Nieuws

Simon Gelens, van lonely sheriff naar veldwachter

Exact op de dag dat de eerste bewoners hun sleutel kregen, trad Simon Gelens (59) in dienst als buurtregisseur van IJburg. Negen jaar lang – van 2002 tot 2012 – doorkruiste hij de eilanden op zijn motor. Voor velen een vertrouwd beeld. Nu gaat-ie weg. Een nieuwe uitdaging tegemoet in landelijk Noord. Op 24 december draait hij zijn laatste dienst op IJburg.

Die eerste jaren was hij de enige politieman in de wijk. ‘Lonely Sheriff op een motor’ werd hij gekscherend genoemd. Omdat IJburg, met Zeeburgereiland erbij, een flinke buurt was, ‘op de fiets niet te doen’. “Meters maken, dat deed ik in die tijd. Ga maar na. Een grote ronde besloeg 17 kilometer.”

Het is mooi terugkijken. Gelens glimlacht. “Het was leeg hier toen. En het stikte van de bouwvakkers. Verkeerstechnisch was het een grote chaos. Die gasten zetten lukraak hun auto neer. Tot ik me ermee ging bemoeien.” Dan, zogenaamd ernstig: “Ik moest ze een beetje opvoeden hè.”

Het bleef best lang rustig op het eiland, herinnert Gelens zich. Allemaal nette mensen woonden er en het was net een camping. “Kinderwagens, fietsjes, mensen lieten het ook ’s nacht gewoon op straat. De volgende dag lag het er nog. Dat kan niet meer. IJburg is in negen jaar tijd een stuk Amsterdam geworden.”

Wat de buurtregisseur in 2007 al opmerkte, en ook nu nog steeds: er is op IJburg een ‘vergeten groep’. Hij kan dat niet vaak genoeg benadrukken. “Basisschoolkinderen zijn wel te ‘handelen’. Maar als ze ouder worden, dan gaan ze hangen. Er moeten veel meer plekken komen waar zij ook in dit weer kunnen samenkomen.”

Er is nog iets anders, als het even mag, dat Simon wil meegeven voor de toekomst. Hij heeft tenslotte wel wat gezien in al die jaren. “Er kwamen probleemgezinnen naar IJburg. Meerdere in een blok soms. Terwijl er geen warme overdracht tussen woningbouwcorporaties plaatsvond. Zoiets als een briefje: Jongens, hou er rekening mee. Nu is die overdracht er wel, zegt men.”

“Maar als je het mij vraagt moet je die jochies uit de anonimiteit halen. Als er klachten komen, direct tegen de ouders zeggen: jouw kinderen gedragen zich niet. Die wijkmeesters van de verschillende woningbouwverenigingen die hier zitten, dat is een prima initiatief. Alleen jammer dat ze er van negen tot vijf zijn. Want daarna komen kinderen op straat. En kunnen ze zien wie er lopen en waar ze wonen.”

Klagers
Met het groeien van de wijk stond Simon niet meer alleen. In 2008 kwam er een heus politiebureau en kreeg de buurtregisseur collega’s: eerst Faruk, later Nathalie. Per 1 januari 2012 wordt Simon opgevolgd door Michel Hagebeek. Gelens knikt. “Ik laat IJburg in goede handen achter.”

Nu we toch zo lekker eerlijk zijn…. Wat zijn IJburgers eigenlijk voor types? “Nou.” De buurtregisseur krijgt er schik in. “Hier woont een categorie mensen die het zeuren niet heeft uitgevonden, maar heeft geslepen en gepolijst.” Zo herinnert Simon zich de eerste klacht over ‘hangjeugd’. “Stonden er vier donkere jochies bij de Albert Heijn. Een jaar of 11 waren ze. Dat noem ik geen hangjeugd, hoor.”

Ineens weer serieus: “Even zonder gekheid, er wonen veel leuke mensen in deze wijk. Maar ook, en dat valt me echt op, veel klagers. Echt veel. In andere wijken is dat niet. Het zijn hoogopgeleide mensen, die het meteen hogerop zoeken als er wat is. Bellen ze de wethouder. Niet altijd slim, want dan komt de klacht pas een paar weken later bij ons terecht.”

Al met al heeft-ie een prima tijd gehad. De wijk groot zien worden. Het leukste van alles was dat-ie het allemaal zelf mocht bedenken. “Ik was eigen baas hier. Ik heb lekker gewerkt, mijn tijd op IJburg zal me altijd bij blijven.”

Weemoedig stemt het hem niet. Ben je gek. Hij heeft zin in Landelijk Noord, ‘kilometers mooie weggetjes’. “Veldwachter noemen de mensen me daar al.”