Een van de speerpunten van Intratuin Amsterdam is het bevorderen van de biodiversiteit in Amsterdam en omstreken. Maar wat is biodiversiteit nou eigenlijk? En hoe kan iemand in een stedelijk gebied ook zijn steentje bijdragen? Er is niemand die dit beter uit kan leggen dan Hans van Hage van kwekerij De Bierkreek, de kweker van onze biologische rozen.
“Eerst even terug naar de schoolbanken. Bio betekent leven, diversiteit staat voor afwisseling, verscheidenheid. Stel je deze aarde eens voor met alleen maar madeliefjes en bijen. Dat ziet er wel vrolijk uit, maar eigenlijk is het een armoedig plaatje. Madeliefjes hebben meer nodig dan alleen bijen. Grasachtigen als buren bijvoorbeeld, en nuttige schimmels en bodemleven onder de grond. We willen juist een mooi geheel, van cactussen in de woestijn en waterplanten in de oceaan tot wieren en algen. En van hogere planten, mossen, eencelligen en onzichtbare organismen tot aan de grote blauwe vinvis, zoogdieren en insecten.”
“Dat alles met elkaar samenhangt en niet zonder elkaar kan bestaan, is ons pas de laatste jaren echt duidelijk geworden. Zo kan de landbouw niet zonder natuur, hoewel die sector dat zelf maar schoorvoetend durft toe te geven. Kent u legoblokjes nog van vroeger? Eén blokje heeft acht nopjes. Maar er zijn ook blokjes met vier of twee nopjes, en er zijn die kleine lastige, met één nopje. En dan zijn ze er ook nog eens doorzichtig of in tien verschillende kleuren. Laten we één nopje als een individu zien. En acht nopjes samen kunnen al een levensgemeenschap vormen. Al die levensgemeenschappen samen kunnen een biotoop worden.”
“Op dit moment kennen we twee miljoen verschillende soorten op aarde. In Nederland zijn er ongeveer veertigduizend. Deze soortenrijkdom mag je biodiversiteit noemen. Je kunt biodiversiteit ook per provincie bekijken, of per stad, per natuurgebied, per bos, per boom, per stronk, ja zelfs per vierkante meter.”
Zwartkijkers willen weleens beweren dat er in een kunstmatige situatie zoals een tuin of een park geen sprake kan zijn van biodiversiteit. Ze hebben wel een klein beetje gelijk, want een natuurlijke situatie met niet-gecultiveerde planten heeft altijd een hogere waarde voor biodiversiteit. Toch kun je in je eigen tuin wel degelijk iets bijdragen.”
“Het wilde duinroosje, dat inmiddels in Nederland best zeldzaam is, biedt aan veel meer insecten een thuis dan een gecultiveerde roos. Moet u de tuin dan maar vol zetten met wilde planten? Het zal de leefbaarheid in uw tuin voor veel insecten, vogels, kleine zoogdieren vergroten. Aan de andere kant is een tuin met veel bloeiende planten die nog dicht bij de oorspronkelijke soorten staan veel rijker, veel meer biodivers dan een gazonnetje waar echt niets anders staat dan één soort gras. Ook biedt dit meer biodiversiteit dan een betegelde tuin.”
“Biodiversiteit vanuit het tuincentrum is mogelijk. Vraag bij voorkeur wel naar biologisch geteelde planten, die zijn zonder insecticiden gekweekt. En creëer ruimte in je tuin voor vogels, kleine zoogdieren en insecten. Dat kan met insectenhotels, maar ook door stapels snoeihout achter in de tuin te verwerken. Zo divers mogelijk, dat wel!”
Foto: Zweefvliegen hebben stuifmeel en nectar nodig, in dit geval van wilg, om hun eitjes te leggen op plaatsen waar bladluizen zitten. Zweefvlieglarven zijn een van de grootste opruimers van bladluizen, spint en trips. Zonder stuifmeel en nectar van inheemse planten, géén bestrijding van bladluizen.
Intratuin Amsterdam werkt zoveel mogelijk met biologische kwekers met hart voor de natuur. Ze maken bijvoorbeeld hun eigen potgrond, gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen en geven ruimte aan bijen en vlinders. Drie kwekers vertellen je wat ze belangrijk vinden, en hoe jij thuis kunt bijdragen aan biodiversiteit.