Jan geeft Sterren

Politiebureau Zeeburgereiland, 1 ster: ‘De Bunker in Osdorp is hierbij vergeleken een wonder van architectonische verfijning’

Retro troep… mislukte retro troep… prevel ik in mijzelf terwijl ik een rondje loop om het pas opgeleverde politiebureau op Zeeburgereiland. Van dichtbij is het nog erger. Een metershoog donkergroen hekwerk is provisorisch rond het gebouw opgetrokken. Zo te zien met de bedoeling het te laten begroeien met planten. Een doekje voor het bloeden, bedacht om althans het onderste stuk van de gevel te laten verdwijnen achter iets wat wel het aankijken waard is. Aan het hek hangen veel spierwitte camera’s op spierwitte pootjes. Een van de camera’s hangt aan een lange poot zodat hij om de hoek kan kijken. Geen gezicht.
Hoofdschuddend bekijk ik het allegaartje aan materialen en detailleringen dat alleen al voor de plint van het gebouw bedacht is: een paar meter donkergroen glas dat in een bocht gezet is, een paar meter extreem lelijk grijsbruin metselwerk, een paar meter gemetselde zuiltjes met lichtgroen glas ertussen. Vervolgens vijftig meter donkergroen hek, en dan, als klap op de vuurpijl, een stalen gevangenispoort, zijnde de toegang tot het afgeschermde parkeerterrein van de politie. 

Vergeleken bij dit bouwsel is de extra beveiligde rechtbank in Osdorp, bijgenaamd De Bunker, een wonder van architectonische verfijning. Een jaar lang heb ik de bouw gevolgd. Bij elk bezoek aan het nabijgelegen tankstation verbaasde ik mij over de ontluikende lelijkheid. “Amsterdamse School,” zei iemand hoopvol, wijzend op de rondingen in het metselwerk. Ik zie geen Amsterdamse School, ik zie een lompe gemetselde doos met rondingen. 
Het toppunt van lelijkheid is de combinatie van het massieve bakstenen gebouw met het half transparante stalen scherm dat eraan vastgeplakt is. De functie van het hek is onduidelijk. Mogelijk moet het een aansluiting vormen met een later te bouwen buurpand. Voor de complete ervaring ga ik ook nog even naar binnen. In mijn gestreken bermuda met kniekousen en gymschoenen zie ik eruit als een Amerikaanse toerist die aangifte komt doen van zakkenrollerij. Binnen tref ik een lege wachtkamer aan en een lege balie. Gelukkig maar, anders had ik de dienstdoende agent moeten zeggen dat ik een stuk ging schrijven over het gebouw. En ik wil natuurlijk niemand teleurstellen. Maar soms moet je wel, als architectuurrecensent. 

Ik zit er niet op te wachten om een goedbedoelend architectenbureau de grond in te schrijven. Maar iemand moet het doen, om herhaling te voorkomen. Tegen adviesbureau De Twee Snoeken uit Den Bosch (“Wij zijn een team van 100 ontwerpers, technici, kostendeskundigen, bouwfysici, ict’ers en communicatiedeskundigen”) zou ik willen zeggen: stoot jullie afdeling Architectuur, Interieur & Stedenbouw af en ga door met de afdelingen BouwConnect en WoonConnect. 
Ongetwijfeld zit het politiebureau degelijk in elkaar, is de bouwfysica op orde en is keurig binnen budget gebouwd. Maar de architectuur is om te huilen. Een paar klikken op de website van De Twee Snoeken bevestigt mijn vermoeden. Tientallen non-descripte schoolgebouwen, politiebureaus, gemeentehuizen en kindercentra zijn opgetrokken in Den Bosch en omgeving. Er zit wel lijn in, dat moet ik ze nageven. De extreem lelijke grijsbruine baksteen komt overal terug. Ik zie zelfs een regelrechte dubbelganger van het politiebureau. Dit is originele ‘bureaula architectuur’. 

Reacties naar jved@dorensarchitects.nl