Sport

Schrijver Jan van Mersbergen is een dienstbare elftalleider

Hij schreef vele romans en won daar verschillende prijzen mee. Op woensdagavond en zaterdag doet Jan van Mersbergen (1971) echter niets met schrijven, dan gaat voetbal voor. Want sinds de zomer is hij leider van Wartburgia’s tweede zaterdagelftal. Over een sociaal mens in een dienstbare rol.

Omschrijf jezelf eens als voetballer.
“Ik speel hier sinds 1991, maar was nooit zo’n geweldige voetballer. Meer een stugge verdediger, hard werken. Ik moest het hebben van conditie en duels, maar het fysieke is er een beetje af. Ik kon goed meekomen, maar vorig jaar keken ze op de training een beetje moeilijk als ik in hun team zat.”

Tegenwoordig ben je elftalleider. Hoe dat zo?
“Qua voetbal ging ik het niet meer redden, maar ik blijf graag bij het team. Deze club is heel dorps. Het voordeel is dat je met niemand een afspraak hoeft te maken, want woensdagavond en zaterdag is iedereen er gewoon. Graag geef ik die jonge jongens dat speciale clubgevoel mee. Er loopt er eentje die op zijn vierentwintigste al acht clubs heeft gehad… Ik heb een dienstbare taak. Schrijven is anders; dat doe je echt voor jezelf. Ik rust bij Wartburgia uit van werk en thuis (Van Mersbergen heeft drie kinderen, red.). Mijn vriendin begrijpt dat. Die vraagt me op zaterdag niet om te gaan winkelen of zo.”

Wat doet een elftalleider?
“Het is een vrij onzichtbare rol. Woensdag en zaterdag ben ik er, altijd voordat de jongens er zijn. Op woensdag is het belangrijkste dat de shirts gewassen zijn. Een ander clublid doet dat. Ik kijk of alle shirts er zijn en leg ze klaar voor zaterdag, of neem ze naar huis als we een uitwedstrijd spelen. Verder wordt er vooral gekletst. Opvallend weinig over werk trouwens, ze vragen me zelden hoe het met mijn boek gaat. Echt heerlijk dat ik hier geen schrijver ben! Dat maakt de mensen niet zoveel uit. Als er wat is, bijvoorbeeld ruzie op de training of teleurgestelde spelers die niet bij de wedstrijdselectie zitten, hoor ik dat graag. Bij mij kunnen ze dat kwijt. Het is geen therapie hoor, maar ze moeten wel ergens terechtkunnen. Daarom moet ik er altijd zijn. Op zaterdag vul ik het wedstrijdformulier in en vang ik de scheidsrechter op, best een grappige taak. Het is belangrijk hem welkom te heten met een bakkie koffie, want vaak zijn het typische mensen die een gebruiksaanwijzing hebben. Ze zitten heel erg op regeltjes, terwijl een relativerende sfeer heel belangrijk is. Dat voelen ze vaak niet aan. Ik denk eigenlijk dat we bij deze club zonder scheidsrechter veel goede wedstrijden zouden kunnen spelen zonder dat het uit de hand loopt.”

Meer sportverhalen.