Nieuws

Nieuw boek Metje Blaak. ‘Tot de voordeur hield Marieke van haar klanten’

Aan de beroemde schrijverstafel van het minstens zo bekende Café Scheltema op de Nieuwezijds Voorburgwal, dat speciaal voor deze gelegenheid openging, presenteerde filmmaker, fotograaf en schrijver Metje Blaak (74) zondagmiddag haar nieuwste boek Marieke, eindelijk van God los. In helder, toegankelijk taalgebruik vertelt Blaak het verhaal van Marieke en haar bestaan als sekswerker en raamexploitant.

Dat Marieke, het pseudoniem van de hoofdpersoon, Blaak uitkoos om haar soms rauwe geschiedenis op te tekenen komt door hun gedeelde verleden. De schrijver was van begin jaren ’70 tot eind vorige eeuw ook sekswerker en werd later woordvoerder van De Rode Draad, de belangenvereniging van prostituees. “Marieke en ik begrijpen elkaar zonder woorden omdat we soortgelijke situaties meemaakten.”

Als kind was Marieke al gefascineerd door vrouwen die in gewaagde kleding achter rood verlichte ramen staan. Ze zag hen als prinsessen. Ondanks de klap die ze van haar moeder kreeg toen ze zei één die vrouwen te willen zijn, ging ze toch ‘het leven’ in. Op haar veertiende paste ze op de baby van een harteloos stel dat haar ‘ander werk aanbood’ en belazerde. Ook Metje kwam op jonge leeftijd in aanraking met prostitutie. “Eigenlijk zou ik verpleegster worden. Eén van de oude mannen die ik verzorgde, sloeg enorm aan toen ik hem waste. Kort voordat hij zijn laatste adem uitblies, gaf ik hem handmatig een happy end.” Door haar daad werd ze op staande voet ontslagen. Voor Metje was dat een bevestiging van iets wat ze al vermoedde. “Veel vrouwen kunnen het zich niet voorstellen, maar prostitutie was mijn roeping. Ik was ervoor geboren.”

Met de meeste klanten heeft Marieke een prettige, op wederzijds respect gebaseerde omgang. Tot de voordeur houdt ze van hen en is zij hun vriendin. Met een vaste klant eet ze wekelijks verse, door haar gebakken appeltaart. Als de man ernstig ziek is, hebben ze tussentijds ook telefonisch contact. Marieke is aanwezig op zijn uitvaart en wordt daarna gebeld door de echtgenote van de man. De vrouw bedankt haar, vermoedt dat haar man een paar maanden langer heeft geleefd door de zorg van en vriendschap met Marieke.

Buiten de peeskamer gaat het Marieke minder goed. Na mislukte relaties denkt ze dat Godfried de man van haar leven is. Het geluk is van korte duur. Zijn charmes slaan om in agressie en pooiergedrag. Door zijn hoge eigendunk noemt Marieke hem neerbuigend ‘God’. Met veel moeite komt ze van hem af. Hoewel er zeker misstanden waren én zijn, nuanceert Metje het beeld over sommige prostituees die in de jaren ’70 en ’80 hun vriend als pooier hadden. “Schijn bedriegt. Die mannen reden in luxe, door hun vriendin betaalde auto’s, maar moesten zelf schooieren voor de benzine. Ze fungeerden als privéchauffeur.” Zelf had Metje ook ups en downs in de liefde, inmiddels is ze al 32 jaar gelukkig getrouwd. 
 
Op pijnlijke wijze wordt Marieke duidelijk dat het onderhouden van vriendschappen buiten haar werk vaak onmogelijk is. Een vriendin die ontdekt wat ze doet, stoot haar af. Bij andere vrouwen kan ze niet goed aarden. Haar collega’s worden nog belangrijker. Metje herkent de problemen, ondervond die zelf ook. “Ongewild leef je in een subcultuur. Voordeel in onze tijd was de saamhorigheid in plaats van elkaar te beconcurreren. We waren zorgzame collega’s met een haast familiaire band en grepen in bij wantoestanden. Tegenwoordig kennen de vrouwen elkaar amper, ze komen van over de hele wereld. De solidariteit van vroeger zie ik niet meer.”

Nog steeds voelt Metje zich betrokken bij de Amsterdamse Rosse buurt, een gebied waar ze zelf overigens kort werkte. “Burgemeester Halsema wil geschiedenis schrijven door de Wallen op te doeken en ergens in een uithoek van de stad een erotisch centrum te openen. In werkelijkheid schept ze een nieuw probleem. De voorgestelde locaties voor zo’n centrum liggen allemaal in gebieden waar bij lange na geen sociale controle is. Dat is minder veilig voor klanten en sekswerkers. Beiden hebben geld op zak en zijn in een verlaten gebied kwetsbaarder voor berovingen dan in de drukke straten op de Wallen. Een deel van de vrouwen zal daarom uitwijken naar andere plekken. Iets wat nu overzichtelijk is, verspreidt zich dan als een olievlek. Voor de stad is het ook slecht. Veel toeristen komen voor de Wallen naar Amsterdam. Jaarlijks levert dat veel geld op.”  

Naarmate de tijd verstrijkt, beseft Marieke dat haar werk niet voor altijd is en ze weinig alternatieven heeft. Ze krijgt de kans een pand met ramen over te nemen. Na een moeilijke start in een tijd waarin de concurrentie steeds heviger wordt, vindt Marieke een weg in haar nieuwe functie. Ze ontfermt zich over twee jonge vrouwen die bij haar komen werken en net als Marieke soms op onverwachte momenten met hun beladen verleden worden geconfronteerd. 

Door oningevulde jaren op hun cv en stigma’s hebben veel voormalige sekswerkers moeite een andere baan te vinden. Het maken van nieuwe contacten gaat stroef. Anders dan Metje zijn ze bang dat hun verleden uitkomt. “Het etiket dat mij is opgeplakt, ben ik nooit vanaf gekomen. Daarom gebruik ik het nu op een positieve en creatieve manier.” Toen Metje dertig jaar geleden stopte als sekswerker begon ze een fotostudio. Afgelopen decennia maakte ze korte films, documentaires en schreef 18 boeken, ook voor kinderen. “Helaas verkopen mijn kinderboeken het minst. Veel mensen begrijpen niet dat ook iemand als ik leuke kinderverhalen kan schrijven.”

Marieke, eindelijk van God los reist zonder de lezer te willen overtuigen door een veelbewogen leven dat de meeste mensen niet begrijpen en door hypocrisie, onwetendheid en vooroordelen op voorhand afkeuren. De sneltreinvaart van het verhaal is zowel de kracht als zwakte van de biografie. Geen regel is saai. Integendeel, de gebeurtenissen volgen elkaar zo rap op dat je amper tijd krijgt die te verwerken. Ondanks alle openheid blijft soms de vraag wie de personages zijn. Wat ze zeggen is duidelijk, wat ze voelen en denken niet altijd. Belangrijker is dat het boek op geslaagde wijze de menselijke kant van een onterecht gedemoniseerde wereld laat zien.

Foto Michael van Oostende