Nieuws

Natuur beleven in de Diemervijfhoek

Vanaf het strand bij Blijburg zie je het liggen, aan de overkant van het water. Een wuivend wilgenbos. De Diemervijfhoek. Ooit een buitendijkse stortplaats voor overtollige grond, nu een weelderig stuk natuur. Oerbos, zo noemt boswachter Ton Visser het. Nooit door mensenhanden aangeraakt. Vanzelf gegroeid uit de zaden die met de grond meeverhuisden of die door vogels in het zompige moeras werden uitgepoept.

Kruiden, bloemen, riet. Wilgen, elzen, een enkele eik. Een prachtig onderkomen voor vossen en ringslangen. Een paradijs voor watervogels, steltlopers, een visarend zelfs. En dat allemaal op tien minuten lopen van IJburg.

Sinds enkele jaren is de Diemervijfhoek in beheer bij Staatsbosbeheer, en die heeft het met bruggetjes en paden toegankelijk gemaakt voor publiek. Voorzichtig, want de natuur mag niet verstoord worden. Geen gettoblasters mee dus, maar genieten van de wind door de bomen, de klotsende golven van het IJmeer. En kijken, vooral kijken. Er is zoveel te zien. Niet alleen voor doorgewinterde natuurvorsers, maar ook voor natuurleken.

Bereikbaarheid
Zoals gezegd, de Diemervijfhoek is niet ver weg. Te voet of op de fiets verlaat je IJburg aan de oostkant, via de weg langs Blijburg of vanuit de oostpunt van het Diemerpark over de Diemerzeedijk. De officiële ingang ligt bijna onder de Benno Premselabrug, recht tegenover de Zeehoeve. Boswachter Visser: “Sommige mensen proberen er in te komen door over de reling van de brug te klimmen, maar dat is niet toegestaan en gevaarlijk bovendien.”
Een informatiepaneel van Staatsbosbeheer toont hier de plattegrond van het gebied, met de wandelroute en een beschrijving van wat de natuur hier te bieden heeft. Visser: “Trek voor de wandeling een paar uur uit. Er is zoveel te zien, je moet op je gemak kunnen rondkijken.”

Oude zeedijk
Bij de ingang ga je via een steile houten trap de dijk over. “Dit is de oude zeedijk, die ligt er al sinds de middeleeuwen,” zo vertelt de boswachter. “Achter deze dijk kieperden ze de grond die ze overhielden bij de aanleg van de elektriciteitscentrale en het Amsterdam-Rijnkanaal. Om ervoor te zorgen dat de grond niet wegspoelde, werd er ook aan de buitenkant een dijk omheen gelegd.”
Het is die buitendijk waar je langs wandelt, aan de buitenkant van het dichtbegroeide oerbos vol kreken en moerassen. Links van je een steeds wisselend uitzicht over het water van het IJmeer, met af en toe het silhouet van IJburg op de achtergrond, om je er nog eens van te overtuigen dat je echt heel dicht bij huis bent. Verder kun je uitkijken naar Pampus, naar het Muiderslot en naar het zogenoemde ‘werkeiland’ dat vlak voor de Diemervijfhoek ligt.
In de begroeiing op de buitendijk hebben wandelaars in de loop der jaren een paadje uitgesleten, dat nu door Staatsbosbeheer enkele malen per jaar voorzichtig wordt gemaaid, zodat het lopen er wat gemakkelijker gaat. Laarzen zijn overigens geen overbodige luxe – de grond is nog steeds dras en zompig.

Wat is er te zien?
Links en rechts naast het pad groeien alle mogelijke soorten planten en bloemen. Hoe langer je kijkt, hoe meer je er ziet. “De herkomst van de grond is zo divers dat je ook planten ziet die alleen voorkomen in het duingebied, zoals de teunisbloem, of in rivierengebieden, zoals de kaardebol. Hier staan ze allemaal door elkaar.”

Ton Visser wijst ze  aan: watermunt, wilde peen, klaver (ook een klavertjevier gevonden), koninginnekruid, smeerwortel, valeriaan, groot hoefblad, allerlei soorten grassen, riet, inheemse berenklauw en van ver de reuzenberenklauw. Als je niet weet hoe al die planten heten is dat ook niet erg, ze vormen samen een prachtig schilderij.
En wat zien we verder? Tja, de mens…. hier en daar ook brandnetels dus. “Maar gelukkig heeft de natuur zijn eigen apotheek,” zegt Visser, wijzend op de hondsdraf en weegbree die pal naast het brandnetelbosje groeien. “Wrijf met een fijngeknepen blaadje over brandnetelblaren en de jeuk is weg!”

