Sport

s.v. De Meer honderd jaar. ‘Als het virus je gegrepen heeft, dan blijf je’

Het gebeurde op de stoep van de Middenweg, hoek Wakkerstraat. Op 10 februari 1918 richtten wat enthousiaste jongemannen, veelal tieners, een voetbalclub op: de Roomsch-Katholieke Watergraafsmeersche Voetbalvereniging. Deze vereniging heet tegenwoordig s.v. De Meer en zal komende maand haar honderdjarig bestaan vieren. Wij namen alvast een voorproefje en spraken enkele leden. We vroegen: wat vind je bijzonder aan s.v. De Meer én welk moment uit die rijke historie zul je nooit vergeten?

Thomas Gesink (29), speler eerste zondagelftal:
“Ik speel hier vanaf de F-jes en ben na een uitstapje bij CTO in Duivendrecht nooit meer weggegaan. Als het virus van De Meer je gegrepen heeft, dan blijf je. De sfeer is oud-Amsterdams zoals je in de horeca niet meer ziet. Voor nieuwe teams kan integreren lastig zijn, maar als je die Amsterdamse humor eenmaal kent, is die verslavend. Mijn hoogtepunt is onze promotie via de nacompetitie naar de derde klasse, in 2014. We wonnen met 1–3 bij Zuidoost United. Toen Stefan de Vries 0–2 maakte, stonden we met z’n allen voor onze supporters, iedereen ging volledig uit zijn plaat, mensen sprongen over elkaar heen. Toen wisten we: we gaan promoveren.”

Leo van Vuuren (67), speler (1962–1989), voorzitter:
“Veel mensen zullen dat over hun eigen club zeggen, maar ik vind de sfeer erg bijzonder. Natuurlijk wil je iedere wedstrijd winnen, kampioen worden. Allemaal belangrijk, maar het sociale gebeuren is minstens zo belangrijk. Dat was vroeger al en is eigenlijk nauwelijks veranderd. De timmerman drinkt bier met de accountant, iedereen ontmoet elkaar. Het absolute hoogtepunt uit onze geschiedenis is de nieuwbouw van het huidige clubgebouw in 1974. Onze kantine is best groot, maar door de verschillende hoogteniveaus ontstaan er gezellige hoekjes en oogt het niet massaal. We gaan volgend jaar verbouwen, maar laten de kantine intact.”

Hennie Vriens (63), speler (1982–1994), kantinekoning:
“Weet je, De Meer is gewoon een nette, gezellige vereniging met een kantine als huiskamer waar het voor iedereen prettig is. De promotie naar de derde klasse was speciaal. We speelden de beslissingswedstrijd in de Bijlmer tegen Zuidoost United. Vijftig procent van onze club was daar, het was echt ons feest. Wij stonden met een groepje dicht bij het bier, want dat is ook belangrijk. Het was spannend en toen Stefan de Vries scoorde, stonden we als vrienden te juichen en te doen, elkaar te knuffelen.”

Jaleesa Clows (28, op de foto), speelster tweede dameselftal:
“Wij hebben een heel divers team, maar gaan goed met elkaar om. De Meer is een soort familie, veel mensen spelen er heel lang. Het Knickerbockerstoernooi in Groningen vergeet ik nooit. We sliepen in een gymzaal. We waren hartstikke brak, maar ’s ochtends ging er een buzzer en moesten we opstaan. Tijdens de wedstrijden liepen er mensen over het veld met patat, lagen andere mensen te slapen. Iemand zette een bank in ons doel en ging met onze keepster praten tijdens het spel, heel raar. We speelden tegen sterke teams, maar wonnen het toernooi met penalty’s. Iedereen stond schouder aan schouder. Ik was superzenuwachtig en wilde eigenlijk niet nemen. Mijn penalty ging er nét in. Onze keepster stopte er eentje en we braken de tent af.”

Meer voetbal in Oost.