voormalige ziekenhuizen die hier staan, hebben een zekere charme en konden mede daarom succesvol getransformeerd worden in kantoren en woningen. Het moderne ziekenhuis ligt aan de rand van de stad, wordt omringd door snelwegen, parkeerterreinen, bouwmarkten, drive-in-restaurants en tankstations. Een dergelijke locatie maakt het de architect moeilijk, zo niet onmogelijk, er iets charmants van te maken. Een ‘charmant ziekenhuis’ is een contradictio in terminis.
Maar niet alle moderne ziekenhuizen zijn lelijk. Het AMC is een toonbeeld van goede ziekenhuisarchitectuur. Het AMC, in gebruik genomen in 1983, is het toppunt van functionalisme. Tegelijkertijd is het een gewaagd ontwerp en een prachtig voorbeeld van het structuralisme, een architectuurstroming die in Nederland een sterke aanhang had tussen 1960 en 1980. Structuralistische gebouwen hebben een geometrische structuur. De draagstructuur is expressief en opgebouwd uit kleine repeterende elementen. Het is niet toevallig dat geprefabriceerde betonelementen in die tijd voor het eerst massaal toegepast werden.
Het AMC bestaat uit een achttal vrijstaande ‘torens’. De ruimte tussen de torens is overdekt met glasdaken. Hierdoor ontstaat een overdekte stad, met de ruimte tussen de torens als straten en pleinen. Voor een groot ziekenhuis is dit een enorm praktisch concept: de duizenden medewerkers en patiënten kunnen zich verplaatsen tussen de verschillende torens in het daglicht, via ruime binnenstraten in plaats van donkere gangen. De kamers in de torens hebben rondom daglicht zodat het aantal donkere kamers in het AMC minimaal is. De straten en pleinen worden door medewerkers, studenten, patiënten en bezoekers druk bezocht. Er zijn winkels, caféterrassen en verschillende restaurants. Twee auditoria van de medische faculteit staan expressief en sculpturaal in de ruimte en laten zien dat het hier een academisch ziekenhuis betreft. In de atria wordt de esthetiek bepaald door het repeterende patroon van de betonnen draagstructuur over vier verdiepingen. Het concept van de overdekte stad is tot in detail doorgevoerd. Speciaal voor het AMC ontworpen straatlantarens sieren de straten. Vloertegels zijn gelegd op het stramien van de draagstructuur. Dit is ziekenhuisarchitectuur van hoog niveau. Architecten Marius Duintjer, Dig Istha en Dick van Mourik hebben hier prachtig werk gedaan.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl