Vandaag schrijf ik een positief stuk over de Wibautstraat. Als architectuurrecensent van de Brug ben ik sowieso op de positieve toer. Niet dat er geen gebouwen af te kraken zijn, die zijn er genoeg. Ik kies ervoor, zeker in deze sombere wintermaanden, de lezer met een positief gevoel over zijn stad achter te laten.
Op een maandagmorgen ben ik voor de verandering uit mijn auto gestapt in de Wibautstraat om de sfeer op te nemen. Sinds mijn zoon overweegt om het Cygnus Gymnasium op nummer 1 van zijn scholenlijst te zetten ben ik voor het eerst begaan met de straat. Het imago is niet goed. Veelzeggend is de film Cycling Cities van architect en filmmaker Jord den Hollander. In de film laat hij bewoners van Boedapest, Milaan en Sao Paulo een foto van de Wibautstraat zien en vraagt de weg. Zonder aarzelen sturen de bewoners hem naar hun eigen Wibautstraat. De overeenkomst tussen de straten zit hem in de internationale architectuurstijl die rond 1970 vanzelfsprekend ingezet werd bij de aanleg van een stadsstraat van dit kaliber.
De architectuur en stedenbouw kan ik in het kort als volgt beschrijven: grote onpersoonlijke gebouwen staan ver uit elkaar langs een brede autoweg. Vergeleken met Amsterdam-Centrum en de oude wijken eromheen is de Wibautstraat kaal en leeg. Maar er is een interessante ontwikkeling gaande. Met de komst van de UvA en de HvA is er meer publiek op straat dan vroeger. Los daarvan is er een trend van succesvolle restaurants, hotels en clubs buiten het centrum. Restaurant Dauphine, het Volkshotel en Club Trouw zijn daar een voorbeeld van. De randen van de stad hebben aan aantrekkingskracht gewonnen.
Sinds kort is The Student Hotel gevestigd in de voormalige Parooltoren en het naastgelegen Trouwgebouw. Ruim 500 kamers te huur tegen een tarief dat voor een uitwisselingsstudent nog net op te brengen is gedurende een semester. De overgebleven kamers zijn voor toeristen die zich thuis voelen in de studentensfeer. Een gouden deal voor de initiatiefnemers van de transformatie van dit kantoorgebouw, dat op de nominatie stond om gesloopt te worden. Gelukkig is dat niet gebeurd, juist door het behouden en verbeteren van deze gebouwen krijgt de straat een ziel. De toren is alleen vanbinnen verbouwd, de laagbouw heeft er twee verdiepingen bij gekregen. De gevels van deze nieuwe verdiepingen zijn van cortenstaal en steken mooi af tegen de laagbouw. Het verticale ritme van de roestkleurige gevel en de verfijnde articulering van de betonnen horizontale gevelbanden brengen de schaal van het gebouw terug naar de schaal van de straat en de achterliggende woonwijk. De architect (Penta Architecten uit Harlingen) heeft hier goed werk verricht. Ik geef een 7,5.
Van Erven Dorens geeft een cijfer
Welke gebouwen geven kleur aan Oost? Architect en schrijver Jan van Erven Dorens beziet de stad met de blik van een kenner en velt zijn oordeel. Kijk maar.