Nieuws

Kort Verhaal ‘Speculatie’

Vandaag zou Wim komen. Om weer eens bij te praten. Wat haar betrof viel er niets meer te praten. Hij had haar laten zitten. Wat viel er over te zeggen? Ze had het haar 250 vrienden op Facebook nog niet eens verteld.

Ze kon sms-en dat ze naar haar kleicursus moest. Na acht keer mocht je je volgens de flyer al ceramiste noemen; er waren dingen in het leven die meer moeite kostten. Hij zou het niet geloven, maar wat maakte dat nog uit?
Misschien had hij toch ongelooflijke spijt gekregen, bonkte hij met zijn hoofd tegen de muren van zijn nieuwe appartement. At hij niet meer. Werken lukte niet, huilde boven haar foto. Het klonk niet erg waarschijnlijk.
Wim was niet alleen. Ze had al gedacht een scooter te horen. Frank. Haar makelaar, of zijn makelaar. Als je gescheiden was, kon je dan nog spreken van onze makelaar… Ze keek naar het overdreven blote bloesje dat ze aan had getrokken, snel schudde ze haar zorgvuldig en toch zo nonchalant opgestoken haar los. De speldjes kletterden op de verwarmde leistenen vloer. Ze voelde zich een klein meisje.
Het zou over geld gaan en over het huis. Het zou niet over liefde gaan, hun liefde, voorbije liefde en al helemaal niet over een nieuwe start.
De open hals van haar blouse kon niets tegen de zenuwvlekken in haar nek beginnen. Open en bloot. Dat was ze. De mannen konden niet om haar kwetsbaarheid heen. In de keuken schudde ze een pak speculaasjes uit over een ontbijtbord. Het was een slechte tijd om te verkopen. De hele markt lag stil. Makelaars hadden het moeilijk. Ze keek naar Frank. Hij had het moeilijk, waarmee? En Wim? Had hij het moeilijk? Hij zat wijdbeens op de bank die ze ooit samen hadden uitgezocht. Hij keek in de lege haard, alsof daar een vuurtje knapperde. Wie zou beginnen? Wie bracht de boodschap? Frank sprak over vraagprijs, eronder zakken, nog verder zakken, een bodem raken, tot het einde willen gaan, lege putten… hij hield er wel van; one-liner Frank.
Hondengeblaf, voor de deur.
Ze keken elkaar verschrikt aan. Je zou haast denken dat iemand hier een slecht geweten had. Het werd weer stil, tot Wim aan haar vroeg: ‘Heb jij een hond?’ Nee, ik niet. Nee, nog niet… Toen ze dat zei keek ze een kort moment naar Frank.
Toen ging het snel. Wim zei dat hij haar uit wilde kopen, een nieuwe liefde had gevonden en toch op IJburg wilde blijven… Zijn nieuwe liefde had al een kind uit een andere relatie, en IJburg was een goede plek voor kinderen om op te groeien, lekker buiten, zwemmen, schaatsen, hutten bouwen, slangen zoeken, ja, ja… Hij haalde even adem. Goede voorzieningen, sportvelden, crèches waar je maar keek, kinderkledingwinkels, kinderen, veel kinderen, veel scholen, veel, van alles vooral veel!
En Frank? … Hij zweeg. En zij? … Zij nam een speculaasje. Terwijl ze over de tafel naar het schaaltje boog, hield ze de bovenkant van haar bloesje dicht.