Dit voorjaar publiceerde de gemeente de rapportage Ontwikkelbuurten 2019. Een 91 pagina’s tellend verhaal over de 32 achterstandswijken van Amsterdam. Oost komt er niet in voor. Misschien mag ik het eens hardop zeggen: de afgelopen tien tot twintig jaar is Oost aangehaakt bij Amsterdams favorabele stadsdelen. Natuurlijk, in de Watergraafsmeer woonde de chirurg al naast de hoogleraar, maar tot voor kort waren er ook flinke probleemgebieden – bijvoorbeeld in de Transvaalbuurt en Indische Buurt. Er is uiteraard nog meer dan genoeg krakeel, maar Oost heeft geen officiële ‘ontwikkelbuurt’ meer.
Het rapport schetst het beeld van een zwaar gesegregeerde stad. Een beetje chargerend kun je zeggen dat de zwarte community woont in Zuidoost, de moslimgemeenschap in Nieuw-West en de witte laagopgeleiden in Noord. Hoewel er in die stadsdelen genoeg dingen goed gaan, is de sociale problematiek groot. Jeugdcriminaliteit, huiselijk geweld, schulden, onderwijsuitval, werkloosheid, verslaving. In deze wijken zijn kinderen die kansarm opgroeien.
Het meest verontrustende aan de rapportage is dat de scheve verdeling van arme wijken over de stad onbenoemd blijft. De achterstandsbuurten zijn samengebald in Zuidoost, Nieuw-West en Noord – maar nergens wordt die clustering als onwenselijk bestempeld. In plaats daarvan zet de gemeente een optimistische toon door deze wijken dolgraag te willen verbeteren, op voorwaarde dat het geld gevonden wordt. Als oplossingen worden onder meer verduurzaming van de woningen en meer groen aangedragen – al zijn juist deze drie stadsdelen met afstand de groenste van de stad.
Tweedeling is een ‘systemisch’ fenomeen. Zuidoost, Nieuw-West en Noord kennen hun contrazijde in het snel gentrificerende Amsterdam-Oost. In de Watergraafsmeer bouwt de gemeente samen met de Universiteit van Amsterdam een enorme verzamelplaats van onderzoeks- en onderwijsinstellingen. Onder het mom van ‘campusmodel’ vertoont Science Park Watergraafsmeer trekjes van stedelijke apartheid. Bereikbaarheid is bij de keuze van het Science Park geen overweging geweest, want deze locatie heeft op dat punt vooral nadelen. In de spits staan auto’s er vast en het speciaal hiervoor gebouwde stationnetje heeft weinig capaciteit. Iets soortgelijks verderop in Oost. De Hogeschool Inholland gaat zich in de Sluisbuurt van Zeeburgereiland vestigen. Voor de locatie Diemen, bij de Bijlmer in Zuidoost, betekent dat einde verhaal. Deze onderwijskolos verruilt een perfect bereikbare locatie in Zuidoost voor een matig bereikbare op Zeeburgereiland. Die 7500 studenten en honderden personeelsleden passen nooit in de nu al compleet overbelaste tram 26. Overigens wees Inholland in een eerder stadium een vestiging bij het toekomstige metrostation Noord af.
Met clustering van hoger onderwijs – de belangrijkste emancipatiemachine van het volk – in de rijkste delen van de stad (Zuid en Centrum hebben ook veel hoger onderwijs) moet een stad zeer voorzichtig zijn. Amsterdam is dat niet. De opstellers van het gemeenterapport weten heus dat juist onderwijs de allerbelangrijkste ontwikkelaar is voor jongeren uit ontwikkelbuurten. Waarom dan hoger onderwijs weghalen uit Zuidoost en eerder al uit Nieuw-West (tandheelkunde)? Waarom zit geen enkele UvA-faculteit in Noord? Deze ‘ontwikkelstadsdelen’ hebben locaties bij metro- en NS-stations die vele malen beter bereikbaar zijn dan die van Science Park en Sluisbuurt.
Kinderen die opgroeien in de 32 ontwikkelbuurten zien in hun stadsdeel niet het logo van UvA of VU. Terwijl ze sneller over de flinke drempel van het hoger onderwijs zouden stappen als die vertrouwdheid er wel is. Amsterdam houdt het hoger onderwijs weg uit de arme stadsdelen. Doe in die ontwikkelbuurt maar een extra plantsoentje en een speeltuin. Waarom zou die jeugd moeten opgroeien met een universiteit aan het eind van hun straat?
Rubriek: De veranderende stad – Van IJ tot Z
Bas Kok is auteur van het boek Oerknal aan het IJ, waarin hij de geschiedenis van Amsterdam schetst, bezien vanuit Noord.
In zijn bijdragen voor de Brug zal hij schrijven over de veranderende stad. Geschiedenis en toekomst komen in zijn stukken vaak samen, want volgens Bas pendelt het heden van een stad tussen verleden en toekomst. Bas groeide op in Noord, waar hij nog steeds woont. Tussen 2000 en 2012 woonde hij op Borneo-eiland. Sindsdien heeft hij bijzondere aandacht voor het IJ en de grensgebieden tussen Noord en Oost. Bas is voorstander van een of meer bruggen over het IJ, dus het wekt geen verbazing dat de titel van deze krant hem aanspreekt.