Nieuws

‘Mensen kunnen zich niet voorstellen dat er iets mis kan gaan’

Het ontbreekt de gemiddelde Amsterdammer aan waterbewustzijn. Baukje Kothuis promoveerde op burgerparticipatie en communicatie op het gebied van waterveiligheid. De Watergraafsmeer ligt 5,5 meter onder N.A.P. “Mensen kunnen zich niet voorstellen dat er iets mis kan gaan.”

In haar kantoortje, in de diepte van de polder, spreekt Kothuis over de noodzaak van een nieuwe omgang met waterveiligheid. Honderd meter verderop stroomt de Weespertrekvaart, meer dan vier meter onder het N.A.P. “Hier zal ’t het eerste onderlopen.” Kothuis komt net terug uit Texas waar ze heeft meegedacht over de toekomst van de stad Houston na de orkaan Ike in 2008. “Wat daar is gebeurd wens je niemand toe. De gevolgen zijn nog steeds overal zichtbaar,” zegt ze. De Texanen zijn zich pijnlijk bewust geworden van hun kwetsbaarheid, wil Kothuis maar zeggen. “Af en toe een watersnood is de ingenieurs z’n brood.” Ze lacht schamper en schudt haar hoofd. “Dat is ook een reden waarom het in Nederland niet speelt. De burger leeft in een gevoel van overwinning, het water is getemd en we wanen ons veilig. Buiten de landsgrenzen is Nederland beroemd om zijn waterbeheer, maar de doorsnee Amsterdammer wordt er niet warm of koud van. Voor ons is het zo vanzelfsprekend dat we er verder niet bij stilstaan.”

Maarten Claassen is strateeg bij Waternet en aanjager van het vier jaar durende project WATERgraafsmeer. Centraal stond de vraag hoe water kan bijdragen aan een klimaatbestendige en leefbare stedelijke omgeving. “De buurt diende als een proeftuin in de zoektocht naar een nieuwe rol voor water in de stad.” Velen interesseerden zich voor het onderwerp, maar Claassen kwam ook vaak bezwaren tegen. “We wilden kennis, verbinding en enthousiasme toevoegen aan lopende projecten, maar dat liep niet altijd even soepel. Waterbewustzijn leeft niet of nauwelijks.”

Bomenkap tegen water
Een voorbeeld van de belevingskloof tussen burger en bestuurder is de kwestie van de kastanjebomen op de Ringdijk. Na de dijkdoorbraak in Wilnis in 2003 verscherpte het waterschap de controles. De bomen op de ringdijk moesten het ontgelden. De wortels zouden zwakke plekken in de dijk veroorzaken. Alles kappen, zeiden de deskundigen van Waternet. Van die bomen blijven jullie af, zei de buurt. “Dit vraagstuk was letterlijk de aanzet van ons onderzoek,” zegt Kothuis. “De gemoederen liepen hoog op, buurtbewoners reageerden enorm fel. Dat gevoel komt uit een beleving dat de veiligheid gegarandeerd is. Mensen kunnen zich letterlijk niet voorstellen dat er iets mis kan gaan. Dat noem ik de mythe van de droge voeten. Het kenmerk van een mythe is dat je rationeel wel weet dat iets niet kan, maar dat je emotioneel ervan overtuigd bent dat het toch zo is.”

De wilgenbootjes in Park Frankendael vormen voor Claassen één van de succesverhalen van het project. De gevlochten scheepjes verwijzen naar de geschiedenis van de Watergraafsmeer. “Het is een coole speelplek met een boodschap. Je bouwt op die manier aan het bewustzijn van water en wonen in een polder.”

En hoe zit het met de Ringdijk? Uiteindelijk zijn er drie bomen gekapt. “Daar ging wel zeven jaar gesteggel aan vooraf.”

Door Bien Borren