Geroutineerd vouw ik de kaart van Amsterdam uit op de keukentafel. Ik ben altijd een liefhebber van kaarten geweest. Mijn hand schuift over de kaart, van West naar Oost. Centraal Station, Marineterrein, Kattenburg, Wittenburg, Oostenburg, Cruquiuseiland, Zeeburgereiland, Steigereiland.
Steigereiland is waar ik nu zit. In 1985 zat ik aan een tafel in een oud en vervallen pand op Oostenburg. Een ingelijste zwart-witfoto aan de muur herinnert aan 21 februari 1985, de dag van de dertiende Elfstedentocht. Met twee vrienden reed ik die dag naar Friesland om getuige te zijn van het spektakel. Op de foto zijn we terug in Amsterdam en zit ik aan tafel met een fles jenever. Door het raam op de achtergrond is zicht op de Oostenburgervoorstraat, een grauwe, lege straat in de avondschemering. Ik ben lang niet meer op Oostenburg geweest, maar mijn interesse werd gewekt door dagelijks oppoppende Facebookberichten met de strekking ‘Jouw vriend Gerard vindt Oostenburg leuk!’
De algoritmes bleven mij achtervolgen zodat ik wel verder moest klikken naar een indrukwekkende computeranimatie van de ontwikkeling op Oostenburg. Robuuste woongebouwen in pakhuis-stijl aan het water, dicht op elkaar, verspringend in hoogte van 5 tot 10 verdiepingen. De nieuwe gebouwen staan tussen de monumentale fabriekshallen van Werkspoor en Stork. Op de overzichtstekening tel ik zes gigantische fabriekshallen. Wat is het mooi dat deze hallen op de monumentenlijst gezet zijn. Ik ben diep onder de indruk. Als ik deze ontwikkeling vergelijk met de treurige sloop/nieuwbouw die in de jaren zeventig gepleegd is op Kattenburg dan kan ik concluderen dat er veel verbeterd is op dit gebied.
Ik besluit weer eens te gaan kijken op Oostenburg. In de Oostenburgervoorstraat loop ik een paar keer heen en weer, op zoek naar het huis waar de foto in 1985 genomen is. Ik herken eigenlijk niet zoveel, maar intuïtief blijf ik staan voor een van de weinige oude huizen in de straat die niet vervangen zijn door nieuwbouw. Ik maak een foto maar geef het weinig kans. Thuisgekomen vergelijk ik de foto van buiten met de oude foto van binnenuit. Het raam is identiek, ik blijk het goed gezien te hebben.
Het valt mij nu pas op dat het nieuwe pand ernaast erg goed gedaan is. Het is nieuw, maar het valt niet op vanwege de klassieke opzet. Robuust gemetseld in een mooie donkere baksteen. De verdeling tussen ramen en metselwerk is klassiek, en vrij bijzonder voor eigentijdse architectuur, de ramen zijn getoogd. De getoogde ramen verwijzen naar de ramen van het oude huis ernaast. Prince Charles zou hier heel blij van worden, en ik eigenlijk ook. Als aanhanger van het deconstructivisme kan ik ook deze klassieke stroming waarderen.
Het project met de getoogde ramen blijkt een CPO naar ontwerp van IAA Architecten. Ik loop verder de buurt in en bewonder de monumentale fabriekshallen. De Werkspoorhal, die getransformeerd zal worden tot een Amsterdamse variant van de Rotterdamse Markthal, is gestript tot op de stalen draagconstructie en ziet er spectaculair uit. Van de woongebouwen uit de aanlokkelijke presentaties is de bouw in volle gang. Ik kom hier terug voor een vervolg.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl