Kunst in de openbare ruimte is kwetsbaar. Objecten trotseren weer en wind, en altijd loert het gevaar van vandalisme. Kunstenaars gebruiken vaak weerbestendige en hufterproof materialen. Toch zullen de meeste kunstwerken de tand des tijds niet doorstaan. Soms duurt het een paar jaar, soms tientallen eeuwen. Maar uiteindelijk is alles vergankelijk.
Op de kop van een pand aan het Krugerplein hangt een groot mozaïek van Nelson Mandela. Op de website van gemeente Amsterdam valt te lezen dat het werk de band tussen de Transvaalbuurt en Zuid-Afrika moet eren. Het werk is in 2014 geplaatst, een jaar na de dood van de bekende anti-apartheidsstrijder, die na jaren gevangenschap president werd van Zuid-Afrika. Verder staat er dat het werk is opgebouwd uit kleine houten schildjes en minimaal vijf jaar blijft hangen. Vijf jaar! Is dat de tijd die we krijgen om deze grote, grote held te eren en te herinneren?
Gelukkig hangt het mozaïek na tien jaar nog blakend van gezondheid aan de muur. “Het werk is een initiatief van Eigen Haard,” vertelt kunstenaar Steffen Maas. “Ze wilden een kunstwerk aan de buurt schenken dat niet alleen voor, maar ook mét bewoners is gemaakt. Ik heb dat proces begeleid. De vijf jaar is maar een getal, er wordt bedoeld zolang het werk goed blijft. Ik heb goed nagedacht over het materiaal. De schildjes zijn geïnspireerd op een bouwstijl uit de Alpen, waarbij het water door de geschubde structuur snel van de muur stroomt. Dit bevordert de houdbaarheid op een natuurlijke manier.”
Steffen legt uit dat de waarde van het kunstwerk vooral ook zit in het proces. “Het ging erom dat bewoners elkaar zouden ontmoeten. Zij hebben samen overlegd en samen gekozen om Mandela te eren met een herinneringsteken. De gedachte waar hij voor stond paste goed bij de verscheidenheid in de buurt. We hebben in een tijdelijk atelier bijna 30.000 van die houten schildjes zitten schilderen. Gezinnen kwamen langs om te helpen en de ouders legden hun kinderen uit wat het gedachtegoed van Mandela is. Tegelijkertijd werden onderling meteen alle buurtzaken besproken. Ik vond het een unieke ervaring en ben blij met het eindresultaat.”
In de vergankelijkheid van het herinneringsteken zit een paradoxale symboliek verscholen die ook Steffen niet ontgaat. “Ik ga ervan uit dat het mozaïek nog een tijd kan meegaan, maar eens zal het verdwijnen. Mensen zijn kort van memorie en het zal altijd nodig blijven om Mandela te herinneren. Dan moeten dus ook de volgende generaties daar weer mee aan de slag.”