De veranderende stad - van IJ tot Z

Segregatie is een keuze: ‘Vooral de witte, hoogopgeleide bubbel lijkt zich af te zonderen’

De Amsterdamrellen van afgelopen maand zouden geen verbazing mogen wekken. De hoofdstad heeft zowel een groot joods als islamitisch bevolkingsdeel. Als internationale stad is ze een klankkast van wereldgebeurtenissen.

De vulkaan in het Midden-Oosten heeft ventielen in Amsterdam. De paniek en wanorde na Ajax-Maccabi Tel Aviv waren te verwachten. Chaos beantwoord je met kalmte. En met wederzijdse inleving. Laat je niet opjutten, denk rationeel en snap andermans irrationele angst. Beide groepen zitten gevangen in angstige cirkelredeneringen. In de joodse gemeenschap in Zuid spookt het verleden. ‘Ze gaan op jodenjacht, het zijn pogroms, het is weer 1938 (Kristallnacht), we moeten vluchten uit Nederland!’ Maar als je dit relativeert denk je: ‘De ophitsers in politiek Den Haag roepen maar wat, de jongens op scootertjes waren boze jongens die niet snappen wat er vroeger gebeurd is. Blijf kalm en blijf hier.’

Gedeelde positie
Voor moslims in Nieuw-West doemde ook een oud spook op. ‘Ze noemen het een integratieprobleem. Alle moslims krijgen de schuld, net als in 2001. Het is weer als na 9/11 of de moord op Fortuyn en Theo van Gogh. We moeten vluchten uit Nederland.’
Maar als je dit relativeert denk je: ‘De ophitsers in Den Haag roepen maar wat, dat is een klein groepje politieke stemmingmakers. Het is niet meer 2001, blijf kalm en blijf hier.’

Juist nu moeten joodse en islamitische Amsterdammers hun gedeelde positie onder ogen zien. Beide groepen worden geconfronteerd met het verleden. En worden als aparte groep over één kam geschoren. Het beste kunnen ze het voor elkaar opnemen tegen snode ophitsers die ze tegen elkaar willen uitspelen.

Eigen sportclubs
Voor de lange termijn moet de gemeente Amsterdam kritisch kijken naar hoe zij bevolkingsgroepen de afgelopen honderd jaar heeft geconcentreerd in afzonderlijke stadsdelen. In mijn boek Op een dag in Nieuw-West beschrijf ik hoe etnische groepen in verschillende stadsdelen geclusterd raakten, zodanig dat ze elkaar zelden ontmoeten. Amsterdamse moslims in Nieuw-West, de joodse gemeenschap in Zuid en de mensen met Afrikaanse roots in Zuidoost. Met eigen gebedshuizen, scholen en horeca. En eigen sportclubs.
Zelf heb ik in Amsterdam twee voetballende kinderen. We kozen bewust voor een club waar alle nationaliteiten en bevolkingslagen vertegenwoordigd zijn – want tegenwoordig is een gemengde of ongemengde club een keuze. Niet elke club bevordert menging. Om de haverklap spelen mijn jongens tegen Amsterdamse clubs die uit slechts één nationaliteit bestaan. Een enkele keer is dat Turks, maar vaker zijn het witte teams met accentloos sprekende kinderen. Deze verenigingen komen doorgaans uit Amsterdam-Oost of -Zuid. Ook daar zijn ze trouwens geen afspiegeling van de stadsdelen, de ouders kiezen een club vanuit hun bubbel.
Hetzelfde geldt voor de middelbare scholen in Centrum en Zuid, en zelfs voor sommige basisscholen. Vooral de witte hoogopgeleide bubbel lijkt zich af te zonderen – wie heeft eigenlijk een integratieprobleem? Zo blijft de hele stad vanuit z’n eigen vernauwde perspectief boos, bang en bedroefd, zonder in contact te komen met de ander. Laten we die segregatie van de stad doorbreken. Kijk kritisch of de school of club van je kind wel écht gemengd is. Amsterdam is geen Jeruzalem en dat mag het ook niet worden.

Foto: Een zaterdagochtend op Sportpark Drieburg in Oost. De teams op deze foto komen niet in het artikel voor.
‘Voor de lange termijn moet de gemeente Amsterdam kritisch kijken naar hoe zij bevolkingsgroepen de afgelopen honderd jaar heeft geconcentreerd in afzonderlijke stadsdelen.’