Filmmaakster Abajo Pérez portretteert in samenwerking met dichteres Maud Vanhauwaert levensbedreigend zieke Nederlanders. Met een documentaire, installatie en een dichtbundel ‘Ik ben mijn lichaam niet’ is de stervende mens voelbaar in de wereld die achterblijft.
Ik ben mijn lichaam niet is een ingetogen en nostalgische reis. “Film, poëzie en tentoonstelling versterken elkaar in een ontroerend verhaal,” aldus Guus Sluiter, directeur van Museum Tot Zover.
Ruim een jaar lang filmde Abajo Pérez het leven van een vrouw die ongeneeslijk ziek was. Een vrouw die weigerde zich neer te leggen bij de gedachte van haar eigen dood. Mijn lichaam is niet het enige dat ertoe doet, beredeneerde zij, mijn identiteit bestaat ook buiten de grenzen van het lichamelijke. In de film gaat een poëtische stem, die het lichaam vertegenwoordigt, de strijd aan met de sterfelijkheid van het personage. Het gedicht dat Maud Vanhauwaert voor die stem schreef, snijdt tussen de beelden.
Onze omgeving is niet levenloos, maar juist doordrenkt van emoties en verhalen. Wat vertellen persoonlijke voorwerpen over een mens? Welke energie is voelbaar in een achterlaten ruimte? In het museum vind je een perfecte replica van de woonkamer van de ongeneeslijk zieke Klaas – inmiddels overleden. Het voelt alsof de persoon zojuist de kamer is uitgelopen en ieder moment terug kan keren. Je hebt de neiging om alles intact te houden en niets aan te raken, zodat de persoon die eigenlijk al weg is, niet vervliegt. Via een interactieve telefoon vertelt Klaas zijn verhaal.
Crossmediale dichtbundel
Deze dichtbundel zal een digitale interactieve ervaring worden en zes portretten omvatten van mensen die reeds verdwenen zijn, maar wiens aanwezigheid nog voelbaar is op de plekken waar zij geleefd hebben. De tentoonstelling toont het eerste portret. De portretten worden samengesteld aan de hand van telefoongesprekken met terminaal zieke mensen. Ze documenteren de laatste maanden uit het leven van deze mensen.
Film en tentoonstelling zijn tot en met zondag 1 augustus te zien in Museum Tot Zover.