Tankstation Kriterion wordt gerund door studenten. Zaterdagochtend om halfzeven, de schemer is net voorbij, het regent en de 26 rijdt nog niet. Ik parkeer achter het tankstation en kijk om me heen. Het is leeg. Stoplichten springen voor niks op rood en groen. Voor mij veertien pompen die stil staan te wachten op hun eerste klant.
Op naar binnen, de schuifdeuren zoeven open. Warme lucht, muziek, de geur van croissantjes en tl-licht dat zowaar gezellig aan doet. Achter de counter, keurig voor hun kassa, twee studenten. “Respect man, dat je er zo vroeg bent!” werpt Jacob (21) mij gul en op dit on-studentikoze tijdstip verrassend fris toe. “Koffie?”
Al blijkt hij niet veel geslapen te hebben. Jacob, student geschiedenis en filosofie met wie ik vanochtend meeloop, heeft er zin in.
Kater
We beginnen met een rondleiding, langs een echte koeling, een klein kantoor en natuurlijk de pompen buiten. Daar testen we Salima (23) studente communicatie op haar alertheid. Elke keer dat iemand de slang vastpakt moet de pomp namelijk vanuit binnen worden vrijgegeven. Tot tevredenheid van Jacob kijkt Salima onmiddellijk op. “Nou is het ook wel een heel irritant piepje dat je dan hoort, zeker als je een kater hebt,” grinnikt Jacob.
Terug in de personeelsruimte valt mijn oog op de stembus. Wat blijkt: alle besluiten worden democratisch genomen. Kriterion wordt bestuurd door een voorzitter en zes commissies. Een voor inkoop, een voor personeel etcetera. De hoofden van de commissies komen samen in een soort ‘ministerraad zeg maar’ legt Jacob uit, en nu moeten alle ‘pompers’, zoals ze zich zelf noemen, stemmen. Ook de betaling is niet alledaags: iedereen werkt twaalf uur per week. Overuren zijn ‘plus-uren’ wat inhoudt dat je de week daar op minder werkt.
Drumstickjes en koffie
Als we plaatsnemen achter de kassa, doet Salima haar studie eer aan. Ze praat honderd uit. Dat er nog zo weinig klanten zijn geweest, dat ze echt van roken houdt en dat de piepjes van de kassa inderdaad heel irritant zijn.
Af en toe komt er een klantje binnen. Meestal voor sigaretten. Dan stopt het gesprek even en wordt de klant heel vriendelijk geholpen. Vanachter de counter voelt dat voor mij nog het meest alsof er plotseling iemand je huiskamer binnenloopt. Als ik dat probeer uit te leggen is Jacob zeer tevreden. Terwijl hij vanaf de i-Pad de muziek regelt: “dat is goed, het moet hier voelen als een huiskamer.” De volgende klant wordt door hem getrakteerd op nog een bredere glimlach en een gratis kopje koffie.
Vanaf acht uur gaat alles in een stroomversnelling. Er komen meer klanten, dus inderdaad steeds meer irritante piepjes en tussendoor steeds meer verhalen. Over Tarik van inkoop die een goeie deal met Tic Tac sloot en de doosjes overal probeerde neer te zetten, zelfs in de koeling. Dus dat iedereen hem nu Tic-Tac-Tarik noemt. Over bouwvakkers die dertig drumstickjes naar binnen werken en dat er vanaf vandaag service-tanken is. Wat inhoudt dat iemand anders het voor je doet.
Terwijl een klant z’n pinpas niet kan vinden en al zijn pasjes op de balie heeft uitgestrooid komt Dion (24), student sociologie, binnenlopen. Hij heeft z’n jas nog niet uit of hij helpt de eerste klant. Bijvullen vindt-ie ook geen probleem en de quickscan (checken of alles in orde is) doet hij ook wel even.
Jacob biedt weer eens een kopje koffie aan en legt uit waarom hij het liefst ochtenddiensten draait: “Ik reken diensten in de hoeveelheid collega’s die weggaan. Hoe meer er vertrekken hoe langer de dienst duurt. En bij de ochtenddienst komen er alleen maar collega’s áán en mag jij vervolgens weg…” Grote glimlach.
Salima is buiten een vrouw aan het helpen die werkelijk niets van de wasstraat begrijpt. Een motorrijder met handschoenen aan tikt met een pennetje zijn pincode in en hele lieve klant pint uit angst voor te weinig saldo vooraf. Als mij dat even treurig stemt, is het al weer tijd om te gaan.
Oprecht jammer vind ik het, Kriterion voelde vanochtend even als mijn huiskamer. Terwijl ik wegrijd is Jacob druk in de weer een vlag voor service-tanken te bevestigen. Ik wil enthousiast zwaaien maar zie dat dat geen zin heeft. Ik kan niet wachten tot ik weer moet tanken.
Door Diede Zillinger Molenaar