Pascal Tan (30) presenteert Het Klokhuis. Zijn eerste woning in Oost telde precies zes vierkante meter. “Wat is er niet leuk aan de Javastraat? Het voelde meant to be.” Briefgeld knipt hij in stukjes om er vervolgens weer iets van te maken.
Pascal Tan kan een glimlach niet onderdrukken als hij op het terras van Bar Basquiat geposeerd heeft voor de fotograaf en nipt aan zijn flat white. In de Javastraat trekt een divers pluimage aan ons voorbij – een vrouw in een boerka, twee Taylor Swift-fans en een meisje op rolschaatsen dat hem herkent – terwijl hij in zuidelijke richting wijst. “Daar is het ooit begonnen. Ik woonde in een best wel royaal ouderlijk huis De Aker in Osdorp de Aker, met een dikke tuin. Er was helemaal geen reden om weg te gaan, ik heb lang gewacht om op mezelf te gaan wonen. Toen zag ik een oproepje op Facebook van twee vrienden die nog een huisgenoot zochten. Perfect, dacht ik. Ik kwam in een kamer terecht van zes vierkante meter.”
Vrij compact wonen.
“Echt gestoord. Er kon een bed in, maar wel een heel klein bed. Dat kon ik overdag opklappen, wat ik weer vrij geniaal vond. Daarnaast had ik een kastje, wat kunstitems die ik van een reis in Mexico had meegenomen en wat polaroidjes aan de muur, die verzamelde ik destijds. Het was meer dan superbasic.”
Hoe lang heb je het volgehouden?
“Ongeveer een jaar, omdat ik daarna mijn vriendin Janna ontmoette. Na drie maanden zijn we gaan samenwonen, maar ik had er stiekem wel moeite mee om afscheid te nemen van deze levendige buurt.”
Wat is er zo bijzonder aan de Javastraat?
“Wat niet? Ik kende de straat via vriend Marnix Haak die zich er als sociaal experiment een jaar lang heeft opgesloten, met als doel zijn buren beter te leren kennen. Vervolgens kwam dit huis op mijn pad en dat voelde meant to be. Ik wist meteen: hier wil ik wonen, want je hebt hier echt alles. Als je je haar moet knippen heb je drie verschillende opties. Er zijn superveel leuke barretjes en restaurantjes waar ik in die periode iedereen kende. Alles is multicultureel en loopt soepel in elkaar over. Via de Surinaamse toko beland je zo in het Kruidvat.”
Het Kruidvat lijkt me handig nu, want je wordt bijna vader.
“Janna is inmiddels mijn vrouw. Omdat we snel gingen samenwonen kwamen we in een versneld proces van onze relatie terecht. Je ziet elkaar ineens iedere dag en nacht, we hielden allebei van feestjes, dat was best intens! We zijn van lang leve de lol naar huisje-boompje-beestje gegaan. Nee, ze doet niks op tv, maar binnenkort kan je ons wel samen zien in De Pufclub, een docuserie van de KRO/NCRV waarin we worden gevolgd tijdens de zwangerschap op weg naar het ouderschap.”
Je bent ook collagist en hebt een kunstbedrijfje Studio Tanna. Wat doet een ‘collagist’?
“Iemand op Wikipedia heeft dat ervan gemaakt, maar het is een officiële kunstvorm voor iemand die collages maakt. Ik scheur bestaande materialen, knip ze op maat en maak daar weer iets nieuws van. Ik ben ooit begonnen met oude lp-hoezen van mijn vader, waarvan ik de meeste artiesten in kwestie niet kende. Ik zag alleen maar de vette plaatjes, en ben gewoon gaan knippen. Ik weet niet precies wat ik allemaal heb verknipt, maar laatst zag ik in een platenwinkel een lp van Bob Marley staan en die herkende ik nog uit mijn vaders collectie. Ik werk trouwens ook met briefgeld dat ik kapot knip, zo wil ik laten zien dat je van niks weer alles kan maken.”
Hoe combineer je dat met je werk als presentator van Het Klokhuis?
“Eigenlijk is alles begonnen met skaten, dat ik al mijn hele leven doe. We maakten skatevideo’s en soms werd ik gevraagd voor interviews en programma’s om mijn skatekunsten te laten zien. Skatevriend Marnix droeg mij voor bij een commercial. De regisseur was zo enthousiast dat hij vroeg of ik auditie voor Checkpoint wilde doen. Daar werd ik eerst testteamlid en daar is uiteindelijk Het Klokhuis uit voortgekomen. Door dat programma kom ik in aanraking met veel kunstenaars en artiesten. Presenteren is leuk, maar je moet scripts leren, veel onthouden en het is best intensief. Die kunstenaars zijn gewoon lekker de hele dag aan het creëren, zag ik. Dat leek me ook wel wat. Nu wissel ik beide disciplines af.”
Bij Het Klokhuis creëer je ook, maar op een andere manier.
“Elke aflevering zie ik ook als een soort kunstwerkje. Toen ik net begon wilde ik allemaal verschillende dingen doen, het liefst zo extreem mogelijk. Parachutespringen, met Rico Verhoeven in de ring staan, een paraboolvlucht maken; het kon me niet gek genoeg. Dat heb ik nu allemaal gehad, en mijn persoonlijke nieuwe ambitie is het om kinderen, maar ook ouderen, te inspireren en echt iets mee te geven. Dus waar ik vroeger voorstelde om uit een vliegtuig te springen, maak ik nu een item over ademhaling. Of een reportage met Street Art Frankey, een vette kunstenaar.”
Heb je ook nog tijd om te skaten?
“Het is en blijft een passie. Helaas doe ik het nu wat minder, maar ik pak het graag weer op. Mijn verlof is toevallig net begonnen, dus als het ouderschap een beetje meevalt heb ik ook weer tijd om te skaten.”
Waar ga je naar toe als je de stad verlaat?
“Griekenland. Mijn vriendin en ik hadden een jaar geleden als een soort impulsaankoop bijna een landgoed gekocht op Samos. Maar het bleek een farmland te zijn, waar je wel op mocht verbouwen, maar niet bouwen. Het project ging niet door, maar voor vakantie is het een heerlijk eiland.”
Foto: Op het terras van Bar Basquiat.