Ze presenteerde Het Jeugdjournaal, won de vijfentwintigste editie van Wie is de Mol? en deze maand verscheen haar nieuwe boek Ik slaap alleen wat minder. Vanaf februari 2026 is ze toegevoegd aan het presentatieteam van Pauw & de Wit op NPO1.
Gedurende het interview dat een kleine drie kwartier duurt zijn 33 mensen het filiaal van Bbrood aan het Christiaan Huygensplein in gelopen en weer uit gelopen. De meesten komen voor een allinson of spelt volkoren. Een groep scholieren gaat voor de croissants, en als Roos Moggré binnenwandelt, staat in no time haar cappuccino op tafel zonder dat ze een bestelling heeft hoeven doen.
Bijna elke dag begint ze hier met koffie voor ze naar het Mediapark in Hilversum vertrekt waar ze EenVandaag presenteert. Ze werd geboren in Strijen, een dorp in de Hoeksche Waard, onder Rotterdam. “Ik was zeventien en ging op kamers wonen in Utrecht, waar ik journalistiek ging studeren,” zegt ze. “Ik wilde echt gaan schrijven, maar kwam er vrij snel achter dat het best eenzaam is omdat je alles helemaal alleen doet. Radio en televisie maak je veel meer samen, dat vond ik uiteindelijk toffer.”
Je belandde bij RTV Utrecht.
“Een mooie tijd. Ik begon daar als radioverslaggever, er was een auto beschikbaar en eigenlijk mocht ik doen waar ik zin in had. Als je bij de NOS begint als redacteur, dan zit je waarschijnlijk jaren op dezelfde plek. Bij een regionale omroep heb je veel meer ruimte om je te ontwikkelen en allerlei verschillende dingen te doen.”
Naast je radio- en tv-werk ben je ook gaan schrijven.
“Ik vind de combinatie fijn. Bij radio heb je doorgaans meer tijd en er zijn veel minder mensen die zich bemoeien met hoe je erbij staat en in welke camera je kijkt. Het leuke aan tv is het live-element dat natuurlijk wel spanning met zich meebrengt. Ik ben heel blij dat ik het tot nu toe altijd heb mogen combineren, dat heb je natuurlijk niet bij elke baan.”
En het schrijven?
“Eerst had ik dat een beetje losgelaten, maar op een gegeven moment ben ik wel weer dingen gaan schrijven. Die stonden gewoon op mijn computer. Ik was een keer voor een fotoschoot bij LINDA., waar Saskia Noort net als columnist vertrok. Iemand vroeg me om wat op te sturen en zo ben ik daar terechtgekomen.”
Veel mensen kennen je als een van de gezichten van Het Jeugdjournaal.
“Ik vond het heel leuk om te doen. Het team was geweldig met veel jonge mensen, en kinderen zijn gewoon een hele positieve doelgroep. Soms gingen we na een dag hard werken met de redactie stappen in Amsterdam. Ik heb het een jaar of zes jaar gedaan, je groeit als het ware mee met zo’n programma. Ik heb er geleerd dat je altijd dingen moet blijven uitleggen. Daar heb ik in mijn carrière in de journalistiek veel profijt van gehad.”
Je hebt het populaire Wie is de Mol? gewonnen.
“Ik houd niet echt van spelletjes, ik word er niet blij van. Toen ik gevraagd werd vond ik het wel gaaf. Ik was uit mijn comfortzone en eigenlijk snap ik nooit zo veel van al die spelletjes. Omdat ik journalist was dachten anderen over me dat ik juist alles door had en dat ik fouten expres maakte. Op een gegeven moment had ik een bepaald imago en daar ben ik mee gaan spelen. Ik deelde geen informatie en sloot geen bondjes. Ik vond het een keer niet belangrijk om heel aardig gevonden te worden. Ik wilde winnen en dat is gelukt.
“Het was wel heel intens, ook omdat iedereen een mening over je heeft. Maar het was een mooie ervaring en ook wel leuk om een andere kant van mezelf te ontdekken.”
Je nieuwe boek Ik slaap alleen wat minder is gericht op vrouwen, je eerste boek ging over mannen.
“Ik slaap alleen wat minder zijn gebundelde columns uit LINDA. Het gaat over de vrouw die ik ben, maar vooral ook over de vrouw die ik graag zou willen zijn. Vorige week heb ik het boek gepresenteerd in een boekhandel met zestig vrouwen, we hebben vooral heel erg gelachen. Altijd blijven scheren was veel serieuzer van toon en gaat over burn-outs, somber zijn en onzekerheid. Voor dat boek heb ik acteur Huub Stapel, singer-songwriter Lucky Fonz III en hoogleraar Erik Scherder geïnterviewd. De rode draad van de gesprekken is dat heel veel mensen een stuk onzekerder en kwetsbaarder zijn dan je denkt. De titel is ontleend aan een uitspraak van Joost Vullings: hoe diep je ook zit, je moet altijd opstaan en je scheren.”
Erik Scherder, ook iemand uit deze buurt, vormt een mooi bruggetje naar Oost. Waarom wilde je hier afspreken?
“Het ruikt hier lekker, de koffie is goed en alle dames en heren zijn leuk. Als ik de kinderen naar school breng, dan mag ik van mezelf hier koffie halen en dan begint mijn dag.”
Waar sport je?
“Aan de overkant naast de padelwinkel zit een kleine sportschool, daar train ik een keer per week. De trainers zijn heel leuk en als ik een keer niet kom opdagen dan krijg ik een appje waar ik blijf. Ze peppen me elke week weer op. Ik weet gewoon dat ik het moet blijven doen.”
Waar eet je graag?
Bij 1900, vooral omdat de kinderen het leuk vinden. En we zijn onlangs bij Roef geweest, het nieuwe restaurant op de Middenweg. Aardige mensen, lekker eten en op fietsafstand.”
Waar ga je naartoe als je Oost verlaat?
“Mijn man komt uit Italië en zijn ouders komen uit Sardinië. Een prachtig eiland, de stranden zijn fantastisch en het is minder toeristisch dan de rest van Italië. Een hele toffe plek.”


