Ze is schrijver, journalist en programmamaker. Op de dag van het interview werd het bekend, en sinds april presenteert Liesbeth Staats een dagelijks actualiteitenprogramma op BNR Nieuwsradio: The Daily Move.
We hebben een afspraak in House of Watt, de plek waar ze regelmatig zit te werken. “Ik hou van reuring om me heen, maar kan hier tegelijkertijd ook geconcentreerd werken. Daarnaast hebben ze hele goede koffie.”
In 1992 kwam je naar Amsterdam om Nederlands te gaan studeren.
“Ik ben geboren en getogen in Leiden en ging Nederlandse taal- en letterkunde doen aan de UvA. Dit deel van de stad kende ik eigenlijk helemaal niet. Als je nieuw in de stad komt, dan denk je dat het Leidseplein het centrum van de wereld is met de UvA nipt op plek twee. In de loop der jaren is de stad steeds groter geworden. Ik koos ooit voor Nederlands omdat ik de journalistiek in wilde om voor een krant te gaan schrijven.”
Het werd niet de krant, maar de tv.
“Dat is allemaal een beetje toeval. In mijn studententijd heb ik wel voor bladen geschreven als bijbaantje en ik zat bij Babel, het faculteitsblad. Daar leer je hoe je een blad vult en welke stukken gewaardeerd worden. Later ben ik in Parijs gaan studeren en Saskia Dekkers was net Philip Freriks opgevolgd als NOS-correspondent. Na heel veel bellen kon ik daar aan de slag als een soort snuffel-stagiair. Ik begon met het opruimen van het archief, nam de telefoon aan en later mocht ik ook mee naar interviews en op reportage. Ik kreeg een mooie referentie van haar en zo kwam ik weer bij AT5 terecht.”
AT5 is nog steeds voor velen de springplank naar Hilversum.
“Dat klopt. Op kleine schaal leer je als stagiaire heel veel en je mag bijna alles doen. Als je je hand uitsteekt, wordt hij gegrepen. Er zijn weinig mensen, de budgetten staan altijd onder druk en doordat je in het diepe wordt gegooid, beland je in een geweldige leerschool.”
Nu ga je bij BNR vier keer in de week, samen met Kees Dorresteijn, een nieuwsprogramma maken.
“BNR vergelijk ik weleens met AT5: een kleine, heel gemotiveerde club mensen. Radio is veel directer dan televisie. Als ik iemand bel, dan heb ik meteen een interview. Bij tv moet je eerst een afspraak maken, moet er een cameraploeg langs en moet je monteren. De overeenkomst tussen beide is dat je naar verhalen van mensen vraagt en op zoek bent naar duiding en context. Ik zal er alleen aan moeten wennen om mezelf tweeënhalf uur per dag te horen praten.”
Naast al deze werkzaamheden debuteerde je vorig jaar ook als schrijver.
“Ik had een tv-serie gemaakt – Waarom werken vrouwen niet? – en ik vond het opvallend dat er in Nederland zoveel vrouwen in deeltijd werken en hoeveel vrouwen niet economisch zelfstandig zijn. Kijk naar landen om ons heen, in vergelijkbare samenlevingen, daar zie je andere getallen. Aan het eind van de serie had ik meer vragen dan antwoorden, en toen bedacht ik dat het dan maar via de laptop moest gebeuren. Het boek verscheen vorig jaar.”
Dat je voor een deel dus op deze plek hebt geschreven. Hoe ben je eigenlijk ooit in Oost beland?
“Een vriend van ons woonde in de Watergraafsmeer en die zei dat het hier echt heel fijn wonen is. Toen nog kon je ruime appartementen kopen en ik had altijd het idee dat het een soort Diemen was. We gingen kijken en het was een vriendelijke en prettige buurt. Ik ben inmiddels helemaal weg van Oost.”
Jouw kinderen zijn nu vijftien en twaalf. Is het ook voor hen prettig?
“Zeker. Vanaf heel jong konden ze zelf naar school en de voetbalclub gaan. Dat is een enorm voordeel. En je woont ook echt wel in een stad. Je hebt een goeie markt en de Javastraat is hartstikke leuk en uniek. Alles wat Oost in zich heeft, komt daar samen. Je hebt er de bruine cafés, maar ook de nieuwste eettentjes. Er zijn nieuwe bewoners met hun eigen supermarkten, maar ook winkels voor alleen de hipsters. Het is een melting pot.”
Wat zijn je favoriete restaurants?
“Toen ik hier in 2005 ging wonen had je amper restaurants en nu struikel je erover. Ik vind de kaasfondue bij Stoop op de Buys Ballotstraat heel lekker. En als we met de jongens naar de film gaan, eten we even bij Sweet Asia op de Eerste Van Swindenstraat. Een heerlijke tl-verlichte zaak met prima eten.”
In welke winkels kom je graag?
“Het is echt zonde dat Manwood, de schoenenwinkel op de Middenweg, niet meer bestaat. Dat is een verlies voor het aanzien van de straat. Zeker na tweeënzestig jaar. Klein Berlijn is geweldig en daarnaast zit Carla Amsterdam, die heeft goede pakken.”
En de mooiste plek?
“Dat is Park Frankendael. De hele basisschoolperiode hebben we de kinderen al fietsend door het park naar school gebracht. Het is een klein stukje fietsen, maar elk seizoen was weer anders. Ondanks dat het geen groot park is, heb je er heel veel verschillende plekken. Het grasveld, het oude park, en je hebt sloten waar kinderen nog in kunnen vallen. En natuurlijk de ooievaars.”
Waar ga je heen als je de stad verlaat?
“Wandelen in de bergen. De Pyreneeën, de Dolomieten of iets anders. Het is heerlijk om de hele dag een strijd te leveren met de berg totdat je aan het einde van de dag in een herberg aankomt, je benen voelt en heerlijk kan uitrusten.”