Journalist Annemiek Leclaire schrijft over onderwerpen die haar na aan het hart liggen. Van haar hand is Alleen sukkels hebben het druk, het tot nu toe best gelezen NRC-artikel. Op IJburg voelt ze zich thuis.
“8 april was dit jaar een bijzondere dag,” zegt Annemiek Leclaire terwijl ze voor de fotograaf ‘de Jas’ aantrekt en wijst richting Centrumeiland. “Op die dag zagen we vanaf het dakterras van het complex waar ik woon de eerste zwaluwen. Op de plek waar vroeger Blijburg was maken ze nu holletjes in de aangelegde natuuroever. Het moment dat de zwaluw terugkeert, is voor mij altijd mooi. En op een bepaalde manier ook hoopvol, omdat er toch weer een voorjaar is gekomen.”
Op een plek waar je je zichtbaar thuis voelt.
“Toen ik voor het eerst over deze ‘nieuwe’ wijk IJburg hoorde, schreef de gemeente een referendum uit. Ik heb tegengestemd. Maar toen de wijk er vervolgens kwam, was ik van meet af aan geïntrigeerd. Sindsdien geloof ik niet meer in burgerreferenda. Soms ging ik even kijken hoe het land werd opgespoten en het gebied langzaam ontstond. In 2007 kochten we hier ons eerste huis. Na mijn scheiding belandde ik boven de snackbar van het winkelcentrum. Vervolgens nam ik deel aan een CPO, dat staat voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Een vorm van bouwen waarbij particulieren gezamenlijk een woningbouwproject ontwikkelen en realiseren, in mijn geval op Centrumeiland.”
Heb je altijd in de stad gewoond?
“Mijn wieg stond op Curaçao. Daarna heb ik kort in Amsterdam gewoond, en toen zijn we naar Hilversum gegaan. Via de Korte Prinsengracht met uitzicht op de Brouwersgracht, en Lelystad kwam ik er op mijn zeventiende definitief wonen.”
Wat ging je studeren?
“Ik koos eerst de stad – Amsterdam – en daarna pas de studie. Eerst heb ik mijn propedeuse aan de lerarenopleiding gedaan, daarna ben ik culturele studies en literatuurwetenschap gaan studeren aan de UvA.”
Je bent al heel lang journalist.
“Dat schrijven zat er van jongs af aan al in, maar niet echt met de gedachte dat ik daar iets mee ging doen. Al heel lang houd ik dagboeken bij waarin ik elke ochtend iets schrijf, dingen die me opvallen. Soms vormen die schrijfsels de voedingsbodem voor stukken die ik maak.”
Jouw bekendste rubriek is ‘het gesprek van je leven’.
“Ik vraag mensen naar een gesprek dat grote indruk heeft gemaakt. Voor het FD heb ik uiteindelijk vijftig delen gemaakt, en er is ook een boek van verschenen. Ik sprak met mensen als Manon Uphoff, Robbert Dijkgraaf en Lodewijk Asscher. Het gesprek dat me het meest is bijgebleven was met Elnathan Prinsen, voorzitter van de Vereniging voor Psychiatrie. Hij vertelde over zijn zoontje, dat een paar maanden eerder een auto-ongeluk had gehad. Zijn vrouw en twee jonge dochters waren erbij. Ineens had zijn gezin te maken met een ernstig gewonde zoon en drie mensen met traumaklachten. Hij vertelde me hoe het hem veranderd heeft, ook bij de gesprekken in zijn spreekkamer. Hij begreep nog beter waar de mensen het daar over hadden.”
In NRC stel je een opvoedrubriek samen waarin deskundigen vragen van lezers beantwoorden. Zoek je onderwerpen dicht bij jezelf?
“Zeker, ik schrijf over dingen waar ik zelf tegenaan loop. Ik volg mijn eigen levensvragen. En ga er eigenlijk vanuit dat ik daarin een representant ben van honderdduizend anderen.”
Minder moeten, meer leven is een persoonlijke zoektocht naar de fundamenten van de haastmaatschappij.
“Ikging gebukt onder alle drukte, maar het vreemde was dat ik het ook een soort misplaatste vorm van lijden vond. Ik herinner me dat we terugkwamen van de zomervakantie en iedereen hier in de straat aan het verzuchten was dat het normale leven weer begon. Dat vond ik heel gek, en dan vooral die zelfopgelegde drukte. Dat ben ik toen gaan onderzoeken. Ook waar het fenomeen burn-out vandaan komt.”
Vertel.
“Maatschappelijk gezien is het een combinatie van prestatiementaliteit, alles heel goed willen doen, onderbezetting op de werkvloer en het altijd maar aan staan door de digitalisering. Als er dan iets gebeurt – je moet mantelzorgen bijvoorbeeld, ziekte, de dood van een dierbare, een scheiding, financiële zorgen – crasht je systeem. De reserves zijn op. Ik onderzocht waar je wel en geen invloed op hebt.”
Kun je het concretiseren?
“Je ontkomt er niet aan geld te moeten verdienen of voor dierbaren te zorgen. Maar mensen doen ook veel omdat ze denken dat het zo hoort. Ze passen zich aan. Het helpt om meer te leven vanuit wat je zelf echt belangrijk vindt. En de rest te laten.”
Even over Oost. Waar kom je graag?
“De plek waar we nu zitten, Vrijburcht, bezoek ik al sinds het begin. Eerst was hier nog niks alleen maar zand. Deze plek trok allemaal jonge mensen uit de buurt en er waren grote zwemsteigers, dus ook leuk voor de kinderen. Het werd echt mijn hangout, want het personeel is aardig, het eten lekker en bij de koffie kun je bonbons bestellen die ze zelf maken. Als ik hier zit, kom ik altijd mensen tegen uit mijn eigen geschiedenis.”
Waar eet je graag?
“DOK48 bij de haven van IJburg. Daar hebben ze een lekkere kaart, is de sfeer informeel en no-nonsense.”
Welke winkels?
“Vooral online en tweedehands. Ik heb weinig met kledingwinkels. Hier op IJburg heb je IJburg Boeken, bakker Jongejans en een Hema waar ik graag kom. Vroeger fietste ik naar de Linnaeusstraat voor die Hema, maar dat is een Jumbo geworden. Ongekend dat die Hema daar weg is.”
Waar ga je naartoe als je de stad verlaat?
“Ik ben heel veel op Texel, want mijn ouders hebben daar nu bijna twintig jaar een huisje in de buurt van De Koog. Heerlijk.”
