De veranderende stad - van IJ tot Z

Stadsdelen met windstreken: Stedelijke ordening Amsterdam lijkt in een café tot stand gekomen

Amsterdam duidt haar stadsdelen aan met windstreken. Deze indeling is geografisch weinig steekhoudend. Een slordigheid die minder onschuldig is dan je denkt. 

Het aller oostelijkste puntje van de stad’ stond boven een artikel in de digitale editie van Het Parool over de aanleg van Strandeiland. Een oplettende lezer wees direct op het feit dat de meest oostelijke plek van de stad niet op IJburg is maar in Landelijk Noord. Te weten bij Uitdam, tegen de gemeentegrens van Waterland. Ik wees die lezer er weer op dat dit een eeuw lang het geval was maar nu niet meer. Sinds de fusie met Weesp ligt dáár het meest oostelijke stukje stad. 

Windstreken
In 1925 voerde de stad de indeling in windstreken in. Sinds die tijd is er officieel sprake van Amsterdam Noord, Zuid, West en Oost – een groepering die globaal nog steeds bepalend is. Wie denkt dat een geografische indeling rationeel en objectief is heeft het mis. In mijn boek Oerknal aan het IJ beschrijf ik enkele ‘geo-perikelen’ van Amsterdam-Noord. Het meest noordelijke stukje Amsterdam? Ligt dus níet in Noord maar aan de Noordzeekanaalweg in Nieuw-West. 

Voor Oost heb ik – behalve dat aller oostelijkste puntje – ook wat geo-dingen. Het meest westelijke stukje van Oost ligt niet bij het Oosterdokseiland maar aan de Amstel bij het pontje aan de Ouderkerkerdijk vlak bij de Riekermolen van Buitenveldert. Trek je van daar een loodlijn noordwaarts, dan kom je uit bij het Havengebouw aan het Westerdok. Dat op zijn beurt bijna even westelijk ligt als de Molenwijk en Oostzanerwerf. Voor niet-Noordkenners: bijna tegen Zaandam aan… 

Pseudo-geografisch 
Oost ligt helemaal niet zo oostelijk in de stad. Ook andere stadsdelen hebben hun geografische eigenaardigheden. Wie denkt dat Zuid het meest zuidelijke puntje heeft raadt het al. Zuidóóst heeft in de buurt van het AMC een meer dan 5 kilometer zuidelijker puntje. Het Vondelpark, altijd in één adem met Zuid genoemd, ligt westelijker dan het Westerpark, dat toch hét park van West is. 

Ja, de geografische indeling van Amsterdam kampt met schijnexactheid. Vermoedelijk is de scheefgroei lang geleden ontstaan. Het IJ en later het Centraal Station liggen hartstikke scheef in de stad. Kaartenmakers en cartografen – esthetici – houden meer van een rechte dan van een scheve stad. Dus hebben ze het diagonale schoonheidsfoutje op hun afbeeldingen eeuwenlang rechtgetrokken – het IJ en CS mooi horizontaal. In 1925 en ook lang daarna bestond Google Maps nog niet; de perceptie van ambtenaren werd wellicht beïnvloed door vertekenende cartografie. 

Anno 2022 zitten we opgezadeld met een stedelijke ordening die tot stand lijkt gekomen in het café. Is pseudo-geografische classificatie een probleem? Indeling heeft een vormend effect. Inwoners en ondernemers gaan er selffulfilling naar handelen. Voor je het weet is je stadsdeel een merk – Gucci of Zeeman. Elke grondambtenaar en makelaar weet hoeveel het uitmaakt als een gebied of woning binnen de grens van Centrum of Zuid valt. In het verleden leidden kleine mutaties van de stedelijke indeling waarbij een wijkje van West plotseling Zuid werd, tot sterke verhoging van de vierkante meterprijs. Omgekeerd is een huis minder waard als het in Nieuw-West, Zuidoost of Noord ligt. Een indeling in windstreken hoort te kloppen. Misschien moeten we er eens wat beproefde werktuigen bij halen: kompas, passer en geodriehoek. 

Foto: Niet IJburg maar Weesp is nu het meest oostelijke stukje stad.