Maria van der Meer (84) woont sinds een poosje in het Flevohuis, met veel plezier. Ze wandelt wat af, groet iedereen die ze tegenkomt en is trots op haar kamer, die ze heeft ingericht met haar eigen spulletjes. “Dat voelt als thuis.”
We treffen mevrouw Van der Meer in de binnentuin, waar het vandaag groen en warm is. En gezellig, want veel bewoners zitten buiten. Speciaal voor de foto of niet, ze ziet er fleurig uit, opgemaakt en verzorgd. Poseert alsof ze het dagelijks doet en kijkt recht in de camera. “Ja, en 84 hé, benadrukt ze nog eens, terwijl ze haar handen trots in de zij zet.
De groepswoningen in het verpleeghuis hebben een eigen keuken waar ook wordt gekookt. Bewoners kunnen daarbij een handje helpen maar lang niet iedereen is daartoe in staat. “Ik help niet met het klaarmaken van de maaltijden maar heb wel verteld dat ik van groente houd die past bij het seizoen. En daar is naar geluisterd, het eten is goed en afwisselend.” Mevrouw Van der Meer is sowieso tevreden met de keuze van haar zoon voor dit huis. Beter had ze het niet kunnen treffen, zegt ze. “Er is een mooie binnentuin, er worden leuke dingen georganiseerd zoals zangmiddagen en sportieve activiteiten. Ik kan overal naartoe, en heb een grote kamer die ik helemaal met eigen spullen kon inrichten. Dat voelt als thuis.”
Als ze een dag de pest in heeft, dat hebben we tenslotte allemaal weleens, gaat ze wandelen. Dat kan volop. In de tuin, of rond het gebouw. “Mijn zoon komt vaak en met hem ga ik soms het park in. Ik wandel alles bij elkaar wel zo’n vijf uur per dag.” Je moet wel in beweging blijven, zegt mevrouw Van der Meer resoluut. “In zo’n rolstoel krijgen ze me niet.”
Ze is altijd een zelfstandige vrouw geweest, in haar eentje reisde ze met een volkswagenbusje de wereld over. Ze woonde in veel landen, ontmoette veel mensen. “Ik kan hier ook zelfstandig zijn, die ruimte krijg ik. Zolang het niet hoeft wil ik niet geholpen worden. Ik doe alles zelf. Er zijn bewoners met wie ik aan tafel zit, die laten zich alles aanleunen. Dan denk ik: joh, dat kan je zelf ook. Daar waak ik voor.”
Tijdens het interview gaat mevrouw Van der Meer van enthousiasme soms even staan, ze is een verteller. “Ik heb wel een leuk leven gehad hoor. En ouder worden, ach. Dat hoort er gewoon bij. Mijn kamer kan ik vanbinnen dichtdoen. Dan heb ik privacy als ik dat wil. Als er een leuke film is kijk ik die in de gezamenlijke woonkamer, kun je er ook samen over praten, dat is leuk.
Dan laat ze ons haar kamer gezien, showt ze trots persoonlijke spullen zoals het zelfgemaakte schilderij, foto’s van kinderen, pleegkinderen en zussen, beelden uit verre landen, en een fotoalbum. Ze bladert daar nog eens doorheen. “Ik heb geen saai leven gehad,” besluit ze.
Een kijkje achter de schermen bij Zorggroep Amsterdam Oost (ZGAO)
Deel 37 -advertorial