En dan de dieren. Bij iedere stap roetsjt er wel iets weg. Een bruine kikker, een pad, een muisje, een ringslang misschien? De boswachter ruikt de geur van oude koffie en hij zegt: “Ruik es, hier heeft net een vos gepiest.” We zoeken naar sporen in de modder, maar de pootafdruk is van een hond. Die van vossen zijn langwerpig, die van een hond wat ronder.

Vogels zijn er in groten getale. Al laten zij zich vandaag niet allemaal zien. Visser vertelt wat er zoal rondvliegt en -zwemt. “In dit jaargetijde zien we de fuut, de ijsvogel en de krooneend, in de herfst komen er wintergasten bij als de krakeend en duikeenden, bijvoorbeeld de topper en de kuifeend. De visarend zit hier, en soms komt van de Oostvaardersplassen zelfs de zeearend even buurten. En verder heb je hier uiteraard roofvogels, zoals buizerd en havik, en bosvogels als gaai, bonte specht en bosuil.” Door zijn verrekijker zien we op een boomstam in de naastgelegen baai een zilverreiger staan. Een grijze reiger wiekt voorbij, en over het water cirkelen kleine, zwaluwachtige vogels. “Steltlopertjes” noemt de boswachter ze.

Vogelscherm
Aan de noordoostkant buigt het pad naar rechts, het bos in. Hier kom je op een splitsing. Rechtdoor leidt het pad dwars door het bos terug naar de zeedijk. Links begint het oostelijke deel, dat voor honden niet toegankelijk is. Hier heb je de grens bereikt van het rust- en broedgebied van tientallen soorten vogels, dat ook door mensen niet verstoord mag worden. Als je geen hond bij je hebt, mag je er een stukje in lopen. Na zo’n tweehonderd meter struinen door het struweel kom je bij een langgerekt stalen vogelscherm, dat uitzicht biedt over het water. Door de kijkgaten kun je urenlang naar de vogels kijken zonder ze schrik aan te jagen Boswachter Visser: “Vooral in de herfst en winter zie je hier alle soorten trekvogels. Ze strijken in grote zwermen neer om uit te rusten en te foerageren. De eenden dragen na de rui hun prachtkleed en zien er dan schitterend uit, vooral de krooneend met zijn roodbruine kop en felrode snavel.”

Herfstwandeling
Een goed idee voor een herfstwandeling, die Diemervijfhoek. Doe voor de zekerheid regenlaarzen aan neem een verrekijker mee. Voor wie het kijken nog een beetje moet leren heeft Staatsbosbeheer een fantastisch hulpmiddel bedacht. Op verschillende plekken zijn palen geslagen van kastanjehout, met daarin een kijkgat. Als je daar doorheen kijkt, zie je dingen die je anders niet zouden opvallen. Natuur!

Door Carla M. Peddemors

Waarom is een rustgebied voor vogels zo belangrijk?
Wanneer een vogel schrikt en wegvliegt, kost hem dat energie. Als dat vaak gebeurt, heeft die vogel meer voedsel nodig dan hij op een dag kan vinden. Met andere woorden: als een vogel te vaak opschrikt, raakt hij door honger verzwakt.
Een vogel in de rui (na het broedseizoen verliest hij zijn oude veren en groeien er nieuwe aan), is extra kwetsbaar. Daarom zoekt-ie in die periode een plek op waar hij geen gevaar loopt. De vogel weet zich geen raad wanneer er plotseling mensen opduiken, want hij kan met zijn loslatende verenpak niet goed vliegen. Dit soort stress kost hem veel energie.

Werkeiland
Het eilandje voor de Diemervijfhoek, dat vanaf strand Blijburg ook te zien is, heeft officieel geen naam. Het wordt ‘werkeiland’ genoemd, want het is destijds aangelegd om de schepen die bezig waren met het brengen (of halen) van grond bij harde wind beschutting te bieden tegen de hevige golfslag vanaf het IJmeer. Het eilandje is nu eigenlijk niet meer dan een begroeide ringdijk met daarin een waterplas, waar honderden vogels huizen.

Foto:
Aan de begroeiing in de Diemervijfhoek is geen mensenhand te pas gekomen. Alles kwam vanzelf… de wilgen, de elzen en ook de oude eik waar boswachter Visser bij staat